‘Vitale spanning tussen rvb en rvc ontbreekt veelal bij familiebedrijf’

Onderzoek bloemen- en plantensector wijst uit:
Onderzoek Leergang Board Potentials

Voor haar opleiding Leergang Board Potentials deed Mirjam Hendriks onderzoek naar de invloed van consolidatie op het bestuursmodel van exportbedrijven in bloemen en planten. Veelal zijn dat familiebedrijven. Een van de conclusies: ‘Balans in de macht tussen raad van bestuur, raad van commissarissen en aandeelhouders is geen thema van belang voor deze bedrijven.’

Mirjam Hendriks is vele jaren actief geweest in de sierteeltsector. Veelal in strategische marketingmanagementfuncties bij brancheorganisaties. ‘Ik heb gezien hoe bedrijven steeds groter werden en het management professionaliseerden. Ik had me nooit verdiept in de bestuurlijke aansturing en het interne toezicht op deze bedrijven. Doordat ik veel ben gaan lezen over toezicht bij familiebedrijven ben ik me gaan realiseren hoe anders dit is dan bij bijvoorbeeld structuurvennootschappen. De belangen van de familie, het bedrijf en het eigendom overlappen op allerlei wijze. Dat beïnvloedt de aansturing. Het organiseren van balansmacht en effectieve tegenspraak staat hier nog in de kinderschoenen. De bedrijven die ik sprak hebben allen een sterke groei achter de rug en hanteren een groeistrategie via overnames. De macht van de raad van bestuur valt vaak samen met die van de aandeelhouders en soms zelf van één of enkele leden van de RvC of RvA. De vitale spanning tussen RvB en RvC, die wezenlijk is voor effectief besturen, is voor familiebedrijven moeilijker in te vullen, juist omdát de driehoeksmacht in veel gevallen samenvalt.’ Mirjam deed haar studie in het kader van de Leergang Board Potentials.

Consolidatie

Binnen de groothandelsbedrijven (import/export) voor bloemen en planten vindt momenteel een sterke consolidatie plaats. Het gaat hier veelal om familiebedrijven die fuseren, bedrijven opkopen of worden overgenomen. Oorzaken daarvan zijn o.a. de geringe marges, die dwingen tot grote efficiency, de digitalisering die de behoefte aan innovaties vergroot en grote investeringen met zich meebrengt, efficiëntere internationale sourcing en ook de verschuiving van de macht in de keten. De aansturing van deze bedrijven zal op deze omvang moeten worden aangepast. In het onderzoek van Mirjam wordt de vraag beantwoord of deze bedrijven een RvA, RvC of RvT instellen, op welk moment ze dat doen en wat daarbij de overwegingen zijn. Mirjam: ‘Het zijn allemaal familiebedrijven, waarbij de aandelen 100% in handen zijn van de familie. Bij bedrijven met meer dan 200 medewerkers heeft 60% een RvC, bij familiebedrijven is dat 22%. Bij technisch innovatieve bedrijven zie je regelmatig al een RvC in de opstartfase van het bedrijf. Eigenaren van familiebedrijven spelen altijd een doorslaggevende rol. Als zij in de RvC zitten hebben zij vaak een informatievoorsprong en daarmee een grote invloed. Als aandeelhouder zijn zij doorslaggevend in de besluitvorming. Wanneer de omgeving van een bedrijf snel verandert of disruptieve gevolgen van technologische ontwikkelingen een rol spelen, zullen commissarissen proactiever moeten zijn.’

Conclusies

Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

  • Het moment van veranderen van de structuur hangt samen met de fase waarin het bedrijf zit, de omzet, verandering van strategie, opvolging van directie/eigenaar. Dit onderzoek bevestigt dat het maatwerk is en de inrichting tijd en aandacht vergt.
  • In vergelijking met door Matser e.a. aangepaste model van Greiner, dat zij toepaste op MKB- familiebedrijven, hebben deze bedrijven, die allen in een volwassen stadium zitten, een hogere omzet en meer medewerkers hebben, een eenvoudig bestuursmodel. Bovendien is het weinig formeel.
  • De belangrijkste rollen van RvC-leden zijn die van adviseur en toezichthouder. De rol van ambassadeur en werkgever is ondergeschikt. De rol van werkgever wordt bij deze bedrijven niet ingevuld. Er is geen cyclus van planningsgesprekken, monitoring en beoordeling.
  • Balans in de macht tussen raad van bestuur, raad van commissarissen en aandeelhouders is geen thema van belang voor deze bedrijven.
  • De ondernemers vinden de bloemen- en plantensector zo specifiek, dat ze kennis en ervaring met deze sector noodzakelijk vinden om als RvC lid waardevol te kunnen zijn.

Lees in de bijlage het hele onderzoek.