Waarom commissarissen woke moeten worden

Governance radar

In deze Trumpiaanse tijden zijn aandeelhouderswaarde en winstmaximalisatie terug van weggeweest. Juist nu moeten commissarissen in de beste Rijnlandse traditie pal staan voor het duurzaamheids- en diversiteitsbeleid van hun toezichtorganisaties.

In de serie decreten die Donald Trump ondertekende na zijn aantreden als president van de Verenigde Staten werd ook een forse streep gezet door het diversiteitsbeleid van de Amerikaanse overheid. ‘DEI is dead’, aldus Trump: alle inspanningen en programma’s voor diversity, equity and inclusion (diversiteit, gelijke kansen en inclusie) in de federale overheid en het leger zijn stopgezet. Positieve discriminatie en quota op het gebied van gender en multiculturele afkomst zouden in strijd zijn met de grondwet, leiden tot ‘omgekeerde discriminatie’ van de witte man en ingaan tegen de Amerikaanse meritocratische beginselen. Terug naar de ‘krantenjongen wordt miljonair’-mythe: iedereen moet op eigen kracht de top kunnen bereiken, zonder steun of bevoordeling vanwege geslacht of afkomst. 

Dilemma’s rond diversiteit

De diversiteitsban strekt zich ook uit tot de private sector, want de Amerikaanse overheid doet geen zaken meer met bedrijven die nog wel een diversiteitsbeleid hebben. Grote Amerikaanse bedrijven als Meta hebben hun DEI-programma’s gecanceled sinds het aantreden van Trump, als ze dat niet al eerder hadden gedaan, onder druk van de sterke anti-wokebeweging in de States. Ook Europese – en daarmee Nederlandse bedrijven – die zakendoen met de Amerikaanse overheid dreigen hun contacten en contracten te verliezen, als ze geen afstand doen van hun diversiteitsbeleid. Dat leidt tot dilemma’s bij bedrijven met trans-Atlantische belangen. De (Amerikaanse vestigingen) van professionele dienstverleners als Accenture, Deloitte en Randstad zouden hun diversiteitsbeleid inmiddels afbouwen of heroverwegen.

Nog steeds white supremacy

Het effect van de Amerikaanse anti-diversiteitslobby van de afgelopen jaren is al zichtbaar, volgens een analyse van USA Today. Tussen 2020 en 2022 steeg het aantal executives van kleur in S&P 100-bedrijven met bijna 27%, na een corporate inhaalslag als reactie op de dood van de Afro-Amerikaanse George Floyd door een politieknie en de wereldwijde maatschappelijke outcry die dat veroorzaakte. Maar in 2023 daalde het aantal executives van kleur weer met 3% ten opzichte van het voorgaande jaar: twee keer zo hard als bij hun witte evenknieën. Momenteel is de verhouding witte versus gekleurde mensen in executive rollen: twaalf tot één.

Vrouwenquotum werkt

In Nederland wordt er ook gewerkt aan multiculturele diversiteit, maar zijn we toch nog eerst en vooral gericht op genderdiversiteit. De invoering van het vrouwenquotum voor ten minste een derde van de leden van raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven heeft nog niet geleid tot gelijke M/V-verhoudingen aan de top van het bedrijfsleven, zo komt naar voren uit de jongste SER-analyse van 4000 bedrijven. Eind 2023 was 15,3% van de bestuurders vrouw (0,6 procentpunt meer dan de voorgaande meting) en 25,7% van de commissarissen (0,5 procentpunt minder, versus een daling van 0,1 procentpunt voor de mannen). Toch is de beweging nadrukkelijk positief, benadrukten SER-voorzitter Kim Putters en Marguerite Soeteman-Reijnen, voorzitter van de raad van advies van het Diversiteitsportaal van de SER, in Het Financieele Dagblad. Met dank aan het vrouwenquotum.

