‘Spreek bestuurders aan op sociale veiligheid’

Integriteit
Regeringscommissaris Mariëtte Hamer roept op tot actie tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag is overal. De aanpak ervan vraagt om cultuurverandering in onze organisaties en bestuurskamers. Volgens Mariëtte Hamer, onafhankelijk regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, ligt er een taak voor toezichthouders om hun invloed daarvoor aan te wenden. PwC-partner Jacobina Brinkman gaat over dit onderwerp in gesprek met Hamer. ‘Wacht niet tot het fout gaat.’

Tijdens een recent seminar in de reeks commissarissenontmoetingen van PwC verdiepten gastsprekers Mariëtte Hamer, Naomi Ellemers en Leo Epskamp zich met tachtig aanwezige toezichthouders in macht, cultuur en gedrag in de bestuurskamer. Thema’s die volgens Hamer alles te maken hebben met grensoverschrijdend gedrag. Alleen al omdat organisaties en leidinggevenden zich vaak niet bewust zijn van hun eigen cultuur, het gedrag of de macht die zij bezitten, of die door anderen aan hen zijn toegekend.

Jacobina Brinkman: Met onze bijeenkomsten willen we bijdragen aan het toezichthoudend beroep. Daarom kiezen we onderwerpen die van groot belang zijn, zoals (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. U concludeert eigenlijk, dat is overal?

Mariëtte Hamer: ‘Een op de twee vrouwen en een op de vijf mannen maakt in haar of zijn leven fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel geweld mee. Het probleem is blijkens deze cijfers nog urgenter dan we dachten en komt overal voor: thuis, op straat en op de werkvloer. We hebben er allemaal mee te maken. Dus iedereen die zegt: “In mijn bedrijf of sector gebeurt dat niet”, moet beseffen: dat kán bijna niet waar zijn.’

Die cijfers zijn schokkend. Tegelijkertijd creëren ze een maatschappelijk gesprek.

‘Ja, het onderwerp leeft en het maatschappelijke debat is zeker aanwezig. En dat is goed, want bewustwording is een eerste stap. Het feit dat er nu veel gemeld wordt – zoals bij De Wereld Draait Door, waar het gaat om grensoverschrijdend gedrag, niet specifiek seksueel – bevestigt dat we een geëmancipeerde samenleving worden. Werknemers denken vaker: “Je kunt wel mijn baas zijn, maar er is een grens”. Met elkaar verkennen en bepalen we opnieuw waar die grenzen liggen. Ik hoop dat we, onder andere door het maatschappelijk gesprek, toegroeien naar een samenleving waarin we op een gelijkwaardige manier met elkaar omgaan.’

In het eerste Impactoverzicht Seksueel grensoverschrijdend gedrag dat onlangs verscheen, zegt u dat de oplossing ligt in stevige cultuurverandering. Hoe kunnen toezichthouders daar concreet aan bijdragen?

‘De rol van commissarissen heeft twee kanten. Aan de ene kant is het belangrijk dat ze toetsen of de basis qua beleid in de organisatie op orde is. Denk aan onafhankelijke en goed opgeleide vertrouwenspersonen, gedragscodes en menselijke en adequate meldprocedures. Bevraag directies en besturen daarop. Aan de andere kant is een veilige cultuur ook van groot belang – vooral ter preventie. Daarvoor zou ik tegen commissarissen zeggen: gebruik je toezichthoudende rol om een thermometer in de organisatie te steken. Ga met een ondernemingsraad in gesprek, ontdek wat de interne cultuur is en of mensen zich veilig voelen. En een meer diverse cultuur is vaak ook veiliger, dus investeer daarin bij het inwerken. Het kan een discussie worden: kies je voor regels of ga je in gesprek over normen en waarden? Ik denk dat je allebei moet doen – gedragscodes én cultuurverandering. Niet het een of het ander.’

Mooi dat u die diversiteit noemt, dat vind ik zelf ook een belangrijk aspect. En een van de redenen waarom ik blij ben met de gemiddelde leeftijd van 33 bij PwC. Maar toezichthouders zijn veelal van een iets oudere generatie en ik merk soms bij hen de neiging de toename in meldingen als modisch te zien. Terwijl jonge mensen er heel anders over denken. Speelt leeftijd een rol?

