Contacten met OR zijn doorgaans goed, maar:

Er zit ruimte in de governance driehoek (rvt/rvb/OR)
Samen van Waarde

Een OR-voordrachtscommissaris in de rvt is in veel sectoren nog niet gebruikelijk. Uit onderzoek van de NVTZ blijkt dat bij niet meer dan de helft van de respondenten de OR een rol speelt bij de benoeming van een nieuw lid voor de rvt. Terwijl de governancecode en de Wet op de ondernemingsraden (WOR) mogelijkheden bieden om in de driehoek samen te werken. En is de bindende voordracht achterhaald?

In 2017 verscheen de NVTZ-gids ‘Samen van Waarde’. Daarin wordt beschreven hoe raden van toezicht zich tot belanghebbenden zoals medewerkers kunnen verhouden. Omdat de NVTZ het belangrijk vindt om te weten hoe en in welke mate raden van toezicht actief zijn met de ondernemingsraad (OR) als belanghouder, heeft de NVTZ in 2018 aan haar leden gevraagd hoe zij aankijken tegen een voordrachtscommissaris vanuit de OR. Zodra een voordrachtscommissaris lid is van de raad van toezicht, neemt hij/zij zonder last en ruggespraak zitting in de raad en houdt hij toezicht op alle aspecten van de organisatie, dus ook het medewerkersperspectief. Daarmee kan hij geen belangenbehartiger zijn van de OR. Dit heeft met rolvastheid te maken in de samenwerking in de governance driehoek (rvt – raad van bestuur - OR). In januari 2018 was 28% van de respondenten voorstander van een voordrachtscommissaris tegenover 56% die aangaven geen voorstander te zijn. Bij 15% van de raden die reageerden, was een lid van de raad voorgedragen door de OR. Enerzijds vond men dat de stem van professionals beter gehoord wordt door een voordrachtscommissaris en anderzijds waren er geluiden dat de bindende voordracht achterhaald is en het de taak van de rvt is om een medewerkersperspectief te hebben.

Invloed belanghebbenden

De afgelopen twee jaar is er veel aandacht geweest voor medezeggenschap van zowel de client als de medewerker. Zo treedt op 1 juli de nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) in werking. En hebben de Alliantie voor medezeggenschap en governance en het LOMOZ OR-platform voor Zorg & Welzijn speciaal aandacht voor de relaties binnen de ‘Governance Driehoek’ van de OR, rvt en rvb. In 2019 heeft de Innovatie en Adviescommissie (IAC) van de Branchorganisaties zorg (Boz) een rapport uitgebracht over de eerste ervaringen met de zorgbrede governancecode, daarin is vanzelfsprekend aandacht besteed aan het derde principe: invloed belanghebbenden. Aangaande de rol van de ondernemingsraden bleek dat de bekendheid over de code laag is bij ondernemingsraden en dat het niet vanzelfsprekend is dat het gesprek over governance met de OR wordt gevoerd. De IAC concludeert dat kennis van governance bij ondernemingsraden gewenst is en adviseert om binnen de ‘Governance Driehoek’ meer samen op te trekken, bijvoorbeeld door gezamenlijke scholing. Reden voor de NVTZ om in januari 2020 onder haar leden navraag te doen naar de relatie tussen de rvt en de OR.

