Nu even niet, Wopke!

Governance Radar

Het pleidooi van minister Wopke Hoekstra om de beloning van commissarissen bij staatsdeelnemingen te verhogen was een voorbeeld van slechte timing en gebrek aan maatschappelijke sensitiviteit. Waar hebben we dat vaker gezien?

Gevoel voor timing is alles voor een politicus. Weten wanneer je een voorstel moet doen en vooral wanneer níet. Eerst een proefballonnetje oplaten om voorzichtig de eerste reacties te peilen. Zaken strategisch laten lekken. Of precaire zaken doelbewust bekendmaken op een moment dat niemand er aandacht voor heeft. Het meest beroemde voorbeeld daarvan is de suggestie van Jo Moore, een Labour-assistente in de regering Blair, op 11 september 2001, de dag van de aanslag op de Twin Towers: ‘A good day to bury bad news.’  

Beloningskloof

Maar politici werken zich ook vaak in de nesten doordat het juist aan een goede timing ontbreekt. Daar gaf Wopke Hoekstra, demissionair minister van Financiën, onlangs blijk van, toen hij een salarisverhoging van 15 tot 20% procent voor commissarissen van staatsdeelnemingen onderschreef. De kloof met de honorering van toezichthouders in het bedrijfsleven zou anders te groot worden. Bovendien zou de huidige beloning ‘geen goede reflectie van de tijdbesteding en verantwoordelijkheden’ vormen. In het bedrijfsleven stegen de vergoedingen voor commissarissen de afgelopen vijftien jaar met gemiddeld 187%, zo blijkt uit onderzoek voor het ministerie. Bij staatsdeelnemingen is de beloning van toezichthouders bij staatsdeelnemingen sinds 2009 ‘slechts’ 25% toegenomen. Hoekstra zei er trouwens bij dat het niet gepast om de vergoeding dit jaar ter verhogen, het volgende kabinet moet erover gaan beslissen.

‘Rare timing’

Het riep veel meer reactie op dan Hoekstra waarschijnlijk zelf had verwacht. De Tweede Kamer keurde het pleidooi van Hoekstra af en zelfs zijn eigen CDA was kritisch. Partijgenoot Evert-Jan Slootweg in de Tweede Kamer: ‘Het is een heel rare timing die ik ook niet uit de argumentatie kan halen.’

Bestuurders zelf soms niet blij met bonus

Daar heb je het weer: gevoel voor timing. Niet alleen voor politici, maar ook voor commissarissen speelt dat een uitermate belangrijke rol. Vooral wanneer het over de toekenning van beloning gaat en de transparantie daarover gaat. Een andere onmisbare kwaliteit: een goed afgestelde antenne voor maatschappelijk sentiment. Aan beide ontbreekt het vaak, zoals een compilatie van beroemde beloningsrellen van de afgelopen vijftien jaar laat zien (zie hieronder). Ook opvallend: de bestuurders zélf zijn het soms niet eens met de tonnen die hun in de schoot geworpen worden door de commissarissen. Dat gold voor toenmalig ING-ceo Jan Hommen, het gold ook voor KLM-ceo Pieter Elbers.      

Coronacrisis zet discussie op scherp

Je zou toch denken dat de minister van Financiën inmiddels wel zou weten hoe belangrijk timing en gevoel voor maatschappelijke verhoudingen is. Jeroen van Dijsselbloem, Hoekstra’s voorganger, had het regelmatig aan de stok met de commissarissen van ING en ABN Amro (nog voor 57% in handen van de staat) over de bestuurdersbeloning, net als Hoekstra zelf. De coronacrisis zet de boel nog eens extra op scherp. Het bonusdebacle bij Air France-KLM moet Hoekstra nog vers in het geheugen liggen. Daar hield hij zijn poot stijf. Een bonus of dividenduitkering? Dan geen overheidssteun in de tweede ronde. Waarbij dat natuurlijk ook al in de eerste ronde een harde voorwaarde had moeten zijn, maar dat terzijde.

