Zorg goed voor elkaar

Grip op geld, grip op werk, grip op leven
Onderzoek

De NVTZ-werkgroep ‘Zorg voor goed werk’ brengt dit voorjaar een gids uit waarin nadrukkelijk wordt gekeken naar de betekenis van zorg voor goed werk voor de rol van de raad van toezicht. Daarnaast werkt de NVTZ dit jaar samen met RegioPlus om invulling te geven aan modern werkgeverschap. Samen met RegioPlus en de NVTZ-regioambassadeurs zullen dit jaar bijeenkomsten worden georganiseerd om leden te inspireren in te zetten op meer regionale samenwerking. Een achtergrondverhaal hierbij.

Vrijwel elke sector ervaart de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt, de sectoren zorg en welzijn niet uitgezonderd. Er zijn echter twee ontwikkelingen die de arbeidsmarktproblematiek in deze sectoren bijzonder urgent maakt: de stijgende zorgvraag en een steeds groter wordende groep burgers die moeite heeft om mee te komen in de samenleving. Het besef dringt steeds meer door dat de huidige manier waarop zorg en welzijn wordt georganiseerd niet langer toereikend is om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden. Het hoge ziekteverzuim en de hoge uitstroom van personeel in deze sectoren zijn daar symptomen van. Raden van toezicht, die niet alleen een verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de rechtspersoon maar ook ten aanzien van de samenleving, hebben een belangrijke rol te vervullen waar het gaat om het laten resoneren van verschillende maatschappelijke perspectieven. Pas dan zijn organisaties daadwerkelijk in staat om hun strategie af te stemmen op de maatschappelijke opgaven en worden zorg- en welzijnsorganisaties aantrekkelijke werkgevers.

Grip op geld, grip op werk, grip op leven

De NVTZ heeft vanwege de urgentie die uitgaat van de arbeidsproblematiek in het najaar van 2021 een werkgroep ingesteld onder de naam ‘zorg voor goed werk’. De gids die deze werkgroep voor de zomer zal uitbrengen, bestaat uit twee delen. In dit artikel beschrijven we aan de hand van verschillende rapporten en adviezen hoe het denken over werk (in de zorg en welzijn) zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. We plaatsen zorg voor goed werk daarmee in een brede context. Op 15 januari 2020, nog voordat corona voet aan de grond kreeg, publiceerde De Wetenschappelijke raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een rapport met de titel: ‘Het betere werk - De nieuwe maatschappelijke opdracht’. De WRR beschrijft drie ontwikkelingen die bepalend zijn voor de toekomst van (de kwaliteit van) werk in Nederland, namelijk de technologisering van werk, de flexibilisering van werk en de intensivering van werk. Goed werk, schrijft de WRR, wordt gekenmerkt door drie belangrijke condities: grip op geld, grip op werk en grip op het leven. Als aan deze condities wordt voldaan, heeft dat een positieve invloed op het welzijn en de gezondheid van mensen. Bovendien leidt dat ertoe dat ‘mensen beter in staat zijn relaties aan te gaan en zich te verbinden met de samenleving als geheel’. Dat resulteert bijvoorbeeld in meer sociale samenhang en meer maatschappelijke innovaties. Leuk en zinvol werk tegen een passende beloning, wat ook nog gecombineerd kan worden met een privéleven of andere maatschappelijke rollen, is dus niet alleen aantrekkelijk voor individuen, maar ook voor de economie en voor de samenleving als geheel.

Afvinklijstjes groter

De afgelopen jaren zijn in Nederland deze drie condities in de sectoren zorg en welzijn relatief achteruitgegaan ten opzichte van andere landen. Nederlanders ervaren steeds minder grip op geld door de flexibilsering van de arbeidsmarkt. Vrouwen, lager- en middelbaaropgeleiden en mensen met een migratieachtergrond, groepen die veelal in de zorg werken, hebben vaak een flexibel contract (Het betere werk, WRR). De mate van grip op geld wordt door deze flexibele arbeidscontracten aangetast. Daarnaast wordt aan professionals onvoldoende ruimte gegeven om eigen keuzes te maken in het werk. Er zijn te veel kaders en te veel kwaliteitssystemen waaraan voldaan moet worden (Kamerbrief voortgang (Ont)regel de Zorg). De afgelopen jaren zijn de afvinklijstjes alleen maar meer geworden, waardoor professionals plezier in het werk verliezen en de zorg uitstromen. Organisaties moeten meebewegen met de werknemers van nu. Deze werknemers hebben behoefte aan een goede balans tussen werk en privé. Zorg- en welzijnsorganisaties bieden deze balans op dit moment nog te weinig en wordt er onvoldoende nagedacht over creatieve manieren om met werktijden om te gaan. Onder andere om deze reden treden mensen uit loondienst en gaan ze als zelfstandige verder. 

