Slechts kwart stakeholders geraadpleegd

Praten over of praten met?
Betrekken van stakeholders bij toezicht zorginstellingen

Stakeholders worden slechts in geringe mate geraadpleegd bij intern toezicht in de publieke sector. Terwijl de meerwaarde van het betrekken van betrokkenen duidelijk gebleken is. Dat blijkt uit onderzoek van de NVTZ uitgevoerd door Ronnie Boogaard.

De zorgsector, toezichthouders, de overheid en belangenbehartigers van cliënten en patiënten zijn het erover eens: het betrekken van stakeholders bij intern toezicht heeft meerwaarde. Uit onderzoek onder leden van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) blijkt echter dat belangrijke stakeholdergroepen slechts in geringe mate worden geraadpleegd. Zo is er slechts in 26% van de gevallen sprake van formeel contact tussen de raad van toezicht en individuele cliënten of patiënten. Daar waar het gaat om het in praktijk brengen van governance principes is dus nog wel wat aandacht gewenst.

Aanleiding

Al in 2014 constateert de Wetenschappelijke Adviesraad van de NVTZ dat de informatiepositie van een raad van toezicht kan verbeteren door de informatievoorziening niet louter en alleen via de raad van bestuur te laten verlopen. Door het accent bij het toezicht te verleggen van de bestuurder naar de besturing, wordt de raad van toezicht nauwer betrokken bij de maatschappelijke omgeving van de organisatie. Hierdoor krijgt de raad een meer onafhankelijke informatiepositie. Dit is van belang om na te kunnen gaan in hoeverre zorgorganisaties erin slagen hun maatschappelijke doelstelling te bereiken. Dit is naast het toezien op de bedrijfsvoering een belangrijke rol van de raad. Bovendien leidt het betrekken van maatschappelijke partijen bij governance mogelijk tot meer vertrouwen in zorgbestuurders. Naar dat betrekken van belanghebbenden of stakeholders door organisaties is veel wetenschappelijk onderzoek verricht. Er wordt zelfs gesteld dat organisatiesucces mede afhankelijk is van de mate waarin het management erin slaagt succesvolle relaties te onderhouden met belangengroepen en anderen die invloed hebben op het bereiken van de organisatiedoelen. Ingeval van Nederlandse zorgorganisaties valt dan onder nadere te denken aan overheden, banken, zorgverzekeraars, inspectie, belangengroepen, cliënten/patiënten en zorgmedewerkers.

Breed gedragen

Het idee dat het betrekken van stakeholders bij de besturing van en het toezicht op zorginstellingen meerwaarde heeft, lijkt dus breed gedragen. Toch zijn er signalen dat het betrekken van stakeholders bij de besturing en het interne toezicht van zorgorganisaties nog niet op grote schaal plaatsvindt. Om die reden is onderzocht welke belanghebbenden door raden van toezicht van zorginstellingen worden betrokken en wat hen motiveert dit al dan niet te doen. Onderzocht is met welke stakeholdergroepen leden van de raad van toezicht formele contacten onderhouden en wat de aard en intensiteit van de deze contacten is. Daarbij is nagegaan in welke mate de leden van de raad van toezicht deze contacten aangaan vanwege een gepercipieerde noodzaak of een gepercipieerde morele verplichting en welke factoren hierop mogelijk van invloed zijn. De uitkomsten Niet geheel tegen de verwachting in geven respondenten in meer dan 95% van de gevallen aan formele contacten te onderhouden met cliënten- en patiëntenraden en ondernemingsraden. Er is hier immers sprake van een wettelijke verplichting. Meer dan 90% van de respondenten geeft ook aan formele contacten met de accountant te onderhouden. Dit was ook te verwachten, de raad benoemt immers de externe accountant. Des te opmerkelijker is de uitkomst dat slechts 36% van de respondenten aangeeft formele contacten te hebben met cliënten of patiënten. En met externe toetsers van kwaliteitssystemen als NIAZ, ISO en HKZ, is volgens de respondenten slechts in 19% van de gevallen sprake van formeel contact. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat gepercipieerde noodzaak en gepercipieerde morele verplichting significant van invloed zijn op het betrekken van stakeholders. Ook de omzet van een zorginstelling en het geslacht van een lid van de raad van toezicht blijken factoren die van invloed zijn op het betrekken van stakeholders.