Groeiende kloof tussen bedrijfsleven en samenleving

Dan is het toch op zijn minst ‘heel erg merkwaardig’ (in de woorden van zijn eigen partij) dat Hoekstra de politieke en maatschappelijke gevoeligheid van een verhoging van de commissarishonorering bij staatsdeelnemingen niet voldoende heeft doorgrond. Je kunt je zorgen maken over een grote kloof in de vergoeding tussen bedrijfsleven en staatsdeelnemingen, maar zowel politici als bedrijfsleven moeten zich veel méér zorgen maken over de groeiende kloof tussen instituties en het bedrijfsleven enerzijds en de samenleving anderzijds.

Welvaartssturing, kansengelijkheid en duurzaamheid

Dat is ook de achtergrond van de toekomstvisie 2030 die VNO-NCW en MKB-Nederland publiceerden. De kern van de plannen van de werkgeversorganisaties: een brede welvaartssturing, kansengelijkheid en duurzaamheid. Er moet de komende jaren 20% meer welvaart gerealiseerd worden en daar moet óók de werknemer van gaan meeprofiteren (en dus niet alleen het topmanagement). Ingrid Thijssen, de nieuwe voorzitter van VNO-NCW, werd in Het Financieele Dagblad geïnterviewd over de plannen. Ze zei daarin: 

‘Wij zeggen dat werknemers ook moeten meedelen in hoe goed het gaat met een bedrijf. De AWVN (de arbeidsvoorwaardenclub gelieerd aan VNO-NCW, red.) stelde laatst voor in het licht van de crisis de cao-loonsverhoging te temperen. Terecht luidt dan de kritiek dat als het goed gaat het juist een tandje sneller kan. Verder zeggen we dat op bedrijfsniveau gekeken moet worden of winstdeling mogelijk is, zo dat niet alleen de aandeelhouder profiteert maar ook de medewerkers.’

Dat klinkt veelbelovend. Maar wat kun je doen aan de kloof tussen wat de topman verdient en de medewerker op de werkvloer, zo wil de verslaggever vervolgens weten. Dan stelt het antwoord toch weer teleur:

Thijssen zucht eventjes: ‘Het is een beetje een containerbegrip om er zo over te praten. Als je kijkt naar de gini-coëfficient, die aangeeft hoe het zit met de ontwikkeling van de ongelijkheid, dan is die in Nederland eigenlijk behoorlijk stabiel. Dus je kunt er niet in generieke termen over spreken, je moet gaan kijken waar precies de echte issues zitten. Bijvoorbeeld aan de basis van het loongebouw, waar als je een beetje meer gaat verdienen, je verstrikt raakt in een armoedeval.’

Moed en zelfreflectie gevraagd

De gini-coëfficiënt: dat staat wel heel ver af van Mien en haar dressoir met plastic rozen. De timing is hier goed: de coronacrisis, waarin maatschappelijke onvrede wordt uitvergroot, is een passend moment om als bedrijfsleven een draai te maken naar verantwoordelijk burgerschap: eerlijk delen, gelijke behandeling, zorg voor het milieu. Maar de maatschappelijke antenne staat kennelijk nog lang niet goed genoeg afgesteld: niet in het spreken van de taal van mensen en niet in intentie. Als het gaat om topsalarissen wordt er gezucht en omheen gedraaid, het ontbreekt aan moed en zelfreflectie om dit issue écht op de agenda te zetten en aan te pakken.

Beloningsspiraal doorbreken

Commissarissen hebben een belangrijke rol in deze discussie, niet alleen bij staatsdeelnemingen, maar in het hele bedrijfsleven. Zij kennen de bestuurdersbeloning immers toe en worden geacht de belangen van een brede kring stakeholders te behartigen. Commissarissen kunnen de beloningsspiraal aan de top helpen doorbreken (in het bedrijfsleven ook die van henzelf), ervoor zorgen dat niet alleen de aandeelhouders, maar ook de medewerkers meer van bedrijfsresultaten profiteren en maatschappelijk welzijn helpen bevorderen. Als ze die rol ook echt pakken, dan mag dat beloond worden: met een passende vergoeding.          

