Vijf redenen voor de rvc om géén interim directeur in te zetten… of toch wel?
Overbrugging na het vertrek van een directeur, operationele problemen, een crisis of een dreigend faillissement: het zijn klassieke redenen voor de raad van commissarissen om de hulp van een interim directeur in te roepen. Toch besluiten toezichthouders soms niet of te laat tot de inzet van tijdelijke externe ondersteuning, op basis van onjuiste argumenten. Gerard Rohaan, vennoot van Custom Management Interim Directeuren, schetst vijf misvattingen.
1. Een interim directeur kent de business niet
Vaak beschikt een interim directeur inderdaad niet over diepgaande kennis van het betreffende bedrijf of de sector waarin het bedrijf actief is. De gemiddelde interim directeur is geen specialist, maar een generalist: hij of zij is werkzaam geweest in verschillende sectoren en beschikt over brede ervaring in het verbeteren van bedrijfsresultaten en in herstructureringen vanuit bestuurlijk oogpunt. Eigenlijk net als de raad van commissarissen zelf, die het bedrijf immers óók vanuit multidisciplinaire kennis en ervaring bijstaat, maar dan met toezicht en advies.
Problemen oplossen
Bij de inzet van een interim directeur is meestal niet de sectorexpertise het belangrijkst, maar ervaring met het oplossen van de problemen waarmee het bedrijf worstelt. Daarbij kan het gaan om operationele vraagstukken, een crisis of een dreigend faillissement, maar ook om groeimanagement, een transformatie, een strategische heroriëntatie of de behoefte aan professionalisering.
Het belang van persoonlijk leiderschap
Daarnaast dient een interim directeur bedreven te zijn in het creëren van draagvlak. Inhoudelijk gezag is niet voldoende om positieve verandering te bewerkstelligen. Je krijgt mensen pas mee als ze zich met jou als leider identificeren en zich graag aan je spiegelen: ‘Ook ík wil me inzetten.’ Het leiderschap van de interim directeur is dus een combinatie van expertmacht en referentiemacht: persoonlijk leiderschap en de expertise om bedrijven in problemen weer op de rit te krijgen.
2. Een interim directeur past niet in de bedrijfscultuur
Een interim directeur maakt als externe geen deel uit van de bedrijfscultuur, maar zal deze altijd respecteren. Alleen daar waar er sprake is van een zieke bedrijfscultuur, bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag of fraude, zal de interim bestuurder ingrijpen en met de integere medewerkers een cultuuromslag inzetten. Ook daarvoor is overigens geen sectorkennis nodig, maar generalistische referentiemacht. Sterker nog, een goede persoonlijke én culturele fit is een van de belangrijkste selectiecriteria bij interim opdrachten. De interim directeur spreekt aan het begin van de opdracht met veel medewerkers uit alle geledingen van het bedrijf en krijgt op die manier een goed beeld van de bedrijfscultuur. Hij of zij zal daarmee rekening houden bij de formulering en de uitvoering van het plan van aanpak.
Lastig gesprek voeren
Tegelijkertijd is de volgende uitspraak van toepassing: ‘Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.’ Een interim directeur biedt het externe perspectief en de frisse blik die doorgaans zo hard nodig zijn. Hij of zij is niet belast met het verleden en maakt geen deel uit van de interne politieke verhoudingen. Juist die onafhankelijke positie stelt in staat om ingesleten patronen te doorbreken en vastgeroeste posities los te weken. Bij het begin van de interim opdracht wordt vaak aangegeven dat de positie van sommige managers of medewerkers om bepaalde redenen niet houdbaar is. Veelal betreft dit personen die in de bestaande bedrijfscultuur hun rol kunnen blijven vervullen, ondanks het feit dat ze niet goed functioneren. Iedereen weet het, maar niemand gaat het lastige gesprek aan. Een interim directeur neemt die verantwoordelijkheid wél.
Alert zijn op signalen
Ook hier valt een parallel te trekken met commissarissen: ook zij maken als onafhankelijke leden van de rvc geen deel uit van de bedrijfscultuur. Verder moeten ook commissarissen zich een beeld vormen van wat er in het bedrijf speelt, alert zijn op signalen van een ongezonde cultuur en integriteitsproblemen én zo nodig het lastige gesprek aangaan in het bestuur.
Er is echter een duidelijk verschil: commissarissen staan per definitie op afstand en houden alleen toezicht op het beleid en de uitvoering daarvan. Interim directeuren kunnen wél (tijdelijk) plaatsnemen op de stoel van de bestuurder en bijvoorbeeld een cultuurverandering in gang zetten.
3. Een interim directeur is niet betrokken
Een interim directeur is per definitie een buitenstaander. Dat leidt bij de managers en medewerkers in het bedrijf soms tot de onterechte beeldvorming van een kille saneerder, die over hun hoofd heen en zonder oog voor de mens ingrijpende maatregelen neemt. Een goede interim directeur acteert echter nooit alleen, maar altijd in nauwe samenwerking en rekening houdend met de belangen van interne en externe stakeholders. Een interim directeur is een betrokken buitenstaander.
Nauw samenspel met rvc
Commissarissen zijn eveneens ‘betrokken buitenstaanders’ en hebben de taak om de belangen van een brede kring stakeholders te wegen en te behartigen. Zeker in een crisissituatie is een nauw samenspel tussen interim directeur en raad van commissarissen dan ook gewenst voor snelle, kwalitatieve en gedragen besluitvorming.
4. Een interim directeur biedt geen continuïteit
Bij de start van de interim opdracht staat al vast dat deze binnen afzienbare tijd ook weer zal eindigen. Juist dat tijdelijke karakter maakt de interim directeur effectief. Hij of zij kan zich specifiek richten op de oplossing van het voorliggende probleem, zonder daarbij te worden afgeleid door zaken die op de langere termijn spelen. Die behoeven pas aandacht (van het reguliere management) als het bedrijf weer een toekomst heeft of naar een nieuwe fase in de levenscyclus is geloodst. Dat gezegd hebbende: ook een interim bestuurder zal vanzelfsprekend altijd moeten opereren binnen de langetermijnstrategie van de onderneming. Voor een interim directeur is de opdracht pas afgerond als aan de afspraak is voldaan en een zorgvuldige overdracht aan zijn of haar opvolger heeft plaatsgevonden.
Tijd winnen voor zoektocht naar nieuwe ceo
Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van commissarissen is het bewaken van de continuïteit: zowel van het bedrijf zelf als van het leiderschap. Bij belet of ontstentenis van de zittende directeur, na een bestuurlijk conflict of bij opvolgingsproblematiek kan de rvc ter overbrugging een interim directeur inzetten. Dat geeft de raad de tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe ceo of een andere bezetting van bestuur, directie of managementteam.
5. Een interim directeur is te duur
De inzet van een interim directeur kost geld. Bij de fee moet echter niet alleen gekeken worden naar het bedrag in absolute zin, maar naar de gerealiseerde waarde voor het bedrijf en de stakeholders. Denk aan het veiligstellen van de continuïteit en het behoud van werkgelegenheid, het verbeteren van de bedrijfsvoering, het vergroten van omzet, winst en marktaandeel en het versterken van de concurrentiepositie en de innovatiekracht.
Investering in continuïteit
De raad van commissarissen kan de inzet van een interim directeur dan ook zien als een weloverwogen investering in de continuïteit en daarmee in de toekomst van het bedrijf.
Klik hier voor contact met Gerard Rohaan.