Hoe het nieuwe bestuur van de BV Nederland de toezichthouder buitenspel zet
Het kabinet-Schoof wil een asielcrisis uitroepen via een noodingreep: het buiten werking stellen van een deel van de Vreemdelingenwet. Daardoor kan het kabinet meteen strengere asielmaatregelen doorvoeren, zonder dat het parlement zich daar eerst over hoeft te buigen. Dat gebeurt pas achteraf. Het buitenspel zetten van de toezichthouder is echter nooit een goed idee. Niet in het bedrijfsleven en niet in de politiek.
De eerste honderd dagen zijn een begrip: voor pas gekozen presidenten en voor net benoemde ceo’s. In die pakweg eerste drie maanden na de verkiezingen of benoeming heeft de nieuwe man of vrouw tijd om na te denken over de andere koers die hij of zij wil varen. Voor premier Dick Schoof was dat extra belangrijk, omdat er na de verkiezingen slechts een hoofdlijnenakkoord lag en nog geen regeerprogramma. Dat werd pas na het zomerreces gepresenteerd, vlak voor Prinsjesdag.
Investeren in aantrekkelijk vestigingsklimaat
Het bedrijfsleven kan gepast blij zijn met het kabinet-Schoof, gezien de aanpak van regeldruk en de aangekondigde lastenverlichting. Zo worden maatregelen als de verlaging van de MKB-winstvrijstelling, een verhoging van de energiebelasting en de geplande tariefverhoging in box 2 teruggedraaid. Ook wordt er volgens het regeerprogramma weer geïnvesteerd in een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor Nederland. De plannen voor belasting op de inkoop van eigen aandelen worden teruggedraaid. Ook ligt er een voorstel om de versobering van het belastingvoordeel voor expats bijna helemaal terug te draaien, mede onder druk van bedrijven als chipmachinefabrikant ASML: het percentage van het loon van expats waarover de eerste jaren geen belasting wordt geheven zou nu per 1 januari 2027 van 30 naar 27 procent gaan (in plaats van te worden afgebouwd naar 10 procent). Dat is ook goed nieuws voor buitenlandse commissarissen, die vaak dankbaar gebruikmaken van de regeling.
Terug naar de top-5
Nederland moet weer tot de top-5 landen met de beste concurrentiepositie gaan behoren, zo luidt de ambitie van het nieuwe kabinet. Opmerkelijk is dan wel dat er tegelijkertijd fors wordt bezuinigd op onderwijs, bijvoorbeeld één miljard euro op hoger onderwijs en wetenschap. Dat kan op de lange termijn juist leiden tot een ondermijning van Nederland als kenniseconomie.
Spreek Nederlands met me
Een ander thema is (arbeids)migratie: die wil het nieuwe kabinet terugdringen. Net als de instroom van buitenlandse studenten en de verengelsing van hogescholen en universiteiten. Dat gaat juist weer in tegen het belang van een bedrijf als ASML, waar 124 nationaliteiten werken. ‘De hele technologie-industrie spreekt Engels. Je kan een internationale student die bij ons komt werken niet vragen om de Nederlandse taal machtig te zijn’, zei toenmalig ASML-topman Peter Wennink – inmiddels commissaris bij VDL Groep, Heineken en TU Eindhoven – vorig jaar bij Nieuwsuur. Het kabinet wil overigens vooral de arbeidsmigratie in de lagere sectoren van de markt terugdringen. Dat is conform de commissie-Van Zwol. Die adviseerde begin dit jaar om in het arbeidsmigratiebeleid het accent te leggen op de kenniseconomie, in sectoren met een hoge toegevoegde waarde voor Nederland.
Noodingreep
Het thema migratie heeft inmiddels ook geleid tot een governance-dilemma. Het nieuwe kabinet wil namelijk een asielcrisis uitroepen via een noodingreep. Daardoor komt het parlement – die de regering controleert – in eerste instantie buitenspel te staan. Je kunt dat een beetje vergelijken met een raad van bestuur, die een majeure beslissing neemt, zonder de raad van commissarissen te raadplegen. Het gaat hier echter niet om een reorganisatie of een overname, maar om een uiterst gevoelig politiek thema.
