Ook toezicht en bestuur zijn ‘grensbewakers’

Grensoverschrijdend gedrag
Alumnibijeenkomst NR Academy

#MeToo. Affaires en intimidatie bij Studio Sport. De Wereld Draait Door en The Voice… Grensoverschrijdend gedrag staat vol in de spotlights. En niet alleen bij de omroepen. Het is onderdeel van onze maatschappij. Alumni van de NR Academy lieten zich in Madurodam een middag inspireren rondom de vraag wat ‘grenzen' zijn en wat de rol van toezicht erin is. Bestuurders en toezichthouders zijn immers ook ‘douaniers’ bij de grens van wat binnen een organisatie acceptabel is. Over erkenning, reflectie, mildheid en ook: ‘Jouw stijl van besturen is uiteindelijk terug te vinden op de werkvloer van de organisatie.’ Overall conclusie: weet wat deze tijd nodig heeft.

Dagvoorzitter Marianne Luyer begon de bijeenkomst met een paar berichten uit kranten van die dag over grensoverschrijdend gedrag. Verhalen erover zijn immers bijna dagelijkse kost voor de media. Edoch: grensoverschrijdend gedrag is lang nog niet altijd ‘topprioriteit’ aan de bestuurs- en/of toezichttafel, bleek uit een survey dat voorafgaand aan de alumni-bijeenkomst was gehouden. Op bijvoorbeeld de vraag of gevallen van grensoverschrijdend gedrag altijd worden besproken tussen rvc/rvt en bestuur, zei nog niet de helft ‘ja’. En slechts een kwart van de toezichtsorganen krijgt geregeld een rapportage over gedrag (intimidatie, seksisme, discriminatie, pesten) dat niet door de beugel kan. En toch nog altijd 37 % van de alumni vond dat bestuurders onvoldoende maatregelen nemen tegen grensoverschrijdend gedrag. En ook lang nog niet overal zijn de lessen uit het rapport van Van Rijn (Niks gezien, niks gebeurd & niets gedaan) geïntegreerd. Werk aan de winkel dus voor de nieuwe generatie toezichthouders, opgeleid door NR Academy. En de middag was uiterst nuttig om eens voorbeelden uit de dagelijkse praktijk aan te horen om zo meer gevoel bij de reikwijdte van het vraagstuk te krijgen.

Reflectie, erkenning en mildheid

Iemand die ‘alles’ weet van grensoverschrijdend gedrag vanuit zijn functie als EO voorzitter en voorzitter van het College van Omroepen, is Arjan Lock. Hij was er op de alumni-bijeenkomst om zijn ‘omroep-ervaringen’ te delen. Zelf heeft hij de ondertitel van het rapport Van Rijn (de zoekgemaakte verantwoordelijkheid) in elk geval ter harte genomen. Was hijzelf ook partij in wat ‘zoekgeraakt is’? Hij had daarop drie woorden die hij wilde delen met het gehoor: reflectie, erkenning en mildheid. Lock: ‘Het rapport is hard gevallen in Hilversum. We moeten echt gaan reflecteren op hoe het heeft kunnen gebeuren. Ook zelf heb ik dat gedaan.’ Van het 204 pagina’s tellende rapport is pagina 11 Arjan Lock het meest bijgebleven: ‘Dat is een woordwolk. Die kwam echt in my face. Toen zag ik pas echt wat een enorme impact op mensen grensoverschrijdend gedrag heeft gehad.’ Hij voegde er ook nog aan toe dat het zijn inschatting is dat toezichthouders veel te optimistisch zijn om het tij snel te kunnen keren. ‘We springen nog te veel door hoepels en zetten vinkjes en denken dat we het zo wel hebben opgelost. Het is veel meer.’ Marleen Barth, ervaren toezichthouder in de publieke sector, beaamde dit later. ‘De opdracht uit het rapport van Van Rijn aan de raden van toezicht van de omroepen zijn eerlijk gezegd een ABC’tje. Elke zichzelf respecterende RvT bespreekt al eens per jaar het jaarverslag van de vertrouwenspersoon, en de HRM-rapportage, en het medewerkers-tevredenheidsonderzoek. Dat zijn toch geen exotische aanbevelingen…’ Maar in de praktijk blijkt dat niet altijd voor de hand liggend. De materie vraagt aandacht van toezicht en bestuur.

