Toezicht in Transitie: een wereld te winnen

‘Verschil tussen privépersoon en toezichthouder’
Onderzoek

De veelheid aan transitie in samenleving, natuur en economie vraagt om vernieuwing. De raad van toezicht kan daar een stimulerende rol in spelen, zo zetten Dick de Waard en Robert Reekers uiteen in hun essay, gebaseerd op onderzoek van Governance Noord en de Rijksuniversiteit Groningen onder toezichthouders in het noorden van het land. Uit het onderzoek blijkt dat er nog een wereld te winnen is. 'Duurzaamheidsvraagstukken staan in de praktijk nog weinig op de agenda. Er is nauwelijks sprake van actieve advisering over dergelijke vraagstukken.'

De basis van het essay is een onderzoek uitgevoerd door Harma de Boer, Stefanie Drewes, Jeske Sijbel en Dick de Waard onder 31 leden van raden van toezicht van vooral zorginstellingen en onderwijsinstellingen. Daarbij is aan de hand van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties gekeken naar de drie belangrijkste achterliggende perspectieven: people, planet en prosperity. Het doel van het onderzoek was om te kijken hoe leden van raden van toezicht de ontwikkelingen vanuit deze drie perspectieven betrekken in hun rol als toezichthouder. De SDG’s vormen een raamwerk van zeventien belangrijke strategische doelen op het gebied van gelijkheid in ontwikkelingskansen en omvang op het gebied van welvaart, veiligheid, gezondheid en milieu. Deze omvatten in totaal vijf relevante perspectieven: people, planet, prosperity, peace en partnership. De eerste drie werden al door John Elkington als het Triple P-raamwerk omschreven en vormen ook de basis van dit onderzoek.

Uitkomsten

Een belangrijke en opmerkelijke vondst in het onderzoek is dat de geïnterviewde toezichthouders een verschil voelen in verantwoordelijkheid wanneer het gaat om henzelf als privépersoon en wanneer het gaat om de verantwoordelijkheid als toezichthouder. Als privépersoon voelen mensen zich meer verantwoordelijk voor het bereiken van SDG’s dan als lid van een raad van toezicht. Toezichthouders hebben, volgend uit de verschillende codes van goed bestuur en toezicht (governance codes), drie rollen: de toezichthoudende rol, de klankbord rol en de werkgeversrol. Met name in de balans tussen enerzijds toezichthouden en anderzijds adviseren/klankborden zit nog een belangrijke discrepantie van hoe deze in de werkelijkheid beleefd wordt en hoe toezichthouders deze balans zouden willen hebben, zo laat het onderzoek zien. De geïnterviewde toezichthouders zouden dan ook graag meer benut worden in hun klankbord rol.

Menselijk kapitaal

Van de drie eerdergenoemde perspectieven is het menselijk kapitaal de eerste en gaat het onderzoek over de rol van toezichthouders nader in op de vijf volgende SDG’s: geen armoede, geen honger, goede gezondheid en welzijn, kwaliteitsonderwijs en gendergelijkheid. Toezichthouders die in gesprek gaan met medewerkers, doen dat meestal via contact met ondernemingsraden en andere interne medezeggenschapsorganen. Men geeft daarbij aan het belangrijk te vinden welke vraagstukken spelen bij personeel en andere belanghebbenden. Ook gezondheid en welzijn is een belangrijk aandachtspunt, maar wordt vaak vanuit ziekteverzuim benaderd. Over gelijkheid houden toezichthouders zich op de vlakte in het onderzoek. Het wordt vooral als verantwoordelijkheid van de bestuurder gezien. Ook als het gaat over inclusiviteit en gelijke behandeling is ongemak zichtbaar in de antwoorden van de respondenten omdat dit vanuit toezichthouders nog onvoldoende uit de verf komt.

Natuurlijk kapitaal

Planet gaat over de volgende SDG’s: schoon water, verantwoorde consumptie/productie, klimaatactie, leven in het water en leven op het land. De grootste gemene deler van deze planet gerelateerde SDG’s is aandacht voor de kwaliteit van de natuur. Over het algemeen blijkt uit de antwoorden van de geïnterviewden dat er nog vrij weinig aandacht wordt besteed aan het monitoren van duurzame operationele optimalisatie. Op zich wordt daarbij wel veel aandacht besteed aan samenwerking richting positieve resultaten en procesoptimalisatie, maar veel minder aan milieuvraagstukken. Uit het onderzoek blijkt dat duurzaamheidsvraagstukken in de praktijk nog weinig op de agenda staan van de geïnterviewde raden van toezicht, waardoor er ook beperkt sprake is van kwantificering van duurzame doelen en toezicht op de realisatie van zulke doelen. Er is nauwelijks sprake van actieve advisering over dergelijke vraagstukken. Duidelijk is, dat de aandacht voor de milieu gerelateerde vraagstukken bij de betreffende raden van toezicht zeer beperkt is ook wanneer deze aansluiten op de strategie van de organisatie. De geïnterviewden geven aan, dat hierin op middellange termijn verandering moet komen. Toezichthouders geven ook aan milieuvraagstukken persoonlijk juist erg belangrijk te vinden, maar nemen deze persoonlijke, soms sterke overtuigingen, niet mee de raad van toezicht vergadering in. Hierin is dus eerdergenoemde discrepantie tussen de privé persoon enerzijds en de rol als toezichthouder anderzijds merkbaar.

Financieel kapitaal

Als derde en laatste perspectief richt prosperity zich op de financiële SDG’s: betaalbare & duurzame energie, waardig werk & economische groei, industrie, innovatie & infrastructuur, ongelijkheid verminderen en duurzame steden & gemeenschappen. Traditioneel is financiën een belangrijke portfolio in de raad van toezicht, zeker gezien vanuit de continuïteit van de organisatie. Wat betreft duurzame en goedkope energie ziet men veel kansen in algemene zin, maar brengt men dit weinig ter sprake in gesprekken met de bestuurder. Organisaties hebben sociale impact (dan wel positief, dan wel negatief) met inkoop, maar de geïnterviewde toezichthouders lijken slechts beperkt te kijken naar de sociale kant van het beleid. Uit het onderzoek blijkt verder dat de betreffende toezichthouders van mening zijn dat er in een profielschets van een toekomstig bestuurder nadrukkelijk aandacht moet zijn voor digitalisering, maar aandacht voor transitie en duurzaamheid blijft daarbij achter.

Transitie Aanbevelingen

De Waard en Reekers geven in hun essay drie belangrijke transitie aanbevelingen voor toezichthouders:

  • Kom goed beslagen ten ijs, zorg ervoor dat leden van de raden van toezicht kennis nemen van de SDG’s. Brancheverenigingen kunnen daarbij vaak helpen met bruikbare informatie over transities en duurzaamheid die al beschikbaar is.
  • Benut de brede werkgeversrol. De raad kan als werkgever van het bestuur (en zichzelf) invloed uitoefenen op de wijze waarop een organisatie kijkt naar transitie. Bijvoorbeeld door middel van concrete, realistische doelstellingen op het gebied van duurzaamheid, of door SDG ambities op te nemen in het strategisch beleidsplan, of door bestuurders aan te stellen met een intrinsieke drive rondom deze transitievraagstukken etc.
  • Organiseer een themabijeenkomst met bestuur en toezicht over transitie en SDG’s. En laat de bestuurder(s) in kaart brengen wat er zoal gedaan wordt en welke ambities zouden kunnen passen bij de organisatie.

Samenvatting door Martijn Groenewold, beleidsmedewerker NVTZ. Het gehele essay is terug te vinden op de website van Governance Noord.