Uitroepen asielcrisis
Wat behelst het kabinetsplan precies? We volgen even de uitleg in Het Financieele Dagblad: ‘Het kabinet wil gebruikmaken van een soort nooduitgang in de wet. In ‘buitengewone omstandigheden’ is het mogelijk een deel van de Vreemdelingenwet buiten werking te stellen. Dat doet de minister-president bij ‘koninklijk besluit’. Schoof hoeft zo’n besluit niet eerst voor te leggen aan het parlement, dat dus in eerste instantie niet met het uitroepen van de asielcrisis kan instemmen. Vervolgens biedt de wet ruimte om nieuwe asielregels te maken met — in jargon — algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Zo wil het kabinet de asielvergunning voor onbepaalde tijd afschaffen en ruimere mogelijkheden krijgen om iemand te bestempelen als direct gevaar voor Nederland, waardoor die moet vertrekken (de ongewenstverklaring). De Raad van State, de belangrijkste regeringsadviseur, brengt wel (een niet-bindend) advies uit over de AMvB’s.’
‘Wat kan wél?’
Premier Schoof gaf in dezelfde krant echter aan weliswaar naar adviezen te luisteren, maar als kabinet eigen keuzes te maken. Net zoals een raad van bestuur het advies van de rvc naast zich neer kan leggen. ‘Onze inschatting is dat het kan’, zei Schoof over de noodingreep. Zijn ploeg hanteert liever het adagium ‘wat kan wél?’, in plaats van ‘kan niet’.
Ja maar-mentaliteit
Dat is op zichzelf lovenswaardig. We kennen allemaal de ‘ja maar-mentaliteit’: denken in beperkingen in plaats van denken in mogelijkheden. Maar het is de vraag of noodwetgeving die is bedoeld voor 'buitengewone omstandigheden', zoals een natuurramp, een oorlog of pandemie, mag worden gebruikt voor een sluiproute in het asielvraagstuk. Is er wel sprake van een asielcrisis? En is een noodwet wel voldoende juridisch onderbouwd? Waarom zet het kabinet niet in op een daadwérkelijk oplossingsgerichte en bedrijfsmatige aanpak: via de (wél via een democratisch proces tot stand gekomen) Spreidingswet meer structurele en kleinschalige opvanglocaties door heel Nederland creëren en er vervolgens kordate (interim) managers op zetten om de boel snel en goed te organiseren. Of waarom wordt er anders niet gekozen voor een spoedwet?
Niet op eigen houtje
Terug naar governance: het buitenspel zetten van de toezichthouder is nooit een goed idee. Niet in het bedrijfsleven en niet in de politiek. Niet in een going concern-situatie en niet tijdens een crisis. Een raad van bestuur kan en mag nooit op eigen houtje belangrijke besluiten nemen, buiten de rvc om. Bij een crisis schuift de rvc juist díchter naar het bestuur toe. Het toezicht wordt geïntensiveerd, de raad wil nauwer betrokken worden bij het oplossen van de problemen door het bestuur en kunnen ingrijpen als dat nodig is.
Countervailing power
Ook de raad van bestuur van de BV Nederland mag niet buiten de toezichthouder om acteren: het parlement moet het kabinet controleren, ter verantwoording roepen en bewindslieden kunnen terugfluiten. Countervailing power is er niet voor niets. Het kan het bestuur – van bedrijven of van de BV Nederland – behoeden voor majeure vergissingen. Het democratisch proces moet zijn loop kunnen hebben en dat is niet het geval wanneer de Tweede Kamer niet kan stemmen over de noodingreep.
