De impact van de CSRD op de rol van de commissaris

Duurzaamheid

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) heeft belangrijke implicaties voor de rol, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden van de raad van commissarissen. Hoe kan ESG worden geïntegreerd in de governance en de strategie van de onderneming? En met welke eventuele wijzigingen van de Europese richtlijnen in het aangekondigde ‘Omnibus’-voorstel moet rekening worden gehouden? Een analyse van duurzaamheidsexperts Annelies van Tongeren en Linda Thonen van PwC Legal Business Solutions.

Op grond van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) zal de duurzaamheidsrapportage een verplicht onderdeel zijn van het (geconsolideerde) bestuursverslag. Dit betekent dat ondernemingen waar de CSRD op van toepassing is hun duurzaamheidsinformatie op een gestructureerde en transparante manier moeten presenteren, zodat belanghebbenden een duidelijk en vergelijkbaar beeld krijgen van de duurzaamheidsinspanningen van de onderneming.

Verantwoordelijkheden van de raad van commissarissen

De verplichting tot het rapporteren brengt een intensivering van de taken en verantwoordelijkheden voor commissarissen met zich mee. Toezicht houden op het beleid, de strategie, de risicobeheersing en de naleving van wet- en regelgeving van de onderneming, alsmede het adviseren over de governance van de onderneming: het bestaande takenpakket wordt inhoudelijk breder met de komst van de CSRD.

De raad van commissarissen zal ook de impact, de risico’s en kansen op het gebied van duurzaamheid moeten betrekken bij het toezicht houden en bij het nemen van beslissingen. Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de raad van commissarissen om ervoor te zorgen dat het bestuursverslag de juiste informatie bevat om de impact van de onderneming op duurzaamheidskwesties te begrijpen, alsmede hoe deze kwesties de ontwikkeling, prestaties en positie van de onderneming beïnvloeden. Een gedegen kennis van duurzaamheidskwesties, geschikte processen en een goede interne governance zijn vereisten om deze informatie op een transparante en nauwkeurige manier te verzamelen, te analyseren en hierover te rapporteren.

Het rapporteren van duurzaamheidsinspanningen en -resultaten kan een sturend karakter hebben en organisaties ertoe bewegen wijzigingen door te voeren in hun processen, structuren en governance. De CSRD biedt daarmee een push om de verduurzaming van het businessmodel en de strategie op gang te brengen en te versnellen. Dit benadrukt te meer het belang van de raad van commissarissen om via haar toezichthoudende rol en taken de onderneming te helpen navigeren in deze transformatie, zodat duurzaamheid ook daadwerkelijk samengaat met toekomstige groei en langetermijnwaardecreatie.

Voorts zal de juridische en operationele governance van de onderneming zo ingericht moeten worden dat de benodigde informatiestromen gewaarborgd zijn en de raad van commissarissen (net als het bestuur) toegang heeft tot de juiste (duurzaamheids)informatie. Hierbij gaat het niet slechts om het verkrijgen van de juiste informatie van het bestuur om te kunnen rapporteren onder CSRD, maar ook om effectieve communicatie met een steeds breder wordende kring belanghebbenden van de onderneming (zoals de aandeelhouders, werknemers en individuen waarop de onderneming een impact heeft of kan hebben). Ook voor de CSRD is een goede interne communicatie binnen de organisatie van materieel belang. De communicatie binnen de raad van commissarissen moet hierbij niet worden vergeten; het toezicht van de raad van commissarissen en de juiste naleving van de rapportagevereisten is immers een collectieve verantwoordelijkheid.

Om haar nieuwe verantwoordelijkheden effectief te kunnen uitvoeren, zal de raad van commissarissen de nodige expertise op het gebied van duurzaamheid moeten hebben en blijven ontwikkelen. In het licht van het snel veranderende landschap op het gebied van duurzaamheidswetgeving is het aan te raden te investeren in periodieke trainingen op het gebied van duurzaamheid om het kennisniveau op peil te houden. Over de rol van (onder andere) de raad van commissarissen en de aanwezige expertise op het gebied van duurzaamheid dient immers ook gerapporteerd te worden onder de CSRD.

Duurzaamheidscommissie

Indien de raad van commissarissen een auditcommissie heeft ingesteld zal deze commissie in beginsel ook verantwoordelijk zijn voor toezicht op het opstellen van het duurzaamheidsverslag. Dit toezicht heeft (onder andere) betrekking op het voorbereiden van besluiten over toezicht op de integriteit en kwaliteit van de duurzaamheidsverslaggeving van de onderneming en op de effectiviteit van de interne risicobeheersings- en controlesystemen van de onderneming, zoals ook opgenomen in de Corporate Governance Code 2022.

De raad van commissarissen kan naast de auditcommissie tevens een duurzaamheidscommissie instellen die zich bezighoudt met duurzaamheidsvraagstukken met betrekking tot de vennootschap. Een aantal Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen heeft inmiddels een duurzaamheidscommissie ingesteld. Deze commissie kan, in plaats van een auditcommissie, de duurzaamheidsinformatie die de raad van commissarissen nodig heeft voor haar besluitvorming verzamelen vanuit de organisatie, en de besluitvorming in het kader van toezicht op integriteit en kwaliteit van de duurzaamheidsverslaggeving voorbereiden.

