Groeiend familiebedrijf vraagt om goed bestuur
Bij familiebedrijven met spreiding in aandeelhouderschap kan een Stichting Administratiekantoor (STAK) helpen bij de scheiding tussen leiding en eigendom en een evenwichtige belangenbehartiging. Daarbij is het vastleggen van afspraken in een familiestatuut cruciaal voor de rolvastheid van de betrokken governancepartijen en het voorkomen van conflicten en stuurloosheid, stelt Peter van den Bent, vennoot van Custom Management Interim Directeuren.
We komen het helaas nog te vaak tegen in onze interim praktijk: groeiende familieondernemingen die in de problemen zijn gekomen doordat de governance geen gelijke tred heeft gehouden met de ontwikkeling van het bedrijf. Bij familiebedrijven van de eerste generatie bevinden leiding en eigendom zich nog in één hand: in deze fase wordt het bedrijf geleid door de oprichter, die ook een groot deel van de aandelen bezit of zelfs enig aandeelhouder is. Leiding en eigendom bevinden zich in één hand. De dga heeft dan ook vaak een aanzienlijke invloed op de besluitvorming binnen het bedrijf doordat hij of zij zowel over de bestuurlijke macht als de aandeelhoudersmacht beschikt.
Wat als de dga wegvalt?
Dat maakt het bedrijf echter ook kwetsbaar: als de dga plotseling wegvalt, kan er een bestuurlijke leemte ontstaan en is de continuïteit van het bedrijf niet gewaarborgd. Bijvoorbeeld doordat de aandelen verdeeld worden onder meerdere erfgenamen, die niet in staat zijn of niet de ambitie hebben om het bedrijf te leiden, hun belang willen aanwenden om vanaf de zijlijn invloed uit te oefenen op de bedrijfsvoering, of dat zelfs willen verkopen.
Nieuwe levensfase met meerdere eigenaren
Het kan ook noodzakelijk zijn om een nieuwe balans te vinden in de onderlinge relaties tussen bedrijf en familie en de wederzijdse belangen, als de onderneming doorgroeit naar nieuwe fasen in haar bestaan. Bijvoorbeeld wanneer de eigendom in de loop der tijd verspreid raakt over meerdere generaties familieleden, plus eventuele niet-familiale aandeelhouders (bijvoorbeeld via werknemersparticipatie of een externe investeerder), of als er - tijdelijk - een externe ceo wordt aangetrokken.
Aandelen zonder stemrecht
Om de bestuurbaarheid en de continuiteit te waarborgen bij opvolging en bij spreiding in eigendom wordt in veel gevallen een Stichting Administratiekantoor (STAK) opgericht. Een STAK maakt het mogelijk om de twee kernelementen van een aandeel structureel van elkaar te scheiden: het stemrecht (zeggenschap) en het economisch recht (dividend). Het bestuur van de STAK beheert de gecertificeerde aandelen en oefent het stemrecht uit. Dat bestuur wordt meestal gevormd door de dga, zonodig aangevuld met externe deskundigen. Meestal behoudt hij of zij echter de bestuurlijke macht en bestaat de stichting hoofdzakelijk op papier. De STAK wordt dan pas actief als de dga wegvalt.
Inherente belangentegenstellingen
Er kunnen dan gemakkelijk problemen ontstaan. De oprichting van een STAK leidt tot een verandering van de rollen van de verschillende partijen binnen het familiebedrijf. Eigenaarschap, persoonlijk/familiebelang en bedrijfsbelang verschuiven immers (deels) van de dga-rol naar verschillende personen. De inherente belangentegenstellingen vormen een bron van potentieel conflict. Het is daarom van belang deze rollen goed af te bakenen en de verschillende belangen in balans te houden. De statuten van de STAK bieden hierbij vaak wel enige houvast, net als de reglementen voor de besluitvorming, maar er is vaak nog steeds sprake van een hiaat: hoe wordt omgegaan met de potentiële belangentegenstellingen tussen bedrijf(sleiding) en familieleden?
Heldere afspraken vastleggen
De oprichting van een STAK waarborgt op zichzelf dan ook nog geen goed bestuur. Naast de juridische structuur moeten er heldere afspraken zijn vastgelegd waarbinnen de verschillende governancepartijen zich bewegen. Hiervoor kan het opstellen van een familiestatuut een oplossing zijn. Daarin worden afspraken vastgelegd over de relatie tussen familie, eigendom en bedrijf, bijvoorbeeld over zeggenschap, besluitvorming en de communicatie- en overlegstructuur.
Een praktijkvoorbeeld
Een dga wil zijn bedrijf in goede handen achterlaten voor het geval hij of zij om welke reden dan ook plotseling wegvalt. Gezien de complexe familierelaties en om latere conflicten te voorkomen, besluit hij een STAK op te richten. Het bestuur van de STAK bestaat uit de dga en een tweetal externe deskundigen.
