Leo XIV en 7 lessen voor bestuur en toezicht
De pausverkiezing biedt, bij nadere beschouwing, een rijk arsenaal aan inzichten voor seculiere leiders, bestuurders en toezichthouders. Hugo Reumkens (Van Doorne) formuleert zeven lessen voor bestuur en toezicht op basis van het laatste conclaaf. Augustijnse spiritualiteit versus autoritair strongman leadership. De verkiezing van Leo XIV is geen religieus anachronisme, maar een governance-oefening met indrukwekkende relevantie. ‘Een benoeming wordt te vaak gezien als sluitstuk, niet als vertrekpunt van reflectie.’
De wereld bevindt zich in een periode van fundamentele transities. We zien democratische instituties onder druk staan, sociale cohesie afbrokkelen en digitale technologieën de publieke sfeer versnipperen. In deze context trok de laatste pausverkiezing onverwacht veel wereldwijde aandacht. Niet vanwege spektakel of disruptie, maar juist vanwege de sereniteit en betekenis die uitging van dit eeuwenoude ritueel. De keuze voor paus Leo XIV (een leider met Latijns-Amerikaanse wortels, gevormd door de katholieke sociale leer en diep geworteld in augustijnse spiritualiteit) contrasteerde scherp met het dominante leiderschapsbeeld van deze tijd: de autoritaire strongman leader. De pausverkiezing biedt, bij nadere beschouwing, een rijk arsenaal aan inzichten voor seculiere leiders, bestuurders en toezichthouders. In een tijd waarin veel organisaties worstelen met opvolgingsvraagstukken, waardenoriëntatie en publieke legitimiteit, is deze gebeurtenis meer dan symbolisch. Ze toont een leiderschapsmodel dat rust op consensus, zingeving en moreel gezag, niet op hiërarchisch machtsvertoon of ‘decisiveness’. Juist dit contrast maakt de pauselijke transitie relevant voor de boardroom.
Observaties
De pausverkiezing is een ritueel van vertraging in een wereld van versnelling. Waar veel organisaties worstelen met leiderschap onder de druk van kwartaalcijfers, medialogica en polarisatie, biedt het conclaaf een alternatief: beslotenheid, reflectie, afweging en het zoeken naar de juiste persoon voor het juiste moment, met een nadrukkelijke rol voor karakter, spiritualiteit en visie.
Tegenover de opkomst van sterke leiders (die opereren met machtsretoriek, nationalistische reflexen en populistische communicatie) staat de bescheiden, luisterende en verbindende stijl van Leo XIV. Zijn eerste optreden was geen triomftocht, maar een gebed. Geen beleidsagenda, maar een oproep tot vrede, hoop en gemeenschap.
Dat is geen zwakte, maar een strategische positionering. In een tijd van mondiale spanningen (van Oekraïne tot Gaza, van Trumpisme tot klimaatcrisis) en toenemend individualisme roept de paus de kerk op een ruimte van ontmoeting te zijn. Niet van ideologische scherpslijperij, maar van compassie, realisme en verantwoordelijkheid. Daarmee biedt hij impliciet ook een spiegel aan elke vorm van leiderschap, inclusief die in de bestuurskamer.
De pausverkiezing als casus laat zien dat leiderschap niet slechts het resultaat is van een profiel of een cv, maar van een complex en gelaagd proces waarin inhoud, proces, symboliek en spiritualiteit samenkomen. Deze observatie dwingt tot reflectie. Wat leren we hieruit over goed bestuur? Welke richtlijnen kunnen we hieruit destilleren voor leiderschapsopvolging, bestuur en toezicht?
Zeven richtlijnen voor governance in tijden van transitie
De pausverkiezing onderstreept dat leiderschap nooit neutraal is. Het is altijd een keuze; over koers, cultuur, waardeoriëntatie en maatschappelijke positionering. Goed bestuur en toezicht vereisen daarom niet alleen een scherp oog voor competentie, maar vooral voor betekenis en verbinding. Tegen die achtergrond zeven richtinggevende lessen voor bestuurders en toezichthouders.
