‘Voorzitter van boegbeeld naar verbinder’

Voorzitterschap rvc/rvt vraagt nieuwe kwaliteiten
Programma voor voorzitters

De tijd dat een voorzitter van de rvc of rvt de ‘grote leider’ was, is voorbij. Hiërarchie en ‘laat mij maar, dan komt het wel goed’, maakt plaats voor een voorzitter als luisterende en ruimte gevende teamplayer. ‘Maar wel iemand die nog altijd de visie neerzet en richting geeft’, stelt Marianne Luyer, business development partner NR. Ze zegt in dit interview ook: ‘Rvc’s en rvt’s zijn te vaak nog veel te tevreden met zichzelf. Over stukken praten is gemakzucht, terwijl denkkracht wordt gevraagd.’

Is het tijd voor een nieuwe stijl van leiderschap voor voorzitters van rvc’s en rvt’s?

Marianne Luyer: ‘Zeker. We hebben de tijd gehad dat een voorzitter als boegbeeld werd gezien. Iemand die suste bij issues en zei: “laat mij maar, dan komt het goed. Slaap maar rustig verder”. Ik doe veel evaluaties bij rvc’s en rvt’s en dan komt steeds naar voren hoe tevreden toezichtsorganen met zichzelf zijn. Uit onderzoek blijkt nog steeds dat er meer dan 90% tevredenheid is over zichzelf. We zitten als toezicht veel te veel in onze comfort zone. We voelen ons “convenient” bij het afwerken van een agenda. Dat geeft houvast. Terwijl denkkracht van toezichthouders wordt gevraagd om problemen op te lossen. Over agendastukken praten kan leiden tot bestuurlijke gemakzucht. In plaats van je verschuilen achter het afvinken van de jaarcijfers, begroting en juiste governance, moet je je als raad bezig gaan houden met vragen als: hoe helpen wij als raad het bestuur om maatschappelijke vraagstukken op te lossen? Hoe zetten we onze denkkracht – die er vaak zeker is – daarvoor in? Opdat de raad meerwaarde kan inbrengen in het gesprek met het bestuur. Hier ligt ook een rol voor de voorzitter. Het verhogen van de ambitie van een raad en het stimuleren van de (denk)kracht van de raad hoort bij de rol van een moderne voorzitter.’

Dat vraagt een andere rol van de voorzitter?

‘Ja. De hiërarchische rol van de voorzitter moet er een worden van een teamplayer. Iemand die wel de lijntjes uitzet, maar ook kan luisteren en collega leden van de raad ruimte biedt om hun inbreng te geven. De voorzitter van nu is veel meer een procesbegeleider. Neem iets als diversiteit. De samenstelling van teams verandert momenteel snel. Daardoor veranderen ook de ‘mores’ in onze vergadercultuur. Eigenschap van mores is dat die niet worden uitgelegd. Je moet ervaren wat de norm is in het omgaan met elkaar. In onze Nederlandse vergadercultuur vinden we dat vaak lastig. We willen het in vergaderingen vooral netjes houden, geen emotie tonen en als we het niet meer weten zetten we er gewoon een werkgroep op. Als de vergadering dan anders verloopt door ander gedrag, ofwel men houdt zich niet aan de “mores”, dan kunnen andere daar heftig op reageren en daar heeft zeker ook de voorzitter dan moeite mee om het te kanaliseren. Vervolgens is de kans groot dat de verkeerde interventies worden gedaan waardoor de spanning alleen nog maar meer oploopt. Een beetje vergelijkbaar met de aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Daar is ook van bekend dat juist door de verkeerde aanpak een vraagstuk groter wordt dan nodig. Cruciaal is dan hoe voorzitters handelen. Ik heb meegemaakt dat leden van een rvc een advocaat inzetten om de voorzitter te beschuldigen. Of een voorzitter die escaleerde naar de minister of een andere autoriteit bij een incident binnen de raad. Het stagneert allemaal besluitvorming. De voorzitter anno 2025 moet over andere kwaliteiten beschikken. De moderne voorzitter opereert op basis van gezag, niet op basis van positie.’

Wat zijn die nieuwe kwaliteiten van de voorzitter?

‘Dooddoener misschien, maar je moet als voorzitter authentiek zijn. En jezelf en de raad constant de vraag stellen: waar zijn we voor als organisatie? En wat is ons moreel kompas? De nieuwe voorzitter moet ook vooral luisteren en andere ruimte geven. Tegelijkertijd moet hij/zij wel een visie ontwikkelen, richting, die delen met de raad en bereid zijn die aan te passen als er andere geluiden zijn. De nieuwe voorzitter moet ook vooral de onderstroom binnen de raad voelen. Weten wat er tussen mensen speelt en problemen oplossen tussen leden als die er zijn. Non-verbale signalen opvangen. Uit de evaluaties die ik doe, zie je nog steeds dat er veel te weinig tijd is in raden voor de existentiële vragen. Er is door een nog altijd veel te drukke en volle agenda veel te weinig tijd voor de echte vragen; het echte gesprek. We zijn veel te vaak nog veel te tevreden met onszelf zoals het gaat. De voorzitter kan in zijn rol juist voor scherpte zorgen. Ook belangrijk: voorbeeldgedrag. De voorzitter moet uitstralen wat een organisatie belooft.’

En dus tijd voor een programma!

‘Vanuit NR krijgen we steeds vaker vragen over de rol van de voorzitter. Veel bestuurders zien dat die maatschappij en ook hun rol een andere moet worden. In de tweede helft van 2025 komen we vanuit NR met een programma over dit onderwerp. In 2,5 dagen gaan we in gesprek hoe die nieuwe invulling van de rol er uit kan/moet zien. We hebben het dan over visie, moed, richting en ken uzelf. Maar ook over good governance en de dynamiek in een raad. Voorkom tunnelvisies, hoe ga je om met weerstand, diversiteit en andere meningen. De voorzitter als moreel leider, inspirerend leider en vooral als teamplayer. Vergeet het verleden met een voorzitter als boegbeeld.’

Kijk hier voor meer informatie over het programma 'Chair of the Board'.