Is uw toezichtorgaan al WBTR-proof?

Compliance
Nieuwe wet wijzigt governance stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen

Per 1 juli 2021 treedt de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) in werking. Claudine Maeijer, legal partner PwC, en Sharon Beekmans, senior associate corporate law PwC, schetsen de gevolgen voor (toekomstige) commissarissen en toezichthouders en noemen de belangrijkste aandachtspunten om goed voorbereid te zijn op de inwerkingtreding van de nieuwe wet.

De nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) wijzigt en verduidelijkt de regeling voor bestuur en toezicht bij stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen (en in beperkte mate bij de nv en bv). Door de invoering van de WBTR worden de bepalingen omtrent bestuur en toezicht bij diverse rechtspersonen meer op elkaar afgestemd. In de WBTR is voor de stichting en vereniging opgenomen dat een raad van commissarissen (rvc) ook als raad van toezicht kan worden aangeduid.

Instellen RvC of een monistisch bestuurssysteem

Bestuurders en commissarissen dienen zich te richten naar het belang van de rechtspersoon en de met haar verbonden onderneming of organisatie. In de WBTR zijn bepalingen vastgelegd die zien op het instellen van een rvc (dualistisch) en een one-tier board (monistisch) met uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Een van de belangrijkste verschillen tussen commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders is dat niet-uitvoerende bestuurders deel uitmaken van het bestuur en in beginsel betrokken zijn bij de besluitvorming van het bestuur.

Beperking meervoudig stemrecht

De WBTR verbiedt dat een bestuurder/commissaris (krachtens de statuten) meer stemrechten mag uitoefenen dan alle andere bestuurders/commissarissen tezamen. Hiermee wordt voorkomen dat bij één bestuurder alle zeggenschap komt te liggen. Het blijft wel mogelijk om aan een bestuurder of commissaris meerdere stemrechten toe te kennen.

Tegenstrijdig belang

Indien een bestuurder een (in)direct persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de met haar verbonden onderneming of organisatie, is deze bestuurder uitgesloten van de beraadslaging en besluitvorming. Als alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben, wordt het besluit genomen door de rvc. Hebben alle commissarissen ook een tegenstrijdig belang of is er geen rvc ingesteld, dan wordt het besluit genomen door de algemene vergadering. In geval van een stichting, die geen aandeelhouders of leden kent, neemt het bestuur het besluit onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen (tenzij de statuten anders bepalen).

Belet- en ontstentenisregeling

De statuten van een rechtspersoon moeten voorschriften bevatten over de wijze waarop in de uitoefening van taken en bevoegdheden wordt voorzien in geval van belet of ontstentenis van alle bestuurders/commissarissen. De statuten kunnen ook bepalen dat een regeling wordt opgenomen in geval van belet of ontstentenis van één of meer bestuurders/commissarissen.

Aansprakelijkheid

De hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders bij onbehoorlijke taakvervulling gaat ook gelden voor commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders. Voor aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen in geval van een faillissement moet rekening gehouden worden met het verschil tussen stichtingen en verenigingen die wel vennootschapsbelastingplichtig zijn of een jaarrekeningenplicht hebben (commerciële stichtingen en verenigingen) en niet-commerciële stichtingen en verenigingen. In het geval van commerciële stichtingen en verenigingen geldt het vermoeden dat onbehoorlijke taakvervulling (zoals het niet voldoen aan de administratieplicht of het te laat publiceren van de jaarrekening) een belangrijke oorzaak is van een faillissement. Bij niet-commerciële stichtingen en verenigingen geldt dat vermoeden niet en draagt de curator de bewijslast.

Uitbreiding ontslaggronden voor bestuurders/commissarissen stichtingen

De rechtbank kan op verzoek van een belanghebbende of het Openbaar Ministerie een bestuurder/commissaris van een stichting ontslaan. Bestaande ontslaggronden voor bestuurders van stichtingen worden uitgebreid en de regeling gaat ook gelden voor commissarissen.

Aandachtspunten bij de inwerkingtreding van de WBTR

Ondanks de overgangsbepaling in de WBTR zou, om onduidelijkheid te voorkomen, overwogen kunnen worden om tijdig (vlak voor of direct na de inwerkingtreding van de WBTR) actie te nemen op in elk geval de volgende onderdelen:

  • Bekijk de huidige statuten en reglementen/interne procedures en stel vast welke bepalingen (op termijn) moeten worden aangepast om ‘WBTR-proof’ te zijn.
  • Bekijk of een toezichthoudend orgaan (dat ook kan functioneren als een raad van advies) onder de WBTR wordt gezien als een rvc waardoor de wettelijke regelgeving van toepassing wordt (ongeacht de naam die aan het orgaan is gegeven).
  • Hoe is het bestuur vormgegeven? Is er een dagelijks bestuur en algemeen bestuur en zo ja, hoe wordt dit bestuur onder de WBTR gekwalificeerd?
  • Er geldt weliswaar een overgangsperiode, maar de nieuwe tegenstrijdig belang-regeling geldt per direct. Op de oudere tegenstrijdig belang-regeling in statuten kan straks geen beroep meer worden gedaan. Statutaire bepalingen die strijdig zijn met de nieuwe regels omtrent meervoudig stemrecht en/of de belet- en ontstentenisregeling, zijn na inwerkingtreding van de WBTR nog uiterlijk vijf jaar geldig, dan wel tot de eerstvolgende statutenwijziging (indien deze binnen vijf jaar plaatsvindt).
  • De WBTR wijzigt per direct de belet- en ontstentenisregeling voor bestuurders en commissarissen van de nv en bv. De overgangsregeling met betrekking tot de belet- en ontstentenisregeling is niet van toepassing op de bv en de nv.
  • In verband met uitbreiding van ontslag: weet als bestuurder of commissaris van een stichting wie de belanghebbenden zijn en zorg ervoor dat je op de hoogte bent van hun visie op het handelen van het bestuur en de rvc.
  • In verband met een behoorlijke taakvervulling: maak notulen van besluitvorming en stel indien nodig kritische vragen bij besluitvorming door het bestuur. Zorg voor het ontvangen van voldoende informatie vanuit het bestuur.

Klik hier voor meer informatie en contact met Claudine Maeijer. Stuur voor contact met Sharon Beekmans een e-mail naar sharon.beekmans@pwc.com.