Een voordeel is dat een duurzaamheidscommissie zich volledig op het toezicht op de duurzaamheidsstrategie en -verslaggeving kan toeleggen, wat de bewustwording en kennisontwikkeling binnen de raad van commissarissen ten goede komt. Tevens kan het de effectiviteit en kwaliteit van de duurzaamheidsstrategie en -verslaggeving verbeteren. De effectiviteit van een dergelijke commissie hangt uiteraard af van verschillende factoren, zoals het profiel en de samenstelling van de leden van de duurzaamheidscommissie en hoe de rollen en verantwoordelijkheden van deze commissie zich verhouden tot die van andere commissies van de raad van commissarissen.

Mogelijke aansprakelijkheid van commissarissen en strafrechtelijke relevantie

Na de implementatie van de CSRD in de Nederlandse wetgeving zal het huidige aansprakelijkheidsregime voor leden van de raad van commissarissen in principe ook de duurzaamheidsrapportage omvatten. Het niet naleven van de (duurzaamheids)rapportageverplichtingen kan de rechtspersoon en/of haar bestuurders en commissarissen blootstellen aan civiele en/of strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Zo vormt het niet tijdig indienen van het duurzaamheidsverslag een economisch delict. En kan een feitelijk leidinggevende (bijvoorbeeld bestuurders en in voorkomende gevallen ook commissarissen) worden bestraft met een boete van de 4e categorie (€ 25.750), een taakstraf of gevangenisstraf van maximaal zes maanden. Voor de rechtspersoon zelf geldt dat in voorkomend geval een hogere boetecategorie kan worden opgelegd, die van de 5e categorie (€103.000). Bovendien betekent een veroordeling dat de rechtspersoon een strafblad krijgt, wat de kansen op het verkrijgen van vergunningen, subsidies en/of aanbestedingen wezenlijk kan beïnvloeden. Tevens kan dit gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van commissarissen in het geval van faillissement van de rechtspersoon.

Voorts is niet uit te sluiten dat er mogelijk strafrechtelijke gevolgen zijn indien de inhoud van het duurzaamheidsverslag (opzettelijk) onjuistheden bevat om anderen te misleiden (greenwashing). In zo’n geval is een aansprakelijkheid wegens valsheid in geschrifte (artikel 225 Wetboek van Strafrecht (Sr)) niet ondenkbaar. Tevens zou er bij bewust onjuiste verslaglegging ook sprake kunnen zijn van oplichting (artikel 326 Sr), wanneer het vermelden van onjuistheden was bedoeld om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.

Bovendien heeft een ‘say-do gap’ (de onderneming doet in de praktijk niet wat het zegt dat het doet in de duurzaamheidsverslaggeving) naast de bovengenoemde gevolgen ook implicaties voor de reputatie van de onderneming en kan het de bereidheid van investeerders (en mogelijk contractspartijen) om met de onderneming in zee te gaan beïnvloeden.

De gevolgen van onjuiste duurzaamheidsrapportages zijn niet mild en het is essentieel dat commissarissen (en bestuurders) ervoor zorgen dat de duurzaamheidsinformatie in de rapportage nauwkeurig en betrouwbaar is en dat zij de benodigde kennis hebben of kunnen inroepen om de duurzaamheidsrapportage en besluiten omtrent duurzaamheidskwesties goed te kunnen beoordelen.

Omnibus

Het omnibusvoorstel voor de EU-taxonomie voor duurzame activiteiten, CSRD en Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) wordt verwacht op 26 februari. Hiermee wenst de Europese Commissie verschillende duurzaamheidsregelgevingen van de EU te simplificeren en consolideren, zonder – in beginsel – afbreuk te doen aan de doelstellingen van de regelgevingen. Eenzelfde boodschap volgt uit het ‘Competitiveness Compass’ zoals gepubliceerd door de EC op 29 januari; dit wenst uitvoerbare richting te geven aan de aanbeveling volgens het Draghi-rapport om het concurrentievermogen van de EU te vergroten. De wens voor een vergaande vereenvoudiging is duidelijk, maar de finale aanpassingen als gevolg van het omnibusvoorstel zijn nog niet gepubliceerd. In een volgende editie van Governance update zullen wij terugkomen op de aanpassingen en eventuele impact hiervan op de verantwoordelijkheden van commissarissen onder de CSRD.

Conclusie

Terug naar de basis – het doel van de CSRD is natuurlijk niet het rapporteren omwille van het rapporteren. Naast het voorzien in meer en beter vergelijkbare gegevens van een onderneming om een level playing field te bereiken voor belanghebbenden, is het openbaarmakingsregime van de CSRD ontworpen om bedrijven te helpen hun risico's en kansen in duurzaamheid te identificeren en dit te benutten in hun bredere strategie en waardecreatie. Overweldigend, maar zeker noodzakelijk.

De aanzienlijke veranderingen door de CSRD voor de rol, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden van de raad van commissarissen (en het bestuur), en het bewustzijn daarvan, vereisen de nodige kennis en voortdurende ontwikkeling van expertise om effectief toezicht te kunnen (blijven) houden op duurzaamheidsthema’s. Door voorts de juiste governance- en toezichtstructuren te implementeren kan worden voorzien in een efficiënte en juiste informatievoorziening binnen de onderneming. Op deze wijze dient de duurzaamheidsrapportage niet ‘slechts’ ter CSRD-compliance, maar draagt het bij aan duurzame langetermijnwaardecreatie en een duurzamere en veerkrachtigere bedrijfsstrategie.

Linda Thonen is Partner Legal Sustainability, PwC Legal Business Solutions.

Annelies van Tongeren is Senior Manager Legal Sustainability, PwC Legal Business Solutions.