1. Benoemingen zijn strategische koersbeslissingen
De keuze voor Leo XIV (inhoudelijk geworteld in de katholieke sociale leer, geografisch buiten het traditionele Europese machtscentrum) was geen administratieve opvolging, maar een strategisch signaal. De kerk positioneert zich nadrukkelijk als mondiale stem voor compassie, tegen ongelijkheid en moreel desoriëntatie. Ook in organisaties bepalen leiderschapswisselingen het institutionele verhaal van komende jaren. Door niet slechts naar het cv, maar vooral naar de morele en maatschappelijke boodschap van een benoeming te kijken, wordt duidelijk waar de organisatie zich positioneert. Dat vergt herijking van het profiel: welke waarden moeten belichaamd worden? Welke thema’s worden strategisch relevant? En welke leider vertegenwoordigt dit met geloofwaardigheid?
2. Vertrouw op procedure, maar eis moreel gezag
Het pauselijk conclaaf is procedureel strikt, maar zoekt naar meer dan formele legitimatie. De benoemde paus moet moreel aanvaard zijn als waardige herder. Deze zoektocht naar de juiste figuur berust op intuïtie, oordeel, geschiedenis en toekomstgevoel. Voor goed bestuur en toezicht ligt daar een cruciale parallel. De formele kaders (statuten en reglementen, governance codes, beoordelingsmodellen en referenties) zijn noodzakelijk, maar onvoldoende. De diepere toets is of de kandidaat in staat is moreel leiderschap te tonen wanneer het er echt op aankomt. Dat vraagt om gesprekken over integriteit, reflectievermogen en innerlijke richting. Niet alleen wat iemand weet of kan, maar waar iemand voor staat. Kennis, kunde én karakter.
3. Consensusvorming is geen zwakte, maar voorwaarde voor legitimiteit
Het vereiste van een tweederdemeerderheid in het conclaaf vertraagt de uitkomst, maar versterkt het draagvlak. De paus wordt niet de leider van een meerderheid, maar van het geheel. De procedure voorkomt verdeeldheid aan de top. Binnen het bestuur of de raad van toezicht zou dit principe leidend moeten zijn. Een benoeming die tot stand komt zonder gedeeld vertrouwen, creëert een wankele basis. Daarom verdient het aanbeveling om besluitvorming zo te structureren dat niet de snelste beslissing, maar de breedst gedragen keuze wordt bereikt. Dat versterkt de interne samenhang, maakt de communicatie naar buiten geloofwaardig en voorkomt bestuurlijke erosie.
4. Symboliek is strategisch kapitaal
De keuze voor de naam Leo XIV, het moment van verschijnen, de eerste woorden op het balkon; elke stap van de paus draagt betekenis. Deze symbolen zijn geen versiering, maar richtinggevende tekens van leiderschapsstijl en intentie. Ook seculiere leiderschapsoverdrachten bevatten symboliek, bewust of onbewust. De wijze van presenteren, de eerste ontmoeting met medewerkers, de gekozen taal, de aanwezigheid van voorgangers of stakeholders; alles draagt bij aan het verhaal dat over de leider verteld en geloofd wordt. Door hier actief op te sturen vanuit bestuur en toezicht wordt een eerste anker neergelaten voor cultuurversterking of -vernieuwing. Het moment is te waardevol om te laten verglijden in louter formaliteit.
