Streep door klimaatzaak Shell
In hoger beroep sneuvelde de gerechtelijke uitspraak dat olie- en gasbedrijf Shell de CO2-uitstoot in 2030 met 45% verminderd moest hebben. Wat betekent dit voor commissarissen en toezichthouders van andere bedrijven? En welke rol ligt er voor een nieuwe Monitoring Commissie Corporate Governance?
In de boardroom van Shell is vast de champagne ontkurkt nadat het Gerechtshof Den Haag in hoger beroep het eerdere klimaatvonnis tegen het olie- en gasbedrijf vernietigde in de door Milieudefensie aangespannen zaak. Het bedrijf hoeft niet langer verplicht de CO₂-uitstoot met 45% (ten opzichte van 2019) te reduceren in 2030. Het hof oordeelde dat dit wereldwijd gemiddelde een te algemene norm is om aan individuele bedrijven als Shell te kunnen worden opgelegd. In de Urgenda-klimaatzaak tegen de Nederlandse staat (verplicht terugbrengen van de CO2-uitstoot met 25%) hield zo’n generieke reductienorm overigens wel stand.
We blijven met z’n allen tanken
Maar het hof had nog meer argumenten. Er zou niet bewezen zijn dat Shell niet op schema ligt met het verminderen van de uitstoot in de eigen raffinaderijen. Bovendien vindt het hof het ‘niet effectief’ om het bedrijf te verplichten om de uitstoot te verminderen de keten, dus bij de klanten. Zolang we met zijn allen blijven autorijden en tanken, blijft er immers vraag naar fossiele brandstoffen. Als Shell gedwongen wordt de uitstoot versneld te beperken, zouden andere spelers in de olie- en gassector in het gat springen. De mondiale uitstoot zou dus niet minder worden, terwijl de internationale concurrentiepositie van Shell wel zou worden aangetast. Laat de politiek maar meer zijn best doen om de vraag terug te dringen, zegt Shell zelf.
Angst voor aansprakelijkheid
Ook in de bestuurskamers van andere Nederlandse bedrijven zal een zucht van verlichting zijn geslaakt. En dan met name in die van ING en Ahold Delhaize, de bedrijven waartegen Milieudefensie rechtszaken voorbereidt en de andere ondernemingen op de hitlist van de ngo. Maar ook door het bedrijfsleven in bredere zin. Als in hoger beroep de klimaatzaak tegen Shell overeind was gebleven zou dat slecht nieuws zijn geweest voor het Nederlandse vestigingsklimaat, zo wordt gesteld. En dan is er nog de precedentwerking: wie durft er dan nog bestuurder of commissaris te worden van bedrijven die onder het vergrootglas liggen van Milieudefensie of de maatschappij at large? Voor je het weet heb je dan een aansprakelijkheidsclaim aan de broek, zo is de vrees.
Burgers beschermen tegen klimaatverandering
Maar dat is allemaal nog te vroeg gejuicht. Ja, de streep door de klimaatzaak is een klap voor Milieudefensie, dat overigens nog wel in cassatie zou kunnen gaan (net als Shell zelf). De Hoge Raad buigt zich dan over de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag en geeft een definitief oordeel. Maar ook het huidige vonnis biedt nog wel perspectief voor toekomstige klimaatzaken. Daarin wordt namelijk gesteld dat bedrijven burgers tegen klimaatverandering moeten beschermen, waarmee hun maatschappelijke zorgplicht wordt erkend. En dat zou de weg kunnen vrijmaken voor processen op basis van EU-duurzaamheidsrichtlijnen als de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), die grote ondernemingen verplicht tot het opstellen en uitvoeren van een klimaattransitieplan.
Pietje precies
Shell wil overigens achthonderd nieuwe olie- en gasvelden gaan ontwikkelen. In de huidige uitspraak van het hof in Den Haag staat te lezen dat deze plannen ‘op gespannen voet kunnen staan’ met het tegengaan van klimaatverandering. Maar dát was niet de inzet van Milieudefensie, dus de uitspraak van het hof richt zich niet op dit aspect. Leerpunt (en perspectief) voor Milieudefensie: wees volgende keer íetsje concreter.
Ga gesprek aan over maatschappelijke zorgplicht
Het sneuvelen van de klimaatzaak tegen Shell betekent dan ook niet dat bestuurders en commissarissen klimaat weer opgelucht van de agenda kunnen halen. Allereerst is er de implementatie van de CSRD en komt de CSDDD er dus nog aan. Maar naast toezicht houden op de naleving van deze EU-regelgeving en compliancerisico’s ligt er voor commissarissen veel fundamenteler rol, voortvloeiend uit hun wettelijke taakstelling en het afwegen van de belangen van alle stakeholders: het gesprek met bestuurders aangaan over de maatschappelijke zorgplicht.
Weerstand bij schragende partijen
Pauline van der Meer Mohr, de vorige voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, wilde de maatschappelijke zorgplicht opnemen in de geactualiseerde code, maar moest daarvan afzien, na weerstand bij de schragende partijen als VNO-NCW en Veuo, uit angst voor aansprakelijkheidsrisico’s. Sindsdien lijken de tegenstellingen alleen maar te hebben verscherpt, want inmiddels is de FNV uit de commissie gestapt. De vakbond vindt dat de belangenbehartigers van de werkgevers en de beursgenoteerde bedrijven zich binnen de commissie eenzijdig richten op ‘het tevreden stellen van aandeelhouders en winstmaximalisatie’.
Sense of urgency
Inmiddels is er een nieuwe voorzitter gevonden: Rob van Wingerden, oud-BAM-topman en interim-ceo van bouwbedrijf Strukton. Van Wingerden moet een nieuwe commissie gaan samenstellen, alle kikkers in de kruiwagen zien te houden en die ene misschien weer terug weten te winnen. En hopelijk weet hij die maatschappelijke zorgplicht wél in de code te krijgen. De sense of urgency is er al, zo komt naar voren uit een eerder interview (2018) in het blad Management Scope met de toenmalig BAM-ceo:
Als Rob van Wingerden tijdens een vakantie met zijn gezin in Canada een gletsjer bezoekt, komt de klimaatverandering heel dichtbij. Vanaf het parkeerterrein moet er eerst een half uur tot drie kwartier over een zandvlakte worden gelopen voor de ijsmassa is bereikt. Zijn oog valt op een foto: 30 jaar eerder konden bezoekers nog direct vanaf het parkeerterrein op het ijs stappen. Sinds 1985 trekt de gletsjer zich echter met tien meter per jaar terug. Van Wingerden kijkt zijn kinderen aan en zegt: “Als jullie hier later ooit met je eigen kinderen komen, is de gletsjer misschien wel helemaal verdwenen.” ‘Toen kwam de opwarming van de aarde echt bij me binnen.’
'Het is simpel, maar niet eenvoudig'
Inmiddels zijn we alweer jaren verder, heeft de gletsjer zich ongetwijfeld nog verder teruggetrokken en is de urgentie alleen maar groter geworden. Nu de klimaatzaak tegen Shell de Nederlandse boardrooms voorlopig niet opschudt, ligt er een aanjagende rol voor commissie & code. In het eerdergenoemde interview doet Van Wingerden een uitspraak over cultuur en gedrag als sleutels voor het oplossen van complexe vraagstukken als digitalisering en duurzaamheid. Die lijkt ook zeer van toepassing op zijn nieuwe rol als commissievoorzitter: ‘Het is simpel, maar niet eenvoudig.’