Governancenovum: de staatsagent

Governance Radar

Het ministerie van Financiën heeft niet gekozen voor de bekende overheidscommissaris om toezicht te houden op de miljardensteun van de overheid aan luchtvaartmaatschappij KLM, maar voor een staatsagent. Formeel is de positie helder, in informele zin zal de waarnemer stevig in de schoenen moeten staan om overeind te blijven in de te verwachten dynamiek.    

We hadden al een coronagezant - in de persoon van oud-DSM-topman Feike Sijbesma - en nu krijgen we ook nog een staatsagent, die de miljardensteun aan luchtvaartmaatschappij KLM moet gaan bewaken. Een governancenovum. Tot nu toe koos het ministerie van Financiën voor overheidscommissarissen als vooruitgeschoven post van Den Haag. Ooit hanteerde Financiën zelfs een hele lijst commissarissen die van overheidswege toezicht hielden bij de vele deelnemingen die de Staat toen nog had. Met de teloorgang van de industriepolitiek en het decimeren van het aandelenportfolio, kon ook de overheidscommissaris naar het governancemuseum. Het instituut wordt alleen nog van stal gehaald in tijden van crisis. Zo parachuteerde toenmalig minfin-minister Wouter Bos tijdens de financiële crisis in 2008 een aantal toezichthouders van staatswege bij de banken en verzekeraars die door de overheid gered moesten worden: ING, SNS Reaal en Aegon. ‘Boswachters’ werden ze genoemd.

Staatssteun alleen voor KLM

Inmiddels bevinden we ons opnieuw in een crisis: het coronavirus heeft het hele maatschappelijke leven ontwricht, waardoor onder meer het luchtverkeer nagenoeg tot stilstand kwam en KLM ernstig in de problemen. De Staat springt nu bij met 3,4 miljard euro noodsteun, in de vorm van een directe lening van een miljard en garantstelling voor 2,4 miljard bankleningen. Maar KLM krijgt die steun niet zomaar: de luchtvaartmaatschappij moet reorganiseren, kosten besparen en piloten in salaris korten, mag vijf jaar lag geen dividend uitkeren en moet voldoen aan (eerder neergelegde) duurzaamheidseisen. Met moederbedrijf Air France-KLM zijn bovendien afspraken gemaakt over de garantie dat Schiphol de thuisbasis blijft voor KLM en de hubfunctie: die garantie werd verlengd van negen maanden naar vijf jaar. Verder mag de Nederlandse staatssteun alleen ten goede komen aan KLM en niet aan Air France.

Balansbehoud

Om toezicht te houden op dat laatste (en op de andere afspraken) stelt minister van Financiën Wopke Hoekstra nu een staatsagent aan. Het lijkt een next best-optie: er werd niet gekozen voor een overheidscommissaris, omdat dat de balans in de rvc zou verstoren, zo lichtte de minister tijdens de persconferentie toe. De Fransen zouden dan niet langer de meerderheid van de zetels hebben, zoals nu het geval is: het is vijf tegen vier. Weliswaar wordt de rvc van KLM voorgezeten door een Nederlander (oud-FrieslandCampina- en huidig Carlsberg-topman Cees ’t Hart), maar de functie van president-commissaris telt helaas alléén dubbel voor de Wet bestuur en toezicht en niet voor het zetelevenwicht in de raad. Dus: Wopke, verzin een andere waakhond. Dat werd de staatsagent.

Slot op de deur

Het woord staatsagent klinkt afschrikwekkender dan het is. ‘Agent’ is gebruikt in de zin van ‘waarnemer’. Hij (we schrijven voor het gemak alleen ‘hij’, maar we bedoelen ook ‘zij’) mag aanwezig zijn bij de vergaderingen van de rvc van KLM en rapporteert direct aan de minister. Hoekstra zelf noemde de staatsagent een ‘slot op de deur’ tijdens de persconferentie, aldus Het Financieele Dagblad: ‘Hij kan aanschuiven bij de raad van commissarissen, hij kan monitoren en heeft een directe link met ons. Hij kan informatie delen en kan de onderneming aanspreken.’ Niet zomaar een waarnemer dus, maar toch meer een bewaker, een soort politieagent, zo lijkt het. Al krijgt de staatsagent geen formele bevoegdheden: hij mag niet stemmen of meebeslissen. Geen wapenstok dus. Daarmee lijkt de staatsagent meer een buitengewoon opsporingsambtenaar, een soort ‘governance-boa’.