‘Elke generatie neemt iets mee van wat de vorige generatie heeft geleerd. Ik ben zelf op mijn veertigste moeder geworden en via mijn 24-jarige dochter hoor ik dagelijks hoe haar generatie hiermee omgaat. We leren van elkaar. Gedrag dat ik geaccepteerd heb, daarvan denken mijn dochter en haar vriendinnen sneller “Hé, dit is niet oké”. Ik heb dat echt moeten leren.’

Herkenbaar. Je gaat er door de tijd heen anders naar kijken.

‘Dat is cultuurverandering. Zo zullen we er over twintig jaar waarschijnlijk weer anders over denken. En juist oudere toezichthouders kunnen veel impact hebben door over bepaald gedrag te zeggen dat het niet oké is. Ook als het hen persoonlijk niet treft. Veel slachtoffers of melders vertellen dat het veel betekende als een omstander het ongewenste gedrag voor hen heeft opgemerkt. Daardoor voelen ze zich gezien en erkend.’

Naomi Ellemers, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit Utrecht en een van de andere sprekers, zei in haar bijdrage: “Organisaties hebben vaak wel in beeld wat is toegestaan, het juridisch belang, en wat ze ermee winnen, het zakelijk belang. Maar wie ze willen zijn, is veel minder duidelijk”. Hoe sluit dat aan bij uw visie?

‘Je moet met elkaar in gesprek over belangrijke onderwerpen zoals cultuur en gedrag. Als toezichthouder ben je cultuurdrager in een organisatie. Jij moet ervoor zorgen dat je met elkaar – raad van commissarissen, bestuur en leidinggevenden – het gesprek aangaat en ontdekt welke waarden je samen hebt en welke normen je daaruit afleidt. Hoe kun je, met iedereen op zijn eigen plek, in jouw organisatie dat gesprek op gang brengen? Dan komen er misschien opmerkingen als: “Mag ik nou geen complimentjes meer maken?” Maar draai dat dan eens om naar: “Wat vinden we allemaal prettig?” Praat erover.’

Een vorm van in gesprek gaan die in de paneldiscussie werd voorgesteld als goed preventiemiddel is intervisie in bedrijven. Hoe kijkt u daar tegenaan?

‘Ik denk dat begeleiding, waaronder intervisie, heel belangrijk is en dat we daar veel te weinig aan doen. Mensen gaan zich gedragen naar de cultuur die er is. We hebben het nodig – ook in de bestuurskamer – dat iemand ons een spiegel voorhoudt en vraagt wat we eigenlijk aan het doen zijn. Waardoor heb je signalen gemist? En wat kun je doen om te leren wat in jouw organisatie werkt? Want je lost het probleem van grensoverschrijdend gedrag niet op door alléén maar te praten. Je moet ook aan de slag met systemische aspecten, zoals machtsongelijkheid, waardoor iets is gelopen zoals het is gelopen.’

Wat is uw oproep aan alle toezichthouders in Nederland?

‘Mijn belangrijkste advies: wacht niet tot het fout gaat. Denk nu na over wat je het beste kunt doen als er een melding komt. Nu komen veel organisaties pas in actie na een melding en vaak wordt er dan snel een onderzoeksbureau ingeschakeld. Schiet niet meteen in die juridische molen: soms doet mediation meer dan een heel onderzoek. En stel je toch een onderzoek in? Zorg dat het echt onafhankelijk is en bedenk met elkaar eerst goed wat je ermee wilt bereiken. En ik zou graag willen dat we er met elkaar permanent over in gesprek blijven. Dat zijn we ook verplicht aan de jongere generatie. Ik adviseer het kabinet over een nationaal actieprogramma, van preventie tot aan justitie, jullie werken aan beleid en cultuurverandering. En dan hoop ik dat we hier over drie jaar weer zitten en kunnen bespreken wat er allemaal is gedaan en veranderd.’

Jacobina Brinkman is verantwoordelijk voor het programma Commissarissenontmoetingen van PwC.