Pensioenakkoord: strategische discussie nodig

Wat wordt wiens rol?
Analyse

De wijzigingen in het tweede pijlerpensioen ten gevolge van het Pensioenakkoord zijn zo ingrijpend dat het voor negen van de tien pensioenfondsen om te beginnen zal leiden tot een strategische heroriëntatie. Monica Swalef, partner en Head of Pensions Advisory bij KPMG en Gitta Coenen, Manager bij KPMG Pensions Advisory over governance in het nieuwe Pensioenakkoord.

Pensioenakkoord

Het Pensioenakkoord leidt tot aanzienlijke verschuivingen in de verantwoordelijkheden en taken van de stakeholders van pensioenfondsen. Het proces om de verschillende partijen hun rol te laten vinden in de nieuwe constellatie vereist bij voorkeur een strakke regie van het pensioenfonds. Sociale partners, besturen, verantwoordings- en belanghebbendenorganen, intern toezicht, sleutelfunctiehouders, de certificerend actuaris, uitbestedingspartijen, externe toezichthouders, de accountant, individuele (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden: een keur aan partijen maakt deel uit van de governance van pensioenfondsen. Ze hebben elk hun rollen, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Zijn ze klaar om die te vervullen wanneer Nederland een nieuw pensioenstelsel heeft? En weten ze wat de komende jaren van hen wordt verwacht in de transitie naar dat nieuwe stelsel? Gaan partijen op tijd met elkaar in gesprek? Wie doet wat en in welke volgorde? Hebben alle betrokkenen hetzelfde kennisniveau?

Regierol bij bestuur

Op weg naar een succesvolle overgang is het noodzakelijk dat al deze partijen hun eigen besluitvormingsroutes volgen, elkaar op tijd weten te vinden en elkaar voortdurend op de hoogte houden van de gemaakte vorderingen. In de visie van KPMG neemt het bestuur van het pensioenfonds daarbij de regierol. Een externe partij kan daarbij ondersteunen door bijvoorbeeld de procesbegeleiding voor haar rekening te nemen. Het doel daarbij is alle stakeholders op dezelfde golflengte te krijgen en te houden. En ervoor te zorgen dat alle stakeholders op het juiste moment hun eigen besluiten evenwichtig kunnen nemen. Voortdurende afstemming is dan nodig, gevolgd door heldere afspraken. Het klopt dat nog niet alle details van het nieuwe stelsel bekend zijn. Die worden in de loop van 2021 nog in (definitieve) wetgeving en lagere regelgeving vastgelegd. Maar de grote lijn is méér dan duidelijk en dat betekent dat pensioenfondsen op dit moment al voortvarend met de transitie van start kunnen gaan. 

Strategische discussie

De wijzigingen in het tweede pijlerpensioen ten gevolge van het Pensioenakkoord zijn zo ingrijpend dat het voor negen van de tien pensioenfondsen om te beginnen zal leiden tot een strategische heroriëntatie. Wat wordt onze rol in het nieuwe stelsel? Wat willen, kunnen en moeten we doen, en wat niet? Waarin zullen we onderscheidend zijn? Het zijn vragen die eerst en vooral beantwoord moeten worden. Want ze grijpen diep in op de doelstellingen van het pensioenfonds en die doelstellingen zijn voor het hele transitieproces richtinggevend. Hoe gaat u die strategische discussie aan met uw stakeholders?

Rolverdeling transitieproces

Naast de strategische discussie zijn er nog andere onderwerpen die nu al aandacht vereisen. De governance van het transitieproces bijvoorbeeld: hoe verzekert u zich ervan dat alle betrokkenen in dat proces tijdig een bevredigende rol kunnen spelen? Voor het succes van de overgang naar het nieuwe stelsel – vertrouwen en draagvlak – is dat immers een bepalende factor. Het zijn veel radertjes die met elkaar verbonden moeten worden. Wij brachten dat bij KMPG in beeld. Kijk hier hoe dat er grafisch uit ziet.