Even wennen?

We vragen ons wel af hoe de commissarissenvergaderingen van KLM voortaan zullen verlopen, als ook de staatsagent aanschuift. Krijgt hij een plek aan de boardroomtafel, of wordt er een stoel in de hoek bijgeplaatst? Heeft hij een ‘molboekje’ waarin hij af en toe iets schrijft? Als hij op zijn telefoon zit, stuurt hij dan heimelijk een appje naar Wopke: ‘Je miljarden zijn nog veilig’? En wat doet hij als er plannen of voorstellen ter tafel komen die ingaan tegen de afspraken met Financiën? Hard op een fluitje blazen? We chargeren hier natuurlijk, de werkelijkheid zal minder spannend zijn. Maar het zal toch wel even wennen zijn voor de raad om ineens een toehoorder te hebben.

Nieuwe dynamiek?

Sinds de vorige crisis heeft het inzicht postgevat dat het bij goed bestuur niet alleen om het naleven van codes, processen en structuren draait, maar vooral om cultuur en gedrag. Daarmee kwam het thema boardroomdynamiek op de voorgrond te staan. Welnu, welke invloed zal de aanwezigheid van de staatsagent hebben op de dynamiek? Zullen de echte discussies en besluiten nog in de vergadering plaatsvinden, als er een vertegenwoordiger van Den Haag bij zit? Of gaat men ‘ondergronds’ en worden de echte zaken voortaan buiten de vergaderzaal besproken en geregeld? Met een professionele rvc als die van KLM is dat slechts een hypothetische vraag, maar vanuit governanceoogpunt en de inzichten op het gebied van boardroomdynamiek is het legitiem om deze in zijn algemeenheid te stellen.  

Dubbele pet

De positie van overheidscommissaris is overigens evenmin een gemakkelijke. Dat komt vooral door de ‘dubbele pet’ van de rol. De commissaris in kwestie moet in feite twee heren dienen: de onderneming waar hij of zij toezicht houdt - en naar wier belang hij of zij zich volgens de wet moet richten - en de overheid, namens wie toezicht gehouden wordt. Dat leidt in de praktijk vaak tot een loyaliteitsconflict. En ook de toevoeging van een overheidscommissaris aan de raad kan tot dynamiek leiden met de overige commissarissen en het bestuur: is hij of zij één van hen, of een buitenstaander?

Sterke persoonlijkheid gevraagd

Dat laatste is in elk geval duidelijk aan de positie van staatsagent: dat is per definitie een buitenstaander, waarmee de positie helder is en het pettenprobleem is opgelost. De praktische invulling van de rol is echter minder duidelijk. Wel in formele zin, maar de staatsagent zal vooral in ínformele zin zijn weg moeten vinden. Dat vraagt om een sterke persoonlijkheid, iemand met een grote mate van geestelijke onafhankelijkheid, gevoel voor politiek, diplomatieke gaven en goede communicatieve vaardigheden. Iemand die zich thuis voelt in een complexe stakeholderomgeving en zich makkelijk beweegt in verschillende culturen (en de valkuilen daarvan kent). Iemand die bruggen bouwt, maar niet over zich heen laat lopen. Iemand met gevoel voor humor, die de spanning op het juiste moment weet te doorbreken door mensen een bevrijdende lach te ontlokken. We schreven voor het gemak alleen ‘hij’, maar gezien dit profiel vraagt de positie van staatsagent misschien wel juist om een vrouw. Zit er meteen weer een extra vrouw in de boardroom van KLM (al is het dan geen bestuurder of commissaris), want die zijn getalsmatig ook nog steeds in de minderheid.