Commissarissen moeten voortouw nemen in klimaataanpak

Gastcolumn
Pleidooi voor meer diepgang en transparantie in verslag rvc’s

Het kan niet zo zijn dat je als bedrijf alleen zegt wat je klimaatdoel 2050 is en geen inzicht geeft in de tussendoelen. En toch ontbreekt dat bij veel bedrijven. Jan-Willem van den Beukel, adviseur klimaatbeleid, CDA-politicus en toezichthouder, benoemt drie acties waarmee rvc’s dat kunnen veranderen.

Klimaatdoel 2050

Directies van Nederlandse multinationals liggen de laatste tijd zwaar onder vuur vanwege hun klimaatbeleid. Dat gebeurde vorig jaar bijvoorbeeld naar aanleiding van een kritisch onderzoek van het NewClimate Institute, in opdracht van Milieudefensie. Nu Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat, afgelopen december een nieuwe, ambitieuze Corporate Governance Code met richtlijnen voor het bestuur van beursgenoteerde bedrijven in ontvangst heeft genomen, vroeg ik me af: wat hebben de commissarissen van die bedrijven gedaan om de kritiek voor te zijn?

Zijn de juiste vragen gesteld?

Commissarissen moeten immers toezien op een gezonde bedrijfsvoering. Hebben ze hierover in hun vergaderingen vragen gesteld? De kritiek van Milieudefensie leek namelijk fundamenteel genoeg. Zo ontbraken er bij de onderzochte bedrijven tussentijdse doelstellingen tussen nu en het klimaatdoel 2050, wat het moeilijk maakt om na gaan of een bedrijf op koers ligt om de einddoelen te halen. Ook waren de huidige CO2-emissies van de bedrijven vaak onvolledig in kaart gebracht.

Zwerfvuil

Ik dook in een stapel jaarverslagen voor een antwoord op de vraag naar de rol van het toezicht ten aanzien van het klimaatbeleid. In die verslagen lees ik dat raden van commissarissen steeds vaker aparte duurzaamheidscommissies instellen. En ik lees ook over trivia, zoals dat de commissarissen van Schiphol hebben meegedaan aan World Cleanup Day, een internationale dag om zwerfvuil te rapen.

Kritiek van Milieudefensie…

Daarop besloot ik het systematisch aan te pakken door acht beursgenoteerde bedrijven te selecteren die - volgens het Milieudefensie-onderzoek - qua klimaatbeleid matig presteren. Ik koos in mijn vervolgonderzoek voor Aegon, Ahold Delhaize, Vopak en verschillende staatsdeelnemingen en inventariseerde wat de raden van commissarissen vermeldden over de 32 specifieke tekortkomingen die in het onderzoek van Milieudefensie waren toegelicht.

… maar in rvc-verslagen geen woord

Het resultaat: alleen de commissarissen van supermarktconcern Ahold Delhaize gingen op een van de kritiekpunten in. Over de overige kritiekpunten repten de acht raden van commissarissen in hun verslag met geen woord. Mijn conclusie is dat de verslagen van de raden van commissarissen weinig diepgang bevatten op klimaatgebied.

Onhoudbaar

Deze situatie is onhoudbaar. Zo vraagt de (vernieuwde) Corporate Governance Code om duurzaam ondernemen en dus om ambitieus klimaatbeleid centraal te stellen. Omdat ook het klimaatakkoord van Parijs ons vraagt het tempo van CO2-reductie een factor tien te versnellen, mag je daarover als commissaris een degelijk plan van de directie verwachten.

Kansen of dwang en drang

Of dat plan nu is ingegeven door kansen die nieuwe klimaattechnologieën bieden, of door het risico dat je door dwang en drang tot snelle emissiereductie wordt gedwongen: dat doet er niet toe. Bovendien is er een nieuw wettelijk kader. De Europese richtlijn voor duurzaamheidsverslaglegging verplicht beursfondsen om vanaf 2024 (andere grote organisaties het jaar erna) negen zogeheten ‘klimaatindicatoren’ te rapporteren, waarop een beoordeling van de accountant verplicht is en waarop de raad van commissarissen formeel toeziet.

Drie acties

Kortom: er is werk aan de winkel. Wat te doen? Wat mij betreft zouden de volgende drie acties een goede start zijn:

1 Formuleer als raad van commissarissen een helder en strikt kader waarbinnen de organisatie de negatieve klimaateffecten navolgbaar dient te verminderen, in lijn met het klimaatakkoord van Parijs. Commissarissen verschaffen bestuurders immers een mandaat om te handelen. Daaronder vallen ook de effecten die de organisatie in de buitenwereld aanricht, positief en negatief.

2 Maak het jezelf gemakkelijk en stel als bedrijfsleven een gezamenlijke meetlat op voor wat goed klimaatbeleid genoemd mag worden. Dezelfde commissie die de Corporate Governance Code heeft opgesteld, kan daarin een rol spelen. Ik verwacht dat die meetlat bedrijven helpt om reductiedoelen voor de korte en lange termijn te formuleren. Overigens moeten het tempo en ambitieniveau van de doelen aansluiten op de wetenschappelijke overeenstemming over dat wat nodig is en niet op wat men zelf wenselijk acht.

3 Volg als commissarissen scholing op klimaatgebied en zorg voor behoud van deskundigheid bij de werving van nieuwe commissarissen. Niet voor niets noemt de nieuwe code ‘duurzaamheid’ als een expliciet deskundigheidsgebied (naast digitalisering).

Ingewikkelde transformatie

Zijn we er dan? Zeker niet, ondanks dat stuurlui aan wal suggereren dat het makkelijk is om als bedrijf klimaatneutraal te worden. Ons energiesysteem is met alles verweven. Dat systeem volledig kantelen, is misschien wel de ingewikkeldst denkbare transformatie voor ondernemingen, voor hele sectoren en onze economie.

Samen klimaatbestendige samenleving inrichten

Gelukkig is het ons eerder gelukt, in de transitie van turf naar steenkool en van kolen naar gas. Bovendien wordt de wereld mooier, gezonder en stabieler als we het klimaatdoel 2050 over de bult heen zijn en een klimaatbestendige samenleving hebben ingericht. Dus, besturend, toezichthoudend, consumerend en regulerend Nederland: we gaan dit samen doen!

Dit artikel is eerder verschenen als opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad en is gebaseerd op een eindopdracht voor de Leergang Board Potentials van NRGovernance.

Klik hier voor contact met Jan-Willem van den Beukel.