In de statuten wordt notarieel vastgelegd hoe de STAK acteert, wie welke bevoegdheden heeft en hoe die worden uitgeoefend. Tevens worden er administratievoorwaarden vastgelegd, waarin de verhouding tussen de STAK en de certificaathouders wordt geregeld, inclusief de bijbehorende rechten en plichten. Er wordt echter voor gekozen om geen familiestatuut en certificaathoudersovereenkomst op te stellen. De statuten van de vennootschap zelf worden voldoende geacht.
Na het wegvallen van de dga, wordt de STAK pas echt actief. Een lid van de familie neemt diens plaats in als bestuurder, aangevuld met een lid van de directie van de onderneming. Door het ontbreken van een familiestatuut en een certificaathoudersovereenkomst zijn er echter geen afspraken vastgelegd over de besluitvorming, leiding en eigendom, de communicatie daarover en de afstemming met en tussen de belanghebbende familieleden.
Na verloop van tijd ontstaat er binnen de familie onenigheid over de familiebestuurder van de STAK. Verder proberen verschillende familieleden via STAK-bestuur, directie en de in een latere fase ingestelde rvc (formeel en informeel) invloed uit te oefenen op de koers van het bedrijf. Ook ontstaat er onenigheid over de frequentie en de aard van communicatie over de besluitvorming en de resultaten. De spanningen over de wijze waarop de verschillende familieleden met het bedrijf wensen om te gaan lopen hierdoor hoog op.
In gezonde governanceverhoudingen is de directie verantwoordelijk voor de strategie en de uitvoering van het beleid, houdt de rvc toezicht, beheert het STAK-bestuur de aandelen – plus het stemrecht om de continuïteit van de onderneming te waarborgen – en hebben de certificaathouders economische rechten (en in enkele gevallen ook specifiek stemrecht). Deze structuur zorgt voor een scheiding en evenwichtige belangenbehartiging van eigendom, bestuur en toezicht. Dat is de essentie van goed bestuur en draagt bij aan de stabiliteit van de onderneming.
Door het conflict binnen de familie beginnen de rollen van het STAK-bestuur, de certificaathouders, de raad van commissarissen en de directie echter door elkaar te lopen. Alle governancegremia worden meegesleept in de familieruzie. Uiteindelijk wordt de positie van de familiebestuurder binnen de STAK onhoudbaar. Deze wordt vervangen door een externe bestuurder om de rust te laten wederkeren. Hiermee is de familie haar directe vertegenwoordiging in het STAK-bestuur kwijt, iets wat nooit de bedoeling kan zijn geweest.
Voorwaarden voor goed bestuur met meerdere eigenaren
Ten eerste is het belangrijk om vooraf goed na te denken en vast te leggen hoe de familie met het bedrijf wenst om te gaan. Een familiestatuut (eventueel aangevuld met een certificaathoudersovereenkomst) is hierbij essentieel. Dit voorkomt ruis op de lijn binnen de rol die de STAK-bestuurder vanuit de familie moet vervullen. De noodzaak van het opstellen van heldere administratievoorwaarden en statuten van de STAK is hierboven al besproken.
Het STAK-bestuur kan potentiële conflicten met en tussen certificaathouders over zeggenschapsrechten, informatievoorziening en (dividend)beleid proberen te voorkomen door:
- frequente communicatie en transparantie over beleid en resultaten;
- het regelmatig houden van certificaathoudersvergaderingen;
- een adviserende rol of stemrecht bij majeure beslissingen voor certificaathouders.
Denk verder na over hoe wordt omgegaan met meningsverschillen binnen de (familie-)kring van certificaathouders. Zo kan vermeden worden dat certificaathouders verdeeld raken en door een conflictueuze relatie – onderling of met het STAK-bestuur en de andere governancepartijen – uiteindelijk hun invloed verliezen. Daarbij helpt het als de rolverdeling tussen de verschillende governancepartijen helder en goed afgebakend is.
Voorkom weeffouten in de governance
Voor het bestuurbaar houden van familiebedrijven met spreiding in eigendom is het (deels) splitsen van economisch recht en stemrecht door het opzetten van een STAK een goede optie. Het is noodzakelijk om daarbij te kiezen voor een formele en gestructureerde aanpak en duidelijke afspraken (notarieel) te laten vastleggen in een familiestatuut en certificaathoudersovereenkomst. Het risico van potentieel conflict binnen en met de familie moet vooraf onderkend en zo goed mogelijk gemitigeerd worden.
Weeffouten in de governance kunnen leiden tot verdeeldheid tussen de betrokken partijen, een verschuiving van rolvastheid naar rolvervaging, verlamming van de besluitvorming en stuurloosheid. Uiteindelijk kan dat de continuïteit van het bedrijf bedreigen. Goed bestuur is dan ook cruciaal om groeiende familiebedrijven te voorzien van een robuuste basis voor een gezonde toekomst.
Klik hier voor contact met Peter van den Bent.