‘Buitengewoon dom’

Het afschaffen van het quotum én van de inspanningen en rapportages van bedrijven op het gebied van diversiteit als onderdeel van goede en gezonde governance onder Angelsaksische druk zou die broze voortgang waarschijnlijk weer teniet doen. En wat zou dat betekenen voor de bottom line van bedrijven? Uit onderzoek is immers gebleken dat diversiteit in teams leidt tot een rijkere besluitvorming en daarmee een positief kan hebben op de performance. Volgens Putters is de streep door het Amerikaanse diversiteitsbeleid van Trump dan ook ‘buitengewoon dom’, aldus een citaat van de SER-voorzitter in het FD. ‘Wij moeten in Nederland en Europa laten zien dat wij vóór vooruitgang zijn.’

Drill, baby drill

Ook die andere D – van duurzaamheid – staat inmiddels onder druk van het Trumpiaanse Drill, baby, drill-denken. Er ging bij het aantreden van The Donald een forse streep door het Amerikaanse commitment aan het Klimaatakkoord van Parijs. En in the slipstream daarvan laten ook Amerikaanse bedrijven en investeerders inmiddels hun ware aard zien. Larry Fink, ceo van BlackRock, blijkt in werkelijkheid een stuk minder groen dan zijn beroemde brieven ons jarenlang moesten doen geloven. De Amerikaanse investeringsmaatschappij stapte uit een klimaatcoalitie van financials (net als Goldman Sachs en JP Morgan), spreekt zich minder uit over duurzaamheid op ava’s en heeft het stemgedrag aangepast. Fink blijkt dus gewoon toch een zwarte ridder in plaats van een groene.

Wie is de mol in de board

Ook bij – vooral Angelsaksische – bedrijven lijkt het ESG-gedachtegoed (environment, social and governance) op een lager pitje of zelfs in de ijskast te worden gezet. Begrippen als winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde worden juist weer van stal gehaald, gebruikmakend van het momentum van het tweede Trump-tijdperk. Neem levens- en verzorgingsmiddelenconcern Unilever – daar heeft het aandeelhoudersactivisme zich zelfs in de board genesteld, in de persoon van investeerder Nelson Peltz. De toezichthouders schrokken er niet voor terug om Unilever-topman Hein Schumacher, ruim anderhalf jaar na diens aantreden als ceo, de laan uit te sturen omdat er niet snel genoeg resultaat werd geboekt. Onder Paul Polman was Unilever nog het duurzaamheidsboegbeeld van de corporate wereld. Van die erfenis is bitter weinig over. En als de voortrekkers op het gebied van duurzaamheid het laten afweten, wat betekent dat dan voor de groene ambities van het leger worstelende, achterblijvende of zelfs tegenstribbelende bedrijven?

Barbarians at the gate

Er is dus opnieuw sprake van barbarians at the gate en zelfs in de boardroom: gerammel aan de poort en gezaag aan de stoelpoten van de ceo om meer kortetermijnrendement. Cash, baby, cash. Bij Europese bedrijven lijkt ESG gelukkig beter bestand tegen het Trumpiaanse opportunisme en minder makkelijk van de boardagenda te verjagen. Maar wat als ook dáár de Angelsaksische druk wordt opgevoerd om het diversiteits- en duurzaamheidsbeleid terug te schroeven of zelfs de nek om te draaien?

Rijnlandse traditie

Gelukkig kennen we in Nederland een Rijnlandse governancecultuur, met commissarissen die volgens hun wettelijke taakstelling het belang van de onderneming voorop moeten stellen en dus oog moeten hebben voor het belang van duurzaamheidsbeleid om de impact van klimaatrisico’s op de lange termijn te beperken. Die geacht worden de belangen van álle stakeholders zorgvuldig te wegen en dus niet alleen die van de aandeelhouders. We hebben een Corporate Governance Code, waarin duurzame langetermijnwaardecreatie een centrale rol speelt en waarin diversiteit in de top van de onderneming wordt verlangd. En we hebben het eerdergenoemde vrouwenquotum voor rvc’s.

Word woke!

Alleen compliance aan wet- en regelgeving is echter bloedeloos, het gaat om de intrinsieke motivatie van bestuurders en vooral commissarissen om in deze tijden pal te staan voor het duurzaamheids- en diversiteitsbeleid. In deze tijd van anti-wokism, moeten commissarissen juist woke worden, of nog liever: blijven.