Kwetsbaarheid geeft kracht

Socratisch gesprek voor toezichthouders

‘Doen!’ antwoordt zorgtoezichthouder en NVTZ-branche-ambassadeur Victor van Dijk op de vraag of hij het socratisch gesprek zou aanraden aan raden van toezicht. Het socratisch gesprek, dat zijn naam dankt aan de filosoof en vragensteller Socrates, is een gespreksmethode om eigen en andermans opvattingen en perspectieven te onderzoeken.

De raad van toezicht van IJsselheem, een woonzorgconcern in de ouderenzorg, onderzocht aan de hand van deze methode het vraagstuk ‘de kwaliteit van leven in de laatste levensfase’. Victor van Dijk, lid van deze raad en brancheambassadeur Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) bij de NVTZ, vertelt over zijn ervaringen met het socratisch gesprek. Victor van Dijk (63) heeft meer dan 40 jaar toezichtervaring in met name de non-profit sector, en heeft momenteel drie toezichthoudende functies.

Waarom hebben jullie gekozen voor het socratisch gesprek?

‘Wij hebben het socratisch gesprek gebruikt omdat we ons als raad wilden verdiepen in de kwaliteit van leven in de laatste levensfase. Dit thema was toen, in het begin van de coronacrisis, nog eens extra aan de orde in de verpleeghuiszorg. Er mocht geen bezoek meer komen op locatie en het gemeenschappelijke leven verdween. Zorgen voor een goede kwaliteit van leven van de bewoners is dan moeilijk waar te maken. Daar hadden we als organisatie last van en het greep ons ook persoonlijk aan, daarom wilden we dit thema verder onderzoeken. Daarnaast hadden we twee nieuwe leden en wilden wij ook als team meer naar elkaar toe groeien. Daarom hebben we toen gekozen voor het socratisch gesprek in plaats van de reguliere jaarlijkse evaluatie. Wij doen onze vergaderingen altijd samen met de raad van bestuur, zij deed dus ook mee aan het gesprek. We zijn in het gesprek begeleid door Paulien ’t Hoen van Radius.’

Hoe gaat het socratisch gesprek in zijn werk?

‘Het socratisch gesprek heeft een methodische aanpak. In een socratisch gesprek ga je uit van een casus, een situatiebeschrijving. Iedereen brengt één casus in, en de groep selecteert er één om nader te onderzoeken. Als je het bijvoorbeeld over de kwaliteit van samenwerking wil hebben, kies je een praktijkvoorbeeld waarin de kwaliteit van samenwerking even niet goed liep. Deze casus wordt heel concreet beschreven zodat de andere deelnemers de situatie helder voor ogen hebben. Daarna onderzoek je met elkaar de casus door vragen te stellen. Hierdoor hebben alle deelnemers de gelegenheid om zichzelf te verplaatsen in degene die de casus heeft ingebracht. Iedereen mag zeggen wat zij of hij gedaan zou hebben en welke waarden daarbij centraal staan Uiteindelijk leidt het ertoe dat je meer inzicht krijgt in wat elk van de leden verstaat onder goede samenwerking en hoe die te bereiken.’

Hoe hebben jullie het achteraf besproken, hoe werkt het door?

‘Het gesprek komt nog steeds af en toe aan de orde, ook al is het enige tijd geleden. Dat komt omdat het ieder van ons ook nieuwe inzichten heeft gebracht. Het gesprek heeft op mij echt indruk gemaakt, ik kan me alle aangedragen casussen en toelichtingen nog steeds herinneren. En ik heb ook handvatten aangereikt gekregen voor mijzelf. Ik weet dat andere leden van onze raad er ook nog steeds een goed gevoel over hebben. Heel veel van dit soort mooie momenten heb je ook niet met elkaar als raad van toezicht.’

Wat heeft het jullie als raad gebracht?

‘Door alles te willen onderzoeken moet je je ook kwetsbaar opstellen en kwetsbaarheid geeft kracht en dat is ook bij zo’n socratisch gesprek. We hebben elkaar echt beter leren kennen, professioneel en persoonlijk. Omdat je elkaar beter leert kennen, leidt dat ook tot meer respect voor elkaar en dat bevordert de samenwerking. Als je in zo’n situatie indringend met elkaar hebt gesproken en dat gaat allemaal goed, dan kun je ook op een later moment veel beter dat gesprek voeren. Het gesprek heeft ook echt bijgedragen aan het plezierige functioneren dat we als team ervaren. Waardegericht toezicht wordt alom omarmd, maar de echte waarden van de leden van de rvt in moeilijke situaties komen nauwelijks aan de orde. Je ziet waar mensen voor staan in een socratisch gesprek.’

In welke gevallen zou je een raad afraden om een socratisch gesprek te doen?

‘Als je als raad toe bent aan verdieping en met elkaar een vraagstelling wilt onderzoeken, dan is het socratisch gesprek een mooie manier. Maar als je in een conflictsituatie zit zou ik eerst proberen het conflict op te lossen. Voorwaarde voor het socratisch gesprek is dat er een basisveiligheid moet zijn binnen de raad. Je moet er echt van op aan kunnen dat wat er gezegd wordt, veilig is en dat niemand ermee aan de haal gaat. Dan werpt het ook zijn vruchten af. Als er wat schuurt kan het interessant zijn om bijvoorbeeld het vraagstuk “macht” te onderzoeken of het vraagstuk “samenwerking”. En dan kan een socratisch gesprek veel verhelderen, want er zijn verschillende manieren van kijken. Er moet wel bereidheid zijn om het als een onderzoek te zien. Je moet er niet ingaan met het idee ik ga mijn gelijk halen. Maar als je er met een nieuwsgierige blik ingaat dan is het hartstikke interessant. Mijn advies is: zorg ervoor dat je goed begeleid wordt, dan vallen er geen brokken en wordt het goed afgehecht.’

Zou je een socratisch gesprek aanraden aan andere raden van toezicht en waarom?

‘Je kunt het doen om de verbinding in het team te vergroten, maar het is ook een mooie manier om een moeilijke of ongemakkelijke vraag te bespreken. Ik vind het erg passen bij deze tijd en de wijze waarop het toezicht zich ontwikkelt. Het gaat om veel meer dan alleen compliance en risicobeheersing, maar om toezicht dat ook echt waarde toevoegt aan de organisatie en de maatschappelijke context waarin je functioneert. Good governance gaat er ook om dat je weet waarvoor je staat, dat je er bent om de goede zaak te dienen, dat je ook durft om vanuit een bredere maatschappelijke context te kijken. Dat zijn allemaal dingen die je normaal gesproken niet zomaar als raad doet. Kijk naar een thema als samenwerking, we hebben allemaal onze mond er vol van, maar als dat betekent dat jouw organisatie krimpt, vind je het dan nog ok? Zou je een deel van je zorg afstoten als je ziet dat een andere partij hier beter in is? Dit soort vragen zou je goed kunnen onderzoeken met het socratisch gesprek. Mijn advies: doen!’