Hoe voorkom je belangenverstrengeling in de museumwereld?

Best practice

Toezicht houden in de museumbranche: hoe werkt dat eigenlijk? Welke richtlijnen, codes en regels zijn er? Wat zijn de mogelijke valkuilen? Een kunstliefhebber of mecenas in een bestuur: kan dat eigenlijk wel en hoe voorkom je mogelijke belangenverstrengeling? En welke lessen zijn er te trekken uit de casus van het Stedelijk Museum Amsterdam? Een analyse van Annemieke Vermeulen, burgemeester van Zutphen en zelf toezichthouder in de culturele sector.

Belangenverstrengeling

Musea hebben in de meeste gevallen te maken met het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad, aan vriendenstichtingen, et cetera. Ook spelen er belangen van bruikleengevers. Er is sprake van gemeenschapsgeld en zeker ook van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarom is transparant en ongebonden toezicht van belang.

Incidenten bij musea kunnen rekenen op veel media-aandacht en hebben daardoor een grote kans op reputatieschade. Voorbeelden hiervan zijn het Scheepvaartmuseum, Museum ’t Valkhof en het Stedelijk Museum Amsterdam. Reputatieschade is altijd bijzonder vervelend, maar zeker in de museale wereld waar het van levensbelang is subsidie te krijgen en men afhankelijk is van fondsen, zijn transparantie en het naleven van de codes een vereiste.

Codes en belangenbehartiging

De museale wereld heeft een eigen code: de Governance Code Cultuur (2019). Dit biedt een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. De code bevat 8 principes en zijn bedoeld voor een raad van toezicht. De code is ook geschikt voor andere bestuursvormen. Principe 3 stelt: bestuurders en toezichthouders zijn onafhankelijk en handelen integer. Ze zijn alert op belangenverstrengeling, vermijden ongewenste belangenverstrengeling en gaan op transparante en zorgvuldige wijze om met tegenstrijdige belangen.

Daarnaast is er de ICOM ethische code Musea: een hulpmiddel voor musea dat houvast biedt op vlakken waar nationale wetgeving tekortschiet, bijvoorbeeld bij aankoopprocedures. Deze code is niet zozeer bedoeld voor leden van een rvt maar vooral voor museummedewerkers en de directie.

Verder kent de sector het bureau Cultuur en Ondernemen. Zij zijn er voor de kunstenaars en creatieve makers. Voor de zakelijk leiders, medewerkers, bestuurders en toezichthouders. Zij hebben bijvoorbeeld een onderzoek gedaan naar mogelijke misstanden bij Museum het Valkhof te Nijmegen. Een belangrijke conclusie uit dit rapport is ‘hoe een culturele instelling omgaat met de code en welk gedrag men vertoont is net zo belangrijk als het naleven van de principes van Good Governance’.

Kwaliteit toezicht verbeteren

Voorts is er de Nederlandse Vereniging toezicht cultuur (NVTC), een beroepsvereniging die de kwaliteit van het interne toezicht bij culturele instellingen verder wil verbeteren. Uit het rapport Governance in cultuur, Stand van zaken 2016 blijkt onder meer dat toezichthouders in de culturele sector op onderdelen hun taak minder zwaar opvatten dan commissarissen in andere sectoren.

Ook de Raad van Cultuur constateerde in het Advies culturele basisinfrastructuur (BIS) 2017- 2020 dat bij veel instellingen good governance onderbelicht blijft. In hun rapport voor de periode 2021-2024 staat te lezen dat ‘de minister de lat hoger wil leggen op het gebied van governance, fair practice, diversiteit en inclusie’. De drie codes (Code Diversiteit en Inclusie, Governance Code Cultuur en Fair Practice Code) moeten worden toegepast en men moet uitleggen hoe ze er in de praktijk mee omgaan. Ze gelden als absolute weigeringsgrond om in aanmerking te komen voor Rijkssubsidie. Ook wordt geconcludeerd dat de Governance Code behoorlijk is ingedaald.

