Lage prioriteit voor permanente educatie

Commissarissen benchmark onderzoek 2017/2018

Het negende commissarissenonderzoek van Grant Thornton is verschenen. Een thermometer van hoe het staat met het commissariaat. Een van de conclusies: we zijn hardleers. Verbeterpunten komen steeds weer terug, maar leiden niet snel genoeg tot echte verbeteringen. En educatie scoort slecht.

Zoals de laatste jaren gebruikelijk, worden de resultaten in drie deelrapporten gepubliceerd. Het eerste meer algemene deel biedt inzicht in het toekomstperspectief en de uitdagingen en dilemma’s die raden zien, in de agenda voor komend jaar en in het functioneren van raden van commissarissen/toezicht. Een voorbeeld daaruit. De respondenten vinden dat de samenwerking binnen de raad én de toezichtrol het meest ertoe doet. Gevolgd door de informatievoorziening. Als één na laagste wordt permanente educatie (!) genoemd en het laagst scoort relatiebeheer.

Herhaling van zetten

Opvallend is dat wanneer de resultaten van dit onderzoek langs die van eerdere commissarissen benchmarks gelegd worden, er een consistentie in verbeterpunten opvalt. Een fors deel ervan blijft terugkeren. Dat wekt de indruk dat de verbeterpunten helder in beeld zijn maar blijken tegelijkertijd (te) langzaam tot werkelijke verbeteringen leiden. Dit deelrapport concludeert dat de professionalisering van de raden van commissarissen nu kan versnellen. De titel van het deelrapport meldt – let wel: de voorzitter lijkt om. Elk onderzoeksonderwerp is verrijkt met bespiegelingen, vragen en kanttekeningen en discussievragen. Uitermate bruikbaar om de eigen raad te spiegelen.

Verbeterwensen

In het tweede deel wordt ingezoomd op de verbeterwensen onder de prangende vraag: hoe lang kan een RvC wachten met het doorvoeren van verbeterwensen? In dit deel passeren achtereenvolgens de teamrollen, diversiteit, samenwerking binnen de raad, oplossingen voor lacunes in de raad, de relatie van de raad met de commissies en met de externe toezichthouders de revue.

Kloof

In het derde deel zijn de thema’s: de informatievoorziening en de interactie met het bedrijf of de organisatie, met de accountant, met het bestuur, de werkgeversrol, het eigen budget van de raad, het tijdsbeslag en de honorering. Wat dit laatste onderwerp betreft zit er nogal een kloof tussen het huidige uurtarief van de commissarissen en toezichthouders (non profit rond de veertig euro – bedrijfsleven rond de 90 euro) en het wenselijke tarief. Dit heeft te maken met het gegeven dat het werk van een raad meer tijd is gaan kosten. Ook is het risicoprofiel van de leden van de raad veranderd. Meer transparant functioneren het eerder aangesproken worden op verantwoordelijkheden zijn daar onderliggende redenen voor. Conclusie: het onderzoeksrapport is een notitie die voor commissarissen en toezichthouders veel leerstof biedt en die op een toegankelijke manier wordt gepresenteerd. Mijn advies: lezen en onderling bespreken.

Lees het onderzoek hier.