Hoge werkdruk

Het belang van kwalitatief goed werk is vanuit deze verschillende perspectieven bezien, evident voor de sectoren zorg en welzijn. Ten eerste ervaren individuele zorgverleners het effect van de drie beschreven ontwikkelingen (technologisering, flexibilisering en intensivering van werk) in hun werk en in hun leven. Uit de Monitor gezond werken in de zorg 2021 van IZZ blijkt bijvoorbeeld dat 88% van de bevraagde zorgmedewerkers vaak of altijd een hoge cognitieve werkdruk ervaart en ongeveer 60% ervaart een hoge regeldruk. Ten tweede is goed, en daarmee aantrekkelijk werk, ook relevant voor zorg en welzijn vanuit een macro-economisch perspectief. Afgaand op het trendscenario zorguitgaven van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verdubbelen de zorguitgaven bij ongewijzigd beleid van 85 miljard euro in 2015 naar 174 miljard euro in 2040. Nog los van de vraag of een dergelijke uitgavegroei haalbaar is, betekent het dat er over 40 jaar één op de vier mensen in de zorg moet werken (nu is dat één op de zeven) (zie het rapport Houdbare Zorg van de WRR). Willen werkgevers in zorg en welzijn dus ook maar enigszins tegemoet kunnen komen aan de te verwachten stijgende zorgvraag, dan zal men het werk aantrekkelijker moeten maken. Als alle werkgevers, dus ook in andere sectoren, zorgen voor goed werk, dan leidt dat tot een betere gezondheid en welbevinden van alle werknemers. Dit kan de groei van de zorguitgaven enigszins remmen. Desalniettemin zal dat naar verwachting de stijgende zorguitgaven en het daarmee gepaarde personeelstekort maar in beperkte mate beïnvloeden. 

Maatschappelijke betrokkenheid

Ten derde is daarom het samenlevingsperspectief van belang. Goed werk creëert immers ruimte voor meer maatschappelijke betrokkenheid, en dat zal nodig blijken om kwalitatief hoogwaardige zorg te kunnen blijven leveren. De betekenis van ‘Het betere werk’ voor de sectoren zorg en welzijn, hebben we geprobeerd te vatten in onderstaande figuur.

Figuur NVTZ Het betere werk

Werken in de zorg vraagt om een regionale benadering

Ingegeven door de toenemende zorgvraag en het dreigende personeelstekort wat daarmee gepaard gaat, bracht het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2018 het ‘Actieprogramma Werken in de Zorg’ uit. VWS stelt zichzelf daarin ten doel om ‘nu en in de toekomst goede zorg en welzijn te kunnen blijven bieden’ en analyseert dat het ‘hiervoor essentieel is dat we voldoende medewerkers hebben, die goed zijn toegerust voor en tevreden zijn met het belangrijke werk dat zij doen’. In het actieplan wordt ingezet op drie actielijnen, te weten: meer kiezen voor de zorg, beter leren in de zorg en anders werken in de zorg. Het zwaartepunt van het actiepunt, schrijft VWS, ligt op veranderen in de regio. Daartoe dienen 28 regio’s een Regionaal Actieplan Aanpak Tekorten (RAAT) op te stellen. Om de kwaliteit en voortgang van deze RAAT’s te monitoren en te stimuleren werd een onafhankelijke commissie ingesteld onder leiding van Doekle Terpstra: Commissie Werken in de Zorg. In de eerste voortgangsrapportage (december 2018) signaleert de Commissie dat ‘aan behoud van medewerkers door zowel werkgevers als binnen de regionale samenwerking, nog minder aandacht wordt besteed’. De commissie benoemt vijf vliegwielen om in de regio tot duurzame oplossingen te komen voor de personeelstekorten in zorg en welzijn, te weten: vernieuwing onderwijs en ‘leven lang ontwikkelen’, behoud van zorgprofessionals, sociale- en technologische innovatie, invloed en betrokkenheid zorgprofessional vergroten en besturen vanuit een gedeelde gemeenschappelijke opgave.

Behoud en betrokkenheid zorgprofessionals

In de verschillende adviezen die de commissie sinds 2018 uitbrengt, legt de commissie in toenemende mate de nadruk op het behouden van personeel in de zorg. In 2020 leidt dat onder andere tot een separaat advies over behoud en betrokkenheid van zorgprofessionals. Naar aanleiding van dit rapport schrijft de Commissie het volgende in een brief aan de Minister van VWS: ‘In het advies 'Behoud en betrokkenheid van zorgprofessionals’ legt de commissie een belangrijke focus op modern werkgeverschap. De commissie geeft daarbij aan dat dit primair de verantwoordelijkheid is van de bestuurder en dat modern werkgeverschap goed bestuurlijk verankerd moet zijn binnen de organisatie en daar ook veel meer aandacht zou moeten krijgen. We zien dat dit bij een deel van de organisaties in zorg en welzijn gebeurt, maar horen ook signalen dat het bij een groot deel nog niet voldoende het geval is.

Vervolgens vraagt de Commissie zich af welke rol (verenigingen van) bestuurders en toezichthouders voor zichzelf zien weggelegd en hoe zij hun achterban kunnen stimuleren om de activiteiten rond modern werkgeverschap te verbreden en te versnellen. U begrijpt dat er naar aanleiding van die brief contact is geweest tussen de Commissie en de NVTZ. De voorbereidingen voor een werkgroep waren toen al in volle gang. De werkgroep ‘zorg voor goed werk’ zal dit voorjaar een gids uitbrengen, waarin nadrukkelijk wordt gekeken naar de betekenis van zorg voor goed werk voor de rol van de raad van toezicht. Daarnaast werkt de NVTZ dit jaar de samen met RegioPlus om invulling te geven aan modern werkgeverschap. Samen met RegioPlus en de NVTZ-regioambassadeurs zullen dit jaar bijeenkomsten worden georganiseerd om leden te inspireren in te zetten op meer regionale samenwerking.

Voor meer info: www.nvtz.nl