Casus Stedelijk Museum Amsterdam

De casus van het Stedelijk Museum Amsterdam (SMA) (2018) biedt veel praktijkmateriaal. Als bron daarvoor kan het uitgebreide onderzoek van de gemeente Amsterdam dienen: Onderzoek naar Governance en de WNT bij het Stedelijk Museum Amsterdam. Daaruit komt het beeld naar voren van een vrij gesloten old boys network met een voorkeur voor vermogende kunstliefhebbers in de rvt.

Het Stedelijk Museum Amsterdam kwam prominent in de publiciteit (2018) na het ontslag van Beatrice Ruf, een van de twee directeuren. Er was een kwestie over haar nevenfuncties en forse sommen geld die hiermee gemoeid waren. Uit het lijvige onderzoeksrapport komen feiten en aanbevelingen naar voren. We beperken ons hier met name tot de mogelijke belangenverstrengeling van de leden en de voorzitter van de raad van toezicht.

Cultureel ondernemerschap

Het SMA is in 2005 extern verzelfstandigd. Alle museale taken werden ondergebracht in de privaatrechtelijke Stichting Stedelijk Museum Amsterdam met een bestuur en rvt die onafhankelijk waren en zijn van de gemeente Amsterdam. Het gebouw en de collectie bleven eigendom van de gemeente Amsterdam. Nieuwe aanwinsten voor de collectie worden in beginsel ook eigendom van de gemeente. De verzelfstandiging had ten doel dat het SMA op grotere afstand van de gemeente bedrijfsmatiger kon opereren, daarmee efficiënter kon werken en beter externe financiering aan kon trekken. Cultureel ondernemerschap werd hiermee bevorderd.

Er is een Kunstenplan waarin staat beschreven dat het SMA zich moet houden aan de Governance Code Cultuur en de Ethische Code voor Musea van The International Council of Museums (ICOM). De gemeente verwacht in het jaarverslag een toelichting hoe de instelling de codes heeft nageleefd (pas toe en leg uit) en de rvt daarop heeft toegezien.

De rvt kent in de periode van het onderzoek importante leden. Drie leden van de rvt komen ook prominent voor in de lijsten van hoofdbegunstigers respectievelijk principale begunstigers van het SMA. Enkele leden van de rvt zijn kunstverzamelaar.

Tegenstrijdige belangen beoordelen

Ook is er het Stedelijk Museum Fonds: een stichting waarin particulieren participeren die het museum substantieel en voor langere termijn steunen. Dit fonds heeft een eigen bestuur. Waaronder drie leden die ook in de raad van toezicht zitten. Hiervan wordt geen melding gemaakt in het jaarverslag van het Stedelijk Museum. Volgens de Governance Code is er een speciale procedure om tegenstrijdige belangen te beoordelen en daarover beslissingen te nemen. De code wordt niet helemaal gevolgd. Er zijn wel gesprekken over mogelijke belangenverstrengeling bij grote schenkingen maar de gesprekken zijn dan met de gulle gever als lid van de raad van toezicht erbij. Dit is niet cf. de code.

De rvt heeft veel tijd en aandacht besteed aan governance. In een belangrijk document, de Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, worden 17 casusposities besproken met betrekking tot allerlei soorten van transacties en de al dan niet aanvaardbaarheid ervan. Er is een schenkingsprocedure en een collectieplan. De onderzoekers gaan dieper in op het begrip belangenverstrengeling: het woord belangenverstrengeling heeft een negatieve connotatie. Toch is belangenverstrengeling niet per definitie onaanvaardbaar en afkeurenswaardig.

Volledige openheid

Belangenverstrengeling kan ongewenst en verboden zijn maar ook nuttig en vruchtbaar en zelfs nastrevenswaardig. Belangenverstrengeling is niet hetzelfde als belangentegenstelling. Bij mogelijke belangentegenstelling gelden regels. Te beginnen met de Nederlandse wet. Die schrijft voor dat een directielid of lid rvt niet deelneemt aan beraadslagingen bij een mogelijk onderwerp wat belangenverstrengeling kan raken. Ook volledige openheid over de gang van zaken is een eis.