5 beroemde beloningsrellen

Voorjaar 2003

Ahold wordt geconfronteerd met een ongekende maatschappelijke outcry en een consumentenboycot na de bekendmaking van het salarispakket van Ahold-topman Anders Moberg, de Zweed die de puinhopen na het boekhoudschandaal bij het supermarktconcern moet helpen opruimen. De timing is ongelukkig: de aandeelhoudersvergadering waarop de honorering bekend wordt gemaakt, komt een dag na de aankondiging van een reorganisatie bij Albert Heijn, waarbij er 440 mensen uit moeten.

Voorjaar 2011

In de boardroom van ING heeft de afdeling Communicatie een aantal borden opgesteld met vette krantenkoppen. Die zullen zeker komen als de commissarissen een bonus toekennen aan het ING-bestuur, luidt de boodschap. Een bonus zal slecht vallen, omdat ING de helft van de tien miljard staatssteun nog niet heeft terugbetaald. Toenmalig ceo Jan Hommen neemt de waarschuwing ter harte en laat zijn commissarissen weten dat hij liever geen bonus krijgt toegekend. De commissarissen, onder voorzitterschap van oud-Shell-topman Jeroen van der Veer, zetten echter door: ING heeft het lek immers inmiddels boven water, het bestuur heeft de twee jaar ervoor ook al geen extraatje gehad en de bonussen voor Hommen (1,25 miljoen euro, bovenop diens vaste salaris van 1,75 miljoen) en zijn twee medebestuurders zijn internationaal gezien niet overdreven en voldoen bovendien aan de Code Banken. Op donderdag 17 maart komt het jaarverslag uit, toevallig net op de dag dat er in de Tweede Kamer een overleg is over de bonussen in de bankensector. De politieke en publieke verontwaardiging is groot, zeker als het ING-Pensioenfonds een dag of wat later ook nog eens bekendmaakt de uitkeringen te moeten bevriezen. Tientallen mensen zeggen hun rekening op. Hommen publiceert vervolgens een open brief waarin hij bekendmaakt dat hij en zijn medebestuurders afzien van de bonussen.

Voorjaar 2015

De vlam slaat in de pan bij ABN Amro, nadat via het jaarverslag bekend wordt dat de commissarissen de salarissen van de bankbestuurders - met uitzondering van topman Zalm – hebben verhoogd met een ton. Dat is conform een eerder overeengekomen compensatie voor het schrappen van de bonussen van drie ton door politiek Den Haag. De bestuurders hebben er voor de jaren 2012 en 2013 vanaf gezien, over 2014 wordt de toeslag echter wel uitgekeerd. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem is al sinds voorjaar 2014 op de hoogte van de uitkering van de extra ton, zo blijkt. Eigenlijk willen de commissarissen de bestuurders op dat moment een bonus van 200.000 euro uitkeren, ondanks het wettelijk bonusverbod uit 2012. De langetermijnbonus dateert namelijk van 2010, twee jaar voor de bonusban. Dijsselbloem is not amused. Uiteindelijk schrappen de commissarissen de bonus, maar dan moet de minister wel beloven de extra ton te verdedigen. Volgens de minister zou hij de bankentop bij die gelegenheid overigens wel verteld hebben de salarisverhoging ‘onwenselijk’ te vinden. Najaar 2014 zegt Dijsselbloem tijdens een debat in De Tweede Kamer over bankbeloningen alleen dat de ABN Amro-top over 2012 en 2013 van de toeslag had afgezien, maar niet dat de toeslag over 2014 wél zou worden uitgekeerd. Na het uitkomen van het jaarverslag met de omstreden salarisverhoging spreekt Dijsselboem van een ‘graat in de keel’: ‘Juridisch is het te verdedigen, maar moreel is het slecht te begrijpen.’ Hij stelt de beursgang uit. Uiteindelijk leveren de ABN Amro-bestuurders hun ton extra in en vertrekt Peter Wakkie, voorzitter van de remuneratiecommissie, na een interview in de NRC, waarin hij de salarisverhoging verdedigde. 

