WNT doeltreffend, maar de doelmatigheid is voor verbetering vatbaar

Bezoldiging toezichthouders in de zorg

In het voorjaar van 2021 heeft de NVTZ de voorzitters van aangesloten raden van toezicht per mail gevraagd om een enquête in te vullen over de bezoldiging van de raad van toezicht. Michiel Vader, bestuurssecretaris en beleidsmedewerker bij de NVTZ evalueert de resultaten van het onderzoek en concludeert onder meer: de tijd die een toezichthoudende functie in de zorg vraagt, is over de jaren toegenomen. 

Het inkomen van bestuurders en toezichthouders in het (semi)publieke domein is sinds jaar en dag onderwerp van discussie en houdt, ook na de inwerkingtreding van de Wet Normering Topinkomens (WNT) in 2012, de gemoederen bezig. Het waren vooral bestuurders die in deze discussie wind vingen, maar de discussie over de hoogte van de bezoldiging geldt evengoed voor leden van raden van toezicht. 

De ontwikkeling van de bezoldiging van intern toezichthouders is om twee redenen interessant. Allereerst is het relatieve maximum voor toezichthouders in 2015 verdubbeld met de overgang van de WNT-I naar de WNT-II. Daar waar de maximum bezoldiging voor de bestuurder werd verlaagd, verdubbelde de hiervan afgeleide percentages voor leden en de voorzitter van de raad van toezicht van respectievelijk 5% naar 10% en van 7,5% naar 15%. Voor de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) en andere verenigingen van toezichthouders was dit destijds aanleiding om haar leden te adviseren om maximaal 80% van het toegestane maximum te adviseren, dus 8% voor leden en 12% voor voorzitters. 

Taakopvatting

Daarnaast is de taakopvatting van raden van toezicht en raad van commissarissen aan verandering onderhevig en wordt er bijvoorbeeld in toenemende mate aandacht voor gedrag en cultuur van hen verwacht. Ook worden zij geacht toe te zien op het maatschappelijk belang, in navolging van het rapport ‘Een lastig gesprek’ van de Commissie Behoorlijk Bestuur (onder leiding van Femke Halsema). Bovendien ziet de wetgever de raad van toezicht als belangrijke ‘countervailing power’ van de raad van bestuur (onder meer in de zorg), waar vanaf 1 januari 2022 een grote groep zorgaanbieders een bestuursstructuur moeten optuigen met een toezichthoudend orgaan, bestaande uit tenminste drie personen. Onder meer deze ontwikkelingen maken dat de NVTZ periodiek onder haar leden peilt hoe de bezoldiging zich ontwikkelt en in hoeverre er draagvlak is voor het advies ten aanzien van de honorering van raden van toezicht. Daar komt bij dat in 2020 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de WNT voor de tweede maal is geëvalueerd. In de evaluatie is gekeken naar doeltreffendheid, doelmatigheid en niet-beoogde neveneffecten. De conclusie kan als volgt worden samengevat: de WNT is doeltreffend, maar de doelmatigheid is voor verbetering vatbaar. Niet-beoogde neveneffecten kunnen niet met zekerheid worden vastgesteld. 

Enquête onder voorzitters van raden van toezicht in zorg en welzijn

In het voorjaar van 2021 heeft de NVTZ de voorzitters van aangesloten raden van toezicht per mail gevraagd om een enquête in te vullen over de bezoldiging van de raad van toezicht. De vragen waren gelijk aan die uit een enquête die in het voorjaar van 2019 onder voorzitters is verspreid, zodat het mogelijk is om de resultaten met elkaar te vergelijken. Daarnaast is uitgevraagd waarom, indien van toepassing, de bezoldiging is gewijzigd, anders dan een indexatie op basis van de ministeriële regeling. Tevens is er gevraagd naar de gemiddelde tijdsbesteding per maand aan de functie als toezichthouder/commissaris. 

Resultaten

De enquête is in totaal door (of namens) 216 voorzitters ingevuld. Dat is vergelijkbaar met het aantal respondenten in 2019. Destijds was al 95% van de leden bekend met de adviesregeling en in 2021 is dat zelfs nog iets toegenomen tot 98%. Vervolgens is er gevraagd of de adviesregeling als richtsnoer wordt gebruikt door de raad van toezicht. Ook op dat punt is het beeld min of meer gelijk aan dat in 2019. Ongeveer een derde van de respondenten geeft aan de adviesregeling exact te volgen en hanteert dus 8% en 12% voor respectievelijk leden en de voorzitter van de raad van toezicht. Ongeveer twee derde van de respondenten geeft aan dat er lager dan de adviesregeling bezoldigd wordt en een minderheid (+/- 7%) bezoldigt meer dan de adviesregeling. Opvallend is dat het voornamelijk grote instellingen (klasse V) zijn die naar het WNT-maximum bezoldigen. Het draagvlak voor de adviesregeling is (nog steeds) groot. Ruim driekwart van de respondenten geeft aan de adviesregeling adequaat te vinden. 

Uiteenlopende antwoorden

Op de vraag waarom de bezoldiging van de raad van toezicht is aangepast, lopen de antwoorden uiteen. Uit de reacties kan men wel opmaken dat er in veel raden van toezicht een vast (waarschijnlijk rond bedrag) wordt uitgekeerd wat om de paar jaar wordt geïndexeerd. Slechts een enkele toezichthouder (6%) geeft aan dat de bezoldiging is aangepast omdat de werkzaamheden zijn toegenomen, wat consistent is met de antwoorden op de vraag hoeveel uren respondenten gemiddeld besteden aan hun functie als toezichthouder of commissaris. 

Tijdsbeslag

In 2014 is er in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken onderzoek gedaan naar, onder meer, de tijdsbesteding van toezichthouders in de zorg en andere semipublieke sectoren. Destijds besteden voorzitters van raden van toezicht in de zorg gemiddeld 18,6 uur per maand aan hun functie en leden 13,5 uur. De resultaten van de enquête die de NVTZ dit voorjaar heeft uitgezet onder voorzitters van raden van toezicht, geven een soortgelijk beeld. De meeste respondenten (29%) gaven aan gemiddeld tien tot vijftien uur per maand aan hun functie te besteden, waarbij moet worden opgemerkt dat een aanzienlijk deel (55%) van de voorzitters aangaf meer dan vijftien uur per maand aan de functie kwijt te zijn. Deze resultaten passen in een trend die de NVTZ meent waar te nemen, namelijk dat de tijd die een toezichthoudende functie in de zorg vraagt, over de jaren is toegenomen.

Evaluatie

De NVTZ is voornemens om dit jaar de adviesregeling met betrekking tot de bezoldiging van toezichthouders in zorg en welzijn te evalueren. De resultaten van de enquête worden in die evaluatie meegenomen. Op de ledenvergadering in november zal de evaluatie van de adviesregeling worden besproken, waarna leden al dan niet kunnen besluiten de regeling te effectueren.

NVTZ grafiek 1

NVTZ grafiek 2