Van intern toezicht naar ‘raad van verbinding’

De toezichthouder in de zorg is een hoeder van de multi-loog
Veel beweging, weinig vooruitgang?

Voor het derde achtereenvolgende jaar brengt de Wetenschappelijke Adviesraad van de NVTZ een Signalement uit, met daarin drie belangrijke trends waar elke toezichthouder in zorg en welzijn van op de hoogte moet zijn. Ditmaal met een duidelijke call to action om de zorg en welzijn ook in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief goed te kunnen houden.

De afgelopen jaren is er op verschillende wijzen ingezet om de maatschappelijke opgaven die voor ons liggen te adresseren. Denk aan de inzet op preventie, programma’s om de aantrekkelijkheid van zorg en welzijn als werkgever te vergroten en de decentralisatie van (jeugd)zorgtaken naar gemeenten. In deze en andere voorbeelden blijkt samenwerking - in vele vormen en maten - een essentieel ingrediënt te zijn om de beoogde doelstellingen te bereiken. Ook de corona pandemie en de toegenomen schaarste in middelen en arbeid hebben des te duidelijker gemaakt dat partijen elkaar nodig hebben om complexe vraagstukken het hoofd te bieden. De rol van de toezichthouder in al deze vormen van samenwerken, blijft vaak onderbelicht. Daarom focust het Signalement 2021 zich op drie thema’s op het gebied van samenwerken rondom zorg- en welzijnsvraagstukken en de rol van de toezichthouder daarin.

De juiste zorg op de juiste schaal

Samenwerken is een terugkerend element in initiatieven die bedoeld zijn om zorg en welzijn anders te organiseren en in te richten. Er zijn dan ook genoeg best practices te vinden, waarbij samenwerken daadwerkelijk toegevoegde waarde heeft voor cliënten, professionals en burgers. Risico is echter dat samenwerken te makkelijk als een one size fits all oplossing wordt gezien. Het te weinig doordacht achter de trend aan lopen, kan leiden tot een gevoel van ‘veel beweging, maar weinig vooruitgang’. De juiste schaal is een van de onderwerpen waarover heldere afspraken gemaakt dienen te worden bij het aangaan van samenwerkingsverbanden. De verkeerde schaalgrootte kan in de praktijk onduidelijkheid, onnodig overleg, weinig voortgang en financiële risico’s met zich meebrengen. Het Signalement beschrijft vijf factoren die van belang zijn bij het kiezen van de juiste schaal en onderschrijft het belang van gedeelde regiobeelden onder de samenwerkende partijen.

De governance van netwerken

Een bestaan veel vragen als het gaat om de rol van de toezichthouder in samenwerkingsverbanden. Hoe we bestuur en toezicht invullen binnen een hiërarchische organisatie, matcht over het algemeen niet met datgene wat nodig is binnen een horizontaal netwerk waarin wederzijdse afhankelijkheid, op basis van samenwerking en vertrouwen, centraal dient te staan. Er is behoefte aan meer helderheid over de invulling van leiderschap, verantwoording en toezicht binnen samenwerkingsverbanden. Dit vraagt een herijking in de wijze waarop we nu naar governance kijken. Er is geen eenduidig antwoord over de wijze waarop de governance van samenwerkingsverbanden het meest passend ingevuld kan worden. Het is een kwestie van maatwerk. Wel zijn er een paar stelregels: de governance moet dienend zijn aan de maatschappelijke opgave, omvang, mate van formalisering etc. Maar ook de ontwikkelingsfase waarin de samenwerking zich bevindt, is een goede indicator van zowel het type samenwerkingsverband dat nodig is, als de governancestructuur die daar het beste bij past. Het Signalement beschrijft een aantal richtlijnen voor het bepalen van de best passende governancestructuur en biedt een aantal handvatten voor de toezichthouder binnen samenwerkingsverbanden.

De toezichthouder als hoeder van de multi-loog

Tot slot roept het Signalement de toezichthouder op een actieve(re) rol naast het bestuur in te nemen, als het gaat om de samenwerking met belanghouders. Dit begint bij toezichthouders die een grotere verantwoordelijkheid voelen voor de doelstellingen van het gehele netwerk en niet alleen voor de belangen van de eigen organisatie. Dat vraagt een breed bewustzijn van de maatschappelijke context, de verschillende belangen die er spelen en de positie die de eigen organisatie inneemt in het grotere geheel. Ook past hierbij een verantwoordingsstijl van niet alleen terugkijken, maar vooral ook ‘vooruitkijken’: waar willen we naar toe en wie of wat is daar voor nodig? De toezichthouder zal nieuwe wijzen moeten verkennen om met ‘de buitenwereld’ te interacteren om zo het eigen perspectief te verbreden. Ook dient hij of zij er op toe te zien dat gesprekken die op andere niveaus gevoerd moeten worden, ook daadwerkelijk gevoerd worden. Dit kan door hier initiërend, faciliterend of toetsend in op te treden richting het bestuur. De toezichthouder die dit tot de eigen verantwoordelijkheid beziet, ontwikkelt zich tot een hoeder van de multi-loog. De vraag is dan ook of de veel gebruikte term ‘intern toezicht’ nog steeds recht doet aan de rol van deze nieuwe stijl toezichthouder. Wellicht dat we meer kunnen spreken over een ‘raad van verbinding’.

==

Het Signalement is te bestellen via deze link.