Intuïtie in de Boardroom

Bestaat er goede en slechte intuïtie?
Column

Zoals overal is intuïtie ook in de boardroom volop aanwezig. Is dat wenselijk of af te raden? Bestaat er goede en slechte intuïtie? In zijn maandelijkse column analyseert Anthon van der Horst (GITP Executive Expertise) het fenomeen intuïtie. Over verplichte zelfevaluatie en intuïtie onder een vergrootglas leggen. ‘Toezichthouders moeten het vaak – anders dan bestuurders – met minder dagelijkse waarnemingen doen.’

Intuïtie

Als ik in mijn coachingspraktijk aan een bestuurder vraag of deze zijn/haar intuïtie gebruikt, is het antwoord vaak vol trots: ‘ja natuurlijk’. De bestuurders die ik spreek zien het als een kracht dat zij hun intuïtie durven gebruiken. Bestuurders hebben als groot voordeel boven een toezichthouder dat zij dagelijks met de uitdagingen waarvoor zij staan bezig zijn en hun intuïtie vaak kunnen toetsen aan de realiteit. Een toezichthouder moet het met veel minder dagelijkse waarnemingen doen en zal ook voorzichtiger zijn om consequenties te verbinden aan de eigen intuïtie. Waarom? Er zijn verschillende definities van intuïtie, maar grosso modo komt het er op neer dat iemand die spreekt over zijn/haar intuïtie dat koppelt aan een situatie waarin hij/zij zich een oordeel vormt dat niet is gebaseerd op een uitgebreide analyse of een serie waarnemingen. Het gebeurt snel, gaat meestal samen met een gevoel en leidt tot een oordeel, zonder rationele onderbouwing. Dat oordeel kan vervolgens leiden tot een actie. Iemand die trots is op zijn/haar intuïtie zal van zichzelf vinden dat die acties gebaseerd op intuïties het juiste effect hebben gehad.

Eigen gevoelens kennen

Essentieel onderdeel van intuïtie is daarom de ervaring en kennis die in het verleden is opgedaan. Maar minstens zo belangrijk is dat u deze intuïtie bij uzelf waarneemt. Voelt u het interne signaal, herkent u dat gevoel dat u altijd krijgt als u … Of schuift u dat terzijde? Hoe goed kent u uw eigen gevoelens om te weten dat datgene wat u voelt, relevant is en moet leiden tot actie? Bent u nagegaan of uw eerdere intuïties klopten? Met andere wat zeggen uw intuïties over de situatie waarin u zich bevindt? Intuïtie is gevormd/gevoed door bewuste ervaringen, gevoelens en gedachten, wordt getriggerd door onbewuste herkenning van een situatie en presenteert zich ‘instant’ op basis waarvan u een besluit kunt nemen.

Het brein

Het is wel goed enkele wetenswaardigheden over het brein hierbij betrekken. Daniel Kahneman zegt in zijn boek het Feilbare Brein dat er twee soorten denk- en keuzeprocessen zijn. De eerste gaat snel en zonder er echt bij na te denken. Je zou kunnen zeggen dat is een lui systeem en lost problemen snel op. Hij noemt het systeem 1. Dit systeem is minder geïnteresseerd in de juistheid van het besluit, maar wil vooral rust in de (brein)tent. Systeem 2 is rationeel, controleert het eerste en het kost energie en daarmee inspanning.  Dit systeem bestaat, omdat het eerste systeem er regelmatig naast zit, vooral als de problematiek complex is. Naast rust in de tent, willen we ook dat de tent blijft bestaan of zich zelfs ontwikkelt. Het eerste systeem lijkt op intuïtie. Het gaat snel en zonder bewuste afwegingen. Het tweede is rationeel, wetenschappelijk en bewust. Alleen, is het eerste systeem gelijk te schakelen aan intuïtie? Toch niet, want intuïtie ontstaat op basis van ervaringen die niet meer zo bewust aanwezig zijn, maar wel degelijk op ratio gebaseerd kunnen zijn. Wel heeft intuïtie het probleem dat het beïnvloed wordt door met name emoties. Die verstoren de ‘goede’ intuïtie. Emoties zijn sterk individueel en duwen als het ware de logica naar het tweede of derde plan.

Goed of niet

Wat betekent dit nu? Is intuïtie nu wel of niet goed? Wat ik zou willen noemen ‘goede intuïtie’ komt voort uit gestolde bewuste ervaringen. En ervaringen kunnen, naast zintuigelijk, ook bestaan uit gevoelens, gedachten en/of gebeurtenissen. Bijvoorbeeld als ik me afvraag of ik een moeilijke opdracht moet aanvaarden, dan weet ik op voorhand dat ik stress krijg tijdens die opdracht en de anticipatie op die stress maakt me bij het nadenken over het aanvaarden van de opdracht onzeker. Maar ik weet ook dat ik het heel leuk vind om mezelf uit te dagen, sterker dat heb ik nodig. Zonder die stress ontwikkel ik me niet en is mijn leven uiteindelijk saai waar ik depressief van word. Dan voel ik (de vervelende) onzekerheid, maar weet dan intuïtief dat ik die opdracht juist moet doen. Als ik alleen de onzekerheid zou voelen, zonder te weten dat die staat voor iets wat ik juist wil, dan zou ik de opdracht afslaan.  Een voorbeeld van rationele intuïtie!

Vergrootglas

Goede intuïtie ontwikkelt zich door te reflecteren op de eigen intuïtie, door deze onder een vergrootglas te leggen. U zult uw intuïtie moeten valideren. Het blijft daarom zaak nieuwe ervaringen naar aanleiding van het intuïtief genomen besluit toe te voegen. Dat vraagt een zelfkritische, reflecterende houding, waarin u blijft kijken naar uw eigen oordelen en besluiten en nieuwe ervaringen durft toe te voegen, ook als deze niet aansluiten bij de eerdere ervaringen. Eigenlijk vraagt het van u als bestuurder of toezichthouder dat u reflecteert, kunt uitzoomen en naar uzelf kunt kijken. Dat u uw intuïtie gebruikt, maar uw intuïtief genomen besluiten ook evalueert. En in zekere zin is dat een open deur. Maar het maakt duidelijk dat ook langs de lijn van de psychologie van intuïtie duidelijk is dat de verplichte zelfevaluaties noodzakelijk zijn.

Voor direct contact met Anthon van der Horst, kijk hier.