Een eigen belang is niet per se een tegenstrijdig belang. De belangen van een persoon en een stichting kunnen parallel lopen. Je moet je taak naar behoren uitoefenen en in het belang van de stichting. De handelwijze van stichtingen wordt regelmatig getoetst door de Ondernemingskamer. In recente uitspraken heeft de Ondernemingskamer bevestigd dat de eisen die worden gesteld aan het omgaan met een tegenstrijdig belang verder gaan dan slechts het vermijden van een persoonlijk tegenstrijdig belang, maar ook het waarborgen van bredere principes vereist. Het reglement van de rvt moet regels bevatten over het omgaan met tegenstrijdige belangen.

Conclusies en aanbevelingen

Toezichthouders in de culturele sector moeten hun taak serieus nemen en dit professioneel oppakken. Diversiteit & inclusie is een aandachtspunt. Veelal is er sprake van een old boys network. Dit brengt wellicht ook met zich mee dat er informeel wordt bestuurd en veel zaken (blijkens het rapport over de SMA) worden besproken buiten de vergaderingen van de rvt om. De vijver waarin gevist wordt zou groter moeten. Niet voor niets heeft de gemeente Amsterdam bij het SMA aangedrongen om als gemeente meer invloed te hebben op de benoeming van nieuwe leden van de rvt.

Een fatsoenlijke beloning hoort hier ook bij. Dit zou in deze branche usance moeten worden. Ook dat kan wellicht bijdragen aan een bredere kring gekwalificeerde mensen waaruit geput kan worden. Natuurlijk is geld vaak het probleem bij de culturele sector. In die zin verdient het aanbeveling als subsidiegevers als Rijk, Provincie of Gemeente dit financieel mogelijk maken en ook eisen dat er bij culturele instellingen professioneel toezicht plaatsvindt.

Pas toe en leg uit

Wat toezicht houden bij musea bijzonder kan maken is belangenverstrengeling in de rol als mecenas en tevens als lid raad van toezicht. De casus bij het SMA leert dat de code op dat punt echt expliciet moet worden nageleefd: als het gaat om schenkingen of bruiklenen moeten de overige leden van de rvt beslissen of dit past binnen de visie van het museum. Belangenverstrengeling is niet negatief als bovenstaande wordt nageleefd. Het gaat om het echt naleven van de Governance Code: pas toe en leg uit.

De Raad voor cultuur ziet dat de instellingen (te) weinig woorden wijden aan hoe zij zich tot de codes verhouden. Instellingen zijn ook weinig transparant over knelpunten of verbeterpunten. Codes en de discussies hierover blijven van ondergeschikt belang. De Governance code wordt volgens de Raad voor Cultuur weinig zelfkritisch en doorgaans erg beknopt beschreven. Soms is er te weinig distantie tussen toezichthouders en directie en kunnen de afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden scherper worden vastgelegd. Ook is het zaak zowel de bedrijfsmatige als de artistiek-inhoudelijke expertise in het toezicht te borgen en oog te blijven houden voor de schijn van ongewenste belangenverstrengeling.

De cultuursector is ongelooflijk leuk en van wezenlijk belang voor onze samenleving. Zoals Ann Demeester (voormalig directeur Frans Hals Museum en sinds kort directeur van Kunsthaus Zürich) het zo treffend zei: de kunst- en cultuursector is essentieel, behoort bij de schijf van vijf. Dan verdient deze sector ook professioneel toezicht.

Annemieke Vermeulen schreef dit artikel als eindopdracht voor de Leergang Board Potentials van NR - de governance expert.

Klik hier voor contact met Annemieke Vermeulen.

Gebruikte literatuur

  • Zinvol toezicht begint met inzicht, toolkit commissariaat, NR Governance, 2021.
  • Governance Code Cultuur, 2019.
  • Rapport Governance en de WNT bij het Stedelijk Museum Amsterdam , J.A.J. Peeters en S.E. Eisma, 2018.
  • Position Paper, Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen 2015-2018.
  • Ethische code voor musea, ICOM code (ICOM code of ethics for museums), 2004.
  • Onderzoeksrapport Museum Het Valkhof, team Governance Cultuur en Ondernemen, 2018.
  • Rapport Governance in cultuur, stand van zaken 2016, Nederlandse Vereniging Toezicht Cultuur (NVTC), 2016.
  • Advies BIS 2017 – 2020 Raad voor Cultuur.
  • Advies BIS 2021 – 2024 Raad voor Cultuur.