Resultaten

In totaal hebben 261 toezichthouders de enquête ingevuld. 44% van de respondenten geeft aan dat binnen hun organisatie de OR een kandidaat voordraagt bij de benoeming van een lid van de rvt. Van hen geven 31 respondenten aan dat zij het advies van de OR serieus nemen en honoreren tenzij er zwaarwegende bezwaren zijn. 36 toezichthouders vulden in de enquête in dat de OR van hun organisatie advies geeft over de voorgenomen benoemingen door bijvoorbeeld te participeren in de benoemingscommissie of gezamenlijk de kandidaat te selecteren. Bij 52 van de respondenten wordt de OR betrokken bij benoemingen van de rvt door de OR bijvoorbeeld te betrekken bij het opmaken van het profiel en de sollicitatiegesprekken. In artikel 3.1.3 van de Zorgbrede Governancecode staat beschreven dat de rvt afspraken maakt met de rvb over de wijze waarop de rvt omgang heeft met de medezeggenschapsorganen. De rvt kan zonder de rvb, maar niet buiten medeweten van de rvb, contact hebben met de medezeggenschapsorganen. Bij de invoering van de Code heeft ongeveer 60% van de raden gesproken over de gevolgen hiervan voor de verhoudingen tussen OR, bestuurder en rvt. Bijna alle respondenten (98%) geven aan contact te hebben met de OR. Dit gebeurt bij 30% van de toezichthouders altijd met de bestuurder en ook weleens zonder de bestuurder (62%), of en altijd zonder de bestuurder (7%).

Soms gespannen contacten

Er is variatie in het aantal contactmomenten per jaar. Ongeveer de helft van de raden van toezicht heeft (minimaal) twee contactmomenten per jaar, 24 raden hebben in ieder geval één contactmoment, 33 van de raden hebben drie contactmomenten of meer. 95% procent van de raden heeft zicht op het contact tussen bestuurder en OR. De toezichthouders beoordelen het contact tussen de OR en de bestuurder als ‘doorgaans goed’ (60%) of ‘uitstekend’ (35%). Drie procent geeft aan dat het contact matig is, en in twee procent van de gevallen zijn de contacten gespannen.

De visie van de rvt op medezeggenschap wordt door de meeste raden met zowel de bestuurder als de OR besproken (71%). 15% bespreekt die visie alleen met de bestuurder en 3% bespreekt het alleen met de OR of alleen binnen de rvt. Ook wordt in de meeste gevallen (82%) de OR, samen met het bestuur en de cliëntenraad betrokken bij de toekomstvisie van de rvt zelf. 18% doet dit niet. De visie van de OR zelf wordt in de meeste gevallen (68%) ook besproken binnen de raad, in 32% van de raden wordt die visie niet besproken. Bijna alle toezichthouders (92%) geven aan dat ze weten voor welke onderwerpen de OR aandacht vraagt. De meeste aandacht wordt gevraagd voor ziekteverzuim en personeelsverloop. Daarnaast is er ook aandacht voor andere personele aansturing zoals zelfsturing, ingrijpende verbouwing of nieuwbouw, reorganisatie en de werving van een nieuwe bestuurder. Dezelfde thema’s komen aan de orde in de ongevraagde adviezen die de OR aan de organisatie geeft. De helft van alle toezichthouders geeft aan dat de OR van hun organisatie weleens ongevraagd advies geeft. Ondernemingsraden kunnen organisaties inschakelen voor training, coaching of advies. 71% van de respondenten geeft aan dat de OR van hun organisatie weleens gebruik maakt van een dergelijk bureau. Een deel van de toezichthouders geeft aan dat dit bijdraagt aan de professionaliteit van de OR, dat het de harmonie bevordert en een deel van de respondenten merkt dat het de identiteit van de OR versterkt.

Driehoek biedt mogelijkheden

Een OR-voordrachtscommissaris in de rvt is in veel sectoren nog niet gebruikelijk. In een aantal cao’s (sociaal werk, kinderopvang, jeugdzorg, gezondheidscentra) is het voordrachtsrecht voor een raad van commissarissen of een rvt opgenomen. Daarnaast kunnen instellingen zelf besluiten tot een voordrachtsrecht. Uit de resultaten blijkt dat bij ongeveer de helft van de respondenten de OR een rol speelt bij de benoeming van een nieuw lid voor de rvt. De governancecode en de Wet op de ondernemingsraden (WOR) bieden mogelijkheden om in de driehoek samen te werken.  

www.nvtz.nl