Wat betekent dit?

Op basis van onderzochte literatuur bestond het vermoeden dat de genderdiversiteit van raden van bestuur en raden van toezicht een factor van invloed zou zijn. Naast het argument van gelijke kansen voor mannen en vrouwen is er het veelgehoorde argument dat vrouwen beter in staat zijn in te spelen op ontwikkelingen in de omgeving. Uit dit onderzoek is de invloed van deze factor niet gebleken. Een factor die niet is onderzocht maar in eerder onderzoek wel van invloed is gebleken, is de mate waarin raden van bestuur contact met stakeholders zoeken. Het betrekken van stakeholders bij het beleid van de zorginstelling is een rol van de raad van bestuur. De raad van toezicht heeft een toetsende rol ten aanzien van het gevoerde beleid. Dit vraagt er om dat zowel de rvb als de rvt, elk vanuit de eigen specifieke verantwoordelijkheid, aanspreekbaar is voor stakeholders. In dit onderzoek is zoals gezegd niet gekeken naar de rol van de rvb. Mogelijk is juist de mate waarin raden van bestuur stakeholders betrekken wel de sleutel naar meer betrokkenheid van stakeholders bij het toezicht. Gezien haar rol betekent dit ook dat dus een rvt met de rvb in gesprek moet over het betrekken van stakeholders of nog concreter, ze moet de rvb aanzetten tot het betrekken van stakeholders.

Onvoldoende homogeen

De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat de samenstelling van de onderzochte raden van toezicht in belangrijke mate homogeen is. In deze homogeniteit schuilt het gevaar dat een raad van toezicht in onvoldoende mate representant is van hen, wiens belangen met de maatschappelijk doelbereiking van de zorginstelling worden gediend. Raden van toezicht kunnen dit voorkomen door een meer diverse samenstelling na te streven.

Succesvol?

Wanneer is een zorginstelling succesvol? Gaat het daarbij om aandeelhouderswaarde zoals bij private ondernemingen? Zorginstellingen hebben een maatschappelijke doelstelling, waarde wordt gecreëerd als deze doelstelling wordt bereikt. Organisatiesucces is bij een zorginstelling dus niet, of toch zeker niet alleen, het halen van positieve financiële resultaten. Een zorginstelling is succesvol als ze haar maatschappelijke doelen behaalt. Raden van toezicht die het toezien op deze maatschappelijke doelbereiking serieus nemen, kunnen dan toch eigenlijk niet anders dan concluderen dat juist visies van cliënten relevant zijn voor hun toezicht.

Aanbeveling niet ter harte genomen

Rienk Goodijk (GITP) doet in zijn oratie Van afvinken naar aanspreekbaarheid een aantal aanbevelingen ten aanzien van het betrekken van stakeholders bij het toezicht om te komen tot een meer toekomstbestendige governance:

* meer inzetten op betrokkenheid van en dialoog met externe stakeholders;

* in contact komen met de samenleving;

* zichtbaar en aanspreekbaar zijn;

* verantwoording van binnenuit organiseren.

Als naar de resultaten van dit onderzoek wordt gekeken, zou je kunnen stellen dat bovenstaande aanbevelingen nog niet ter harte zijn genomen. Goodijk geeft aan dat druk van buitenaf nodig is om governance te disciplineren maar dat echte verantwoording van binnenuit georganiseerd moet worden. Moet gezien de resultaten van dit onderzoek dan toch de conclusie zijn dat het organiseren van verantwoording van binnenuit niet werkt? Dat dus toch gewoon druk van buitenaf noodzakelijk is; verplichten om stakeholders te betrekken? Daar waar die druk er al is, zoals bij cliënten- en patiëntenraden lijkt dit te werken. Maar, is dit nu werkelijk de oplossing om het vertrouwen van hen die de uitkomsten van het beleid van zorginstellingen ondervinden te winnen?

Bewustwording

De oplossing voor het betrekken van stakeholders lijkt toch in belangrijke mate het vergroten van de bewustwording bij toezichthouders. Een toenemend besef dat het betrekken van de verschillende groepen stakeholders essentieel is voor hun taak en voor het winnen van maatschappelijk vertrouwen, zal het betrekken van stakeholders logischerwijs doen toenemen.

Voor contact met de NVTZ, kijk hier.