5. Leiderschap is dienstbaarheid, geen dominantie
De paus positioneert zich niet als soeverein leider, maar als dienaar van de gelovigen. In zijn toespraak klinkt geen machtspolitiek, maar spirituele verantwoordelijkheid. Deze houding contrasteert met het wereldwijde verlangen naar krachtige, eenduidige, leiders met praktische en eenduidige oplossingen voor complexe problemen of leiders die richting geven door uitsluiting, en met machtsvertoon gezag opeisen door conflict. De praktijk in de boardroom heeft deze neiging soms gereproduceerd, door leiders te zoeken met ‘doenersmentaliteit’, ‘besluitvaardigheid’ en ‘charisma’. Maar in de context van complexiteit en fragmentatie is het vermogen tot luisteren, verbinden, verduren en reflecteren veel relevanter. Een leider die gezag krijgt door te dienen, door ruimte te maken, richting te geven en anderen te versterken, draagt bij aan een duurzame organisatiecultuur.
6. Benoemingen zijn momenten van zelfreflectie
Elke pausverkiezing is aanleiding voor zelfonderzoek. Wat zegt deze keuze over de kerk, de missies en de verhouding tot de wereld? De keuze voor Leo XIV duidt op een terugkeer naar maatschappelijke betrokkenheid, armoedebestrijding en wereldwijde verbondenheid. In de boardroom ontbreekt deze reflex vaak. De benoeming wordt te vaak gezien als sluitstuk, niet als vertrekpunt van reflectie. De vraag zou moeten zijn: wat vertelt deze leiderschapswisseling ons over onszelf? Over ons functioneren, onze cultuur en gedeelde waarden, onze legitimiteit? Het zijn die vragen die organisaties opnieuw verbinden met hun opdracht en die bestuur en toezicht relevant maken in meer dan juridische zin.
7. Governance zonder zingeving is leeg
De meest indringende les uit het pauselijk voorbeeld is dat leiderschap pas werkelijk betekenisvol is als het morele richting geeft. Leo XIV spreekt niet over beleid, maar over vrede, compassie, hoop. In zijn woorden herleeft het idee dat leiderschap antwoord moet geven op existentieel verlies: van gemeenschap, van richting, van betekenis. Besturen die geen antwoord weten te geven op de vraag waaróm zij bestaan, raken hun mandaat kwijt, ook als zij formeel functioneren. Zingeving is geen marketinginstrument, maar een bestaansvoorwaarde. De leiding van een organisatie, publiek of privaat, moet zich blijven verhouden tot de waarden waarop zij gebouwd is. Dat vraagt om taal, om ritueel, om visie en om leiderschap dat richting durft te geven als er geen kaart beschikbaar is.
Slotbeschouwing
De pausverkiezing van Leo XIV is geen religieus anachronisme, maar een governance-oefening van indrukwekkende relevantie. Ze laat zien hoe leiderschap, toezicht en identiteit kunnen worden verbonden door zorgvuldigheid, zingeving en moreel gezag. Ze daagt uit tot reflectie op leiderschapsopvolging niet als HR-proces, maar als institutionele zelfherijking. Voor de boardroom ligt hier een duidelijke les: in een tijd van polarisatie, maatschappelijke onrust en culturele fragmentatie is niet de leider nodig die de toon bepaalt, maar die de toon verstaat. Wie betekenis kan geven aan zijn of haar rol, die het vertrouwen kan dragen van een gemeenschap in beweging, en die zich durft te positioneren als dienaar in plaats van boegbeeld, belichaamt het leiderschap dat transitie niet alleen bestuurt, maar ook verdiept. Voor bestuurders en toezichthouders die zoeken naar duurzaamheid, vertrouwen en legitimiteit in een complex speelveld, biedt de uitverkiezing van Leo XIV een alternatief pad. Niet door de pauselijke vorm te kopiëren, maar door de onderliggende principes te herwaarderen: het belang van vertraging, van moreel gezag, van ritueel en betekenis, van consensus en verbinding. In een tijd van transities waarin veel organisaties zoekende zijn naar houvast, kan goed bestuur en toezicht alleen bestaan bij de gratie van innerlijke richting, publieke verantwoordelijkheid en de moed om de juiste vragen te stellen. Leiderschap dat betekenis geeft, is leiderschap dat blijft.