Erkenning

Lock pleitte ervoor meldingen serieus te nemen en ze keihard te erkennen als bestuur en toezicht. ‘Als er iemand komt praten over grensoverschrijdend gedrag, erken dat dan. Laat alles wat je zelf denkt weg en erken het verhaal. Je krijgt er een heel ander gesprek door. Die gesprekken heb ik ook binnen de EO gevoerd en waren enorm verhelderend.’ Volgens Lock is namelijk jouw stijl van leidinggeven uiteindelijk terug te vinden op de werkvloer van de organisatie. Bestuurders hebben een voorbeeldfunctie, en zijn zij helder, open en transparant, zie je dat elders in de organisatie terug. Marleen Barth had er een mooi voorbeeld van. ‘Ik ben toezichthouder bij een ziekenhuis. Daar zijn een aantal mensen ontslagen omdat ze zware medicijnen hadden meegenomen voor eigen gebruik. Toen zijn een aantal collega’s vertrokken. Zij vonden die sanctie te zwaar. Dat was echt een aderlating in deze krappe arbeidsmarkt. Toch hebben we als raad van toezicht het bestuur hierin voluit gesteund: dit is een grens en daar mag niemand over. Als de top van de organisatie zo’n heldere lijn trekt, wordt het ook voor collega’s op de werkvloer makkelijker om elkaar aan te spreken op gedrag.’ Advocaat Marion van den Brekel ging daar later ook op in: wat doen omstanders? Zeggen die iets? Het helpt, zo was haar conclusie, dat bestuurders en toezichthouders een duidelijke lijn trekken, zodat een organisatie snapt wat kan en wat niet kan. ‘Maar gebeurt er toch iets’, zo zei Lock, ‘neem dan de tijd om een plan te maken. Acteer niet te snel, maar probeer de systemische fouten in een organisatie te ontdekken. Ook voor bestuurders en toezichthouders geldt: reflectie, reflectie, reflectie. Je denkt dat je het goed doet, maar is dat wel zo? Wees bereid om als bestuurder het gesprek aan te gaan met de gehele organisatie. Durf het te laten gebeuren, dan komt er meer naar voren dan je denkt.’ Zelfs binnen ‘de familie’ van de EO is grensoverschrijdend gedrag een risico. Lock: ‘Iedereen vindt het bij ons altijd een warm bad. Tot ik toch ook een gesprek moest voeren met een medewerker die zich onheus bejegend voelde. Dat is echt heilzaam om te horen.’ Hij pleitte erbij ook voor mildheid. ‘Laten we door gesprekken meer bij elkaar komen. Elkaar in de ogen kijken. En erken als je iets niet goed gedaan hebt.’ De zaal reageerde met: als je langdurig een kras op je ziel hebt gekregen, is het onmogelijk mild te zijn. Lock snapte de opmerking, maar riep toch op om zelfs dan mild te durven zijn. ‘Durf kwetsbaar te zijn, zodat je verder kunt.’

Wat is grensoverschrijdend gedrag?

Tijdens de panelbijeenkomst ging het onder meer over de definitie van grensoverschrijdend gedrag en dat die definitie lang niet altijd even makkelijk te geven is, omdat de grens die wordt overschreden bij geen mens hetzelfde is. Barth: ‘Als bestuurder weet je niet welke bagage iemand meedraagt. Wat door de een kan worden weggelachen, is voor een ander de herbeleving van een trauma. Grensoverschrijdend is dus een subjectief begrip en dat maakt het lastig.’ Om er fijntjes aan toe te voegen dat 1 op de 2 vrouwen ooit wel eens slachtoffer is geweest van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. En ook de retorische vraag: hoe zou je als bestuurder bepaald gedrag beoordelen als het om je eigen dochter zou gaan? Advocaat Marion van den Brekel zei het volgende over de definitiekwestie: 'Het gaat om twee grenzen. Die van de organisatie. Dat zijn de grenzen die worden vastgelegd in een protocol of regeling en worden gehandhaafd. Maar ook de individuele grenzen van de medewerkers. Daarvoor is, ook volgens de rechtspraak, kenbaarheid de basis. Als iemand over jouw grenzen heen gaat, maak dat dan duidelijk.'

Deel ervaringen

Vragen te over voor de alumni die vooral gevoed werden met mooie praktijkverhalen om er vervolgens in de eigen organisaties iets mee te gaan doen. Wat er is nog veel te winnen, zo bleek ook uit de survey. Op de vraag of de RvC zich heeft bekwaamd in de belangrijkste onderwerpen die bij grensoverschrijdend gedrag horen, durfde slechts 29 % volmondig ja te zeggen, 53 procent vulde in:  niet eens/niet oneens. Het gros is dus feitelijk ‘niet’ bekwaam. Iets om over na te denken. Wat in elk geval helpt, zo bleek deze middag, is om erover te praten en ervaringen te delen. Barth: ‘De essentie van goed toezicht is (kijkend naar Lock) voor mij eveneens reflectie. Het helpt als je op je eigen functioneren durft te reflecteren. Maar machogedrag kan reflectie ernstig in de weg zitten.’ Lock tot slot nog in antwoord op het rapport Van Rijn: ‘De wereld is echt een andere dan tien jaar geleden. Zeker ook voor toezichthouders geldt: weet wat deze tijd nodig heeft.’