Welkome openingszet Europese Commissie

Stemadvies op maat? De praktijk is aan zet
Analyse

Institutionele beleggers hebben meestal een uitgebreid aandelenportfolio. Het is voor hen dus lastig het reilen en zeilen van alle deelnemingen tot in detail te volgen. Daarom wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de adviezen van stemadviesbureaus. Een column over dit onderwerp door Hugo Reumkens, partner en advocaat bij Van Doorne. ‘De openingszet is gedaan, nu tijd om handschoen op te pakken.’

In de markt bestaat de indruk dat verschillende institutionele beleggers deze stemadviezen blindelings volgen. Dat is niet of nauwelijks op basis van feiten te onderbouwen, maar de invloed van stemadviesbureaus is in ieder geval groot. Bovendien is sprake van een bijna monopolie-positie van ISS en Glass Lewis. Stemadviezen halen regelmatig de krantenkoppen. In de meeste gevallen gaat het om besluitvorming die op dat moment van groot belang is voor de vennootschap en haar toekomst. Recent weigerden bijvoorbeeld de aandeelhouders van ING om aan het bestuur en de commissarissen decharge voor het gevoerde beleid te verlenen. Maar liefst 62% volgde het stemadvies. De aandeelhouders hebben niet gevraagd om personele offers, maar het scheelde niet veel en de toon is gezet. Het stembureau wees daarbij op de witwasproblemen die jarenlang konden doorgaan, zonder dat iemand uit de toplagen het had opgemerkt. Er was te lang iets mis met de cultuur. En ook bij Shell stemde ruim een kwart van de aanwezige aandeelhouders tegen de salarisverhoging van Ben van Beurden. Ook zij volgden het stemadviesbureau dat eerder al adviseerde het beloningspakket van het bestuur af te keuren.

Significante invloed

In een rapport van Blackrock van juli 2018 over het ‘Investement Stewardship Ecosystem’ wordt geconstateerd dat veel beleggersmanagers om hun stem te bepalen in belangrijke mate afhankelijk zijn van de aanbevelingen van stemadviseurs en dat stemadviseurs ‘een significante invloed kunnen hebben op de uitkomst van zowel het management als aandeelhoudersvoorstellen.’ Deze ‘significante invloed’ is een bron van ongemak en ergernis geweest voor veel bestuurders en commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen. Zij wijzen erop dat stemadviseurs een ‘one-size-fits-all’-benadering van governance hanteren die de realiteit van onderlinge verschillen negeert. Opvallend is dat veel stemadviesbureaus inderdaad een aanpak hanteren die sterk geabstraheerd is van de betrokken ondernemingen. Zo kan in Nederlandse context een botsing ontstaan tussen het Rijnlandse stakeholder model en de Angelsaksische op aandeelhouderswaarde geënte ideeënwereld van de grote proxy advisers. Bovendien worden vraagtekens geplaatst bij de transparantie, onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van de stemadviesbureaus.

Redenen tot zorg

De European Securities and Market Authorities (ESMA) signaleerde reeds in een rapport uit 2013 dat er verschillende redenen zijn tot zorg: onvoldoende kwaliteit van de stemadviezen, onvoldoende communicatie tussen de beursvennootschappen en de stemadviesbureaus of tussen stemadviesbureaus en aandeelhouders en onvoldoende transparantie omtrent tegenstrijdige belangen binnen de bureaus. De ESMA verzocht daarom aan de sector met een vorm van zelfregulering te komen, maar een gedegen antwoord bleef uit. Daarop publiceerde de Europese Commissie in 2014 een eerste voorstel tot wijziging van de Aandeelhoudersrechtenrichtlijn dat specifieke bepalingen bevat voor stemadviesbureaus, met name op het gebied van transparantie en kwaliteit. Na enkele aanpassingen is de richtlijn in mei 2017 aangenomen. De richtlijn verwijst dwingend naar een gedragscode en schrijft voor dat nationale wetgeving moet bepalen dat stemadviesbureaus op basis van ‘comply or explain’ moeten aangeven in hoeverre zij aan deze code voldoen.

Voortvarendheid

Begin 2018 werd een voorontwerp voor implementatie van de richtlijn ter consultatie gepubliceerd. De wetgever heeft ervoor gekozen de bepalingen uit de richtlijn nagenoeg woordelijk over te nemen. Op dit moment is het wetsvoorstel dat dient ter implementatie van de richtlijn met een grote meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer en is de behandeling door de Eerste Kamer bijna afgerond. Het is te verwachten dat de Eerste Kamer hierbij met voortvarendheid zal handelen: de richtlijn moet op 10 juni 2019 zijn geïmplementeerd, dus veel meer vertraging dan reeds is opgelopen zal de wetgever zich niet willen permitteren.

Welkome openingszet

In de praktijk zijn de kwaliteit van de advisering en het gebrek aan dialoog de grootste problemen. De hernieuwde aandeelhoudersrechtenrichtlijn vormt voor de oplossing van deze problemen een belangrijke stap in de goede richting. De effectiviteit van interactie tussen de vennootschap, haar aandeelhouders en stemadviesbureaus staat of valt met openheid en de bereidheid tot onderling begrip. De Europese Commissie heeft hiervoor een welkome openingszet gedaan. Het is nu tijd voor de praktijk om deze toegeworpen handschoen op te pakken.

==

Voor contact met Hugo Reumkens, kijk hier.