Voorjaar 2018

ING-topman Ralph Hamers krijgt een salarisverhoging van 50% (naar ruim drie miljoen euro per jaar) toegekend. ‘Ralph Hamers is eredivisie en hij werd Jupiler League betaald’, verdedigde president-commissaris Jeroen van der Veer de salarisverhoging in het FD. Hij benadrukte daarbij dat deze niet zou worden uitgekeerd in cash, maar in aandelen (zonder prestatiecriteria), die vijf jaar moesten worden vastgehouden. Met een verwijzing naar de Corporate Governance Code, waarin staat dat beloningen voor bestuurders zich moeten richten op de lange termijn. Daarmee was volgens Van der Veer sprake van een beheerst beloningsbeleid. De pay ratio van het beloningsvoorstel was echter hoog: Hamers zou dertig keer meer gaan verdienen dan de gemiddelde ING-medewerker. De medewerkers kregen er slechts 1,7% salarisverhoging bij. Heel Nederland viel over ING heen: de eigen medewerkers, de politiek, institutionele beleggers en ING-klanten. Uiteindelijk trok de rvc van ING de gewraakte salarisverhoging in. Van der Veer in de persverklaring: ‘Wij zijn als raad van commissarissen verantwoordelijk voor dit voorstel en hebben spijt van de commotie die dit heeft veroorzaakt. We beseffen dat we de maatschappelijke ontvangst in Nederland hebben onderschat op dit duidelijk gevoelige onderwerp.’

Voorjaar 2020

De rvc van KLM wil de variabele beloning van KLM-ceo Pieter Elbers verhogen van 75% naar 100% van zijn salaris. Daarbij wordt aangegeven dat de bonus dat jaar niet zal worden uitgekeerd vanwege de impact van de coronacrisis op het bedrijf. De verhoging zou zijn ingegeven door een eerder gemaakte interne afspraak om het beloningsbeleid van KLM gelijk te trekken met dat van moederbedrijf Air France-KLM. De bekendmaking veroorzaakt grote onrust in publieke opinie en politiek. KLM lijdt immers grote verliezen, flexwerkers verliezen hun baan, het bedrijf ontvangt noodsteun van de overheid en diezelfde overheid moet garant staan voor bankleningen. De raad van commissarissen van KLM besluit vervolgens, mede op verzoek van Elbers, het bonusplafond toch maar niet te verhogen. Het kabinet kondigt meteen een bonus-en dividendverbod af voor de tweede ronde noodsteun aan bedrijven. Vervolgens wordt bekend dat de bepalingen voor de bonus van Ben Smith, de ceo van Air France-KLM, zijn aangepast wegens de coronacrisis. Het ‘binnenhalen van steun en financiering’ is ineens een van de performancecriteria. Slim, maar het werkt averechts. Er ontstaat opnieuw grote onrust. Wopke Hoekstra, minister van Financiën (en vertegenwoordiger van het 14%-belang van de Nederlandse overheid in Air France-KLM) laat weten dat de luchtvaartmaatschappij niet hoeft te rekenen op Nederlandse overheidssteun met een dergelijke bonus. Daarop ziet Smith af van zijn kortetermijnbonus over 2020, bovendien leverde hij al eerder 25% salaris in. Ook Elbers levert 20% van zijn salaris in en ziet verder af van zijn bonus over 2019. Dat laatste doet Smith dan weer niet: hij toucheert gewoon zijn bonus over 2019: ruim 768.000 euro.