Terug naar de tekentafel
Dat kan alleen achteraf. Het kabinet moet de noodmaatregelen namelijk wel zo snel mogelijk, binnen drie maanden, aan het parlement voorleggen. We volgen het FD nog even: ‘Om de asielregels in de lucht te houden, moet het parlement wel instemmen met een zogeheten ‘voortduringswet’. Ook daarover brengt de Raad van State advies uit.’ Als dat advies negatief is, dan geeft NSC geen akkoord voor het kabinetsplan, zo gaf Nicolien van Vroonhoven, plaatsvervangend fractievoorzitter van NSC, aanvankelijk aan in de Volkskrant, om dat later weer af te zwakken. Ze zou hebben bedoeld dat het kabinet dan ‘terug naar de tekentafel’ moet.
Principes verloochend
De NSC was juist de partij die voortdurend hamerde op het belang van goed bestuur en een krachtige rol van de Tweede Kamer: controleren en de regie houden. Van Vroonhoven lag in het tweedaagse debat tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen aanvankelijk dan ook zwaar onder vuur. Volgens de oppositie verloochent de partij van Pieter Omtzigt met de noodingreep de eigen principes. ‘Als NSC hiervoor tekent, is het alsof de VVD opeens zegt: “We gaan de hoogste inkomens met 90 procent inkomensbelasting treffen.” U ondergraaft de fundamenten waarop uw partij is opgericht’, zei GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans (geciteerd op Nu.nl)
Zwartgelakte passages
Van Vroonhoven was echter ook degene die de oppositie aanzette tot een verzoek om informatie aan het kabinet, waar ze zich vervolgens zelf ook achter schaarde. De asielstukken kwamen er uiteindelijk, aanvankelijk met zwartgelakte passages. Uit die documenten kwam naar voren dat het ministerie van Binnenlandse Zaken uitermate kritisch staat tegenover het kabinetsplan voor noodwetgeving, er werd gewaarschuwd voor de wankele juridische basis. De noodregeling zou volgens het ministerie met succes kunnen worden aangevochten bij de rechter.
Haal- en brengplicht
Ook hier is tot op zekere hoogte weer een parallel te trekken met de relatie tussen het bestuur en de raad van commissarissen in het bedrijfsleven. Daar draait het immers eveneens om informatie: het bestuur moet de rvc goed informeren, maar de raad heeft ook de verantwoordelijkheid om het bestuur actief te bevragen en om de benodigde informatie te verzoeken. Bovendien moeten commissarissen zelf actief op zoek gaan naar bronnen, om de informatie van het bestuur in perspectief te kunnen zetten. Naast een brengplicht is er ook een haalplicht. Zwartgelakte pagina's kunnen we ons niet zo snel voorstellen in de boardpacks, daar zou ook geen rvc genoegen mee nemen. Maar ook bijvoorbeeld een informatiebombardement door het bestuur kan een effectief middel zijn om bepaalde gegevens te verhullen voor de toezichthouders. Wat dat betreft vinden we politiek niet alleen in Den Haag, maar ook in boardrooms.
Herontwerp goed bestuur
Ondanks de negatieve ambtelijke adviezen, alle weerstand van de oppositie in de Tweede Kamer en een motie om te kiezen voor een alternatieve route, hielden het kabinet en de coalitie aan het einde van het debat toch vast aan het plan om via het noodrecht een asielcrisis uit te roepen. Uiteindelijk zal het kabinet echter waarschijnlijk inderdaad terug naar de tekentafel moeten. Dat geldt misschien niet alleen voor de aanpak van de asielcrisis, maar voor de hele bestuursstructuur en -cultuur in de huidige verhoudingen tussen kabinet en parlement. Zo’n tien jaar geleden (in 2003) verscheen het boek Back to the Drawing Board. Designing Corporate Boards for a Complex World. Auteurs Colin B. Carter en Jay Lorsch presenteerden in deze governance-klassieker een strategisch herontwerp van boards, om ze effectiever te laten acteren in tijden van crisis en verandering en beter opgewassen te laten zijn tegen 21e-eeuwse uitdagingen. Wie weet, bevat het ook nuttige inzichten voor het bestuur van de BV Nederland. Het lijkt ons een aanrader voor op het nachtkastje van premier Schoof.