De effecten van de digital civil revolution op governance
Voor raden van toezicht van (semi)publieke organisaties is het in deze tijd van openbare verantwoording van belang om maatschappelijke voelsprieten te hebben en te zorgen voor tweerichtingsverkeer in communicatie met de stakeholders. Via een jaarverslag verantwoording afleggen is niet meer van deze tijd, zo kwam naar voren tijdens de jaarlijkse conferentie van de verschillende verenigingen van toezichthouders, waaronder de NVTZ.
De jaarlijkse conferentie van de verschillende verenigingen van toezichthouders (NVTZ, VTOI-NVTK, NVTC, VTW, VITP en NCD) ging dit keer over de effecten van de digitale civiele revolutie op governance en in het verlengde hiervan op welke wijze civil leadership vormgegeven kan worden. De presentatie van Steven de Waal, voorzitter van de Public Space Foundation en auteur van onder meer Civil Leadership as the Future of Leadership (2018) over dit thema, werd ingeleid door Erik Dannenberg, voorzitter van de NVTZ.
Aan wie en waarover legt de interne toezichthouder eigenlijk verantwoording af?
Dannenberg legt een voor de semipublieke sector relevante en actuele vraag op tafel: Aan wie en waarover legt de interne toezichthouder eigenlijk verantwoording af? Dannenberg trekt daarbij de vergelijking met de gemeentelijke politiek, waar het College van Burgemeester en Wethouders openbaar verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. In de semipublieke sector is het op zijn zachtst gezegd niet duidelijk waarover en aan wie verantwoording af te leggen. Tot op heden is het gebruikelijk om in het jaarverslag een (korte) algemene verantwoording op te nemen. Dit is echter niet wat je noemt een openbare verantwoording en zeker geen verantwoording aan een instantie, de maatschappij of wie dan ook.
Schuivende panelen
De opvattingen waarover verantwoording moet worden afgelegd zijn aan het verschuiven. Tot nu ligt het accent veelal op de resultaten van bestuur, besturen en de organisatie waarop toezicht wordt gehouden. In toenemende mate willen raden van toezicht zich richten op toezicht op het maatschappelijk belang, over de grenzen van de (eigen) organisatie heen. Is een nieuwe vorm van openbaar maatschappelijk verantwoorden mogelijk? En is het door Steven de Waal geïntroduceerde civil leadership een goede toevoeging voor governance die is gericht op toezicht op het maatschappelijk belang in de publieke sector?
Is de maatschappelijke verantwoordelijkheid goed verankerd?
Steven de Waal start zijn presentatie met de uitspraak dat maatschappelijk leiderschap cruciaal is voor organisaties in de huidige tijd. Een tijd waarin door de social media informatie over ontwikkelingen en incidenten direct op straat ligt en de maatschappij zich een mening vormt over zaken die ook jouw organisatie kunnen betreffen. ‘Gevoeligheid voor, inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen en digitale ontwikkelingen is cruciaal voor leiders in organisaties op alle niveaus’, aldus De Waal. Een belangrijke startvraag voor toezichthouders is derhalve: is de maatschappelijke verantwoordelijkheid goed verankerd in onze eigen raad, in het bestuur en in het management van de organisatie?
Macht van burgers
Het is cruciaal je als toezichthouder te realiseren hoe groot de macht en invloed van burgers is, door de digitale toegang tot een veelheid aan informatie en de mogelijkheden om via sociale media de eigen mening kenbaar te maken, aldus De Waal. Ook is het zaak in te zien dat de technologische revolutie die zich nu voltrekt een grote impact heeft op interactie en verhoudingen tussen partijen. En het is van belang open te staan voor de disruptieve krachten die zich voordoen. ‘Disruptie staat voor ondermijning’, aldus De Waal. Disruptie van markten is aan de orde: traditionele bedrijven krijgen concurrentie van bedrijven die werken op basis van bijvoorbeeld internetplatforms. Uber en Airbnb zijn bekende voorbeelden voor ondermijning van respectievelijk de taxibranche en hotelsector.
Permanente referenda in de zorg
In de zorgsector is zichtbaar dat door e-Health verschuivingen in het leveren van zorg plaatsvinden. De Waal: ‘Ook is sprake van disruptie van democratie. De orde van de democratie verschuift naar een permanente publieke betrokkenheid. Voor het eerst is de publieke opinie van het publiek zelf en bepaalt dit derde kanaal de agenda. Eigenlijk zie je nu permanente referenda.’ Op dit moment vindt door de grote hoeveelheid van beschikbare informatie de slag om de aandacht van het publiek plaats, zegt De Waal.
Vier ontwikkelingen
Samengevat ziet De Waal de volgende ontwikkelingen:
- Er is sprake van een nieuwe publieke arena.
- Er staat permanent een publieke tribune ‘aan’, waarop burgers zelf de agenda bepalen.
- Er is sprake van een nieuw derde mediakanaal, naast papieren pers, tv/radio, door burgers gemaakt en gevuld (Facebook, Twitter en dergelijke).
- De organisatiekracht van burgers is enorm vergroot.
Battle of the eyeballs
‘Strategische effecten van deze ontwikkelingen zijn dat er een battle of the eyeballs ontstaat (op welke wijze krijg je de aandacht van publiek) en dat echt iedereen een (amateur) journalist is’, aldus De Waal. Daarnaast zie je dat radicaal nieuwe verhoudingen ontstaan door de geschetste disruptie. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld de toenemende directe interactie tussen burgers, een groter wordende publieke arena en private partijen die voor het publiek belang gaan.
Nieuwe eisen aan toezichthouders
Deze veranderingen stellen nieuwe eisen aan raden van toezicht. De Waal geeft aan dat raden van toezicht zich meer moeten gaan focussen op de volgende rollen:
- De raad van toezicht moet zich richten op het oordeel over zichtbaar leiderschap in/van de organisatie richting burgers.
- De raad van toezicht moet toezien op het ontwikkelen en hebben van een maatschappelijke missie voor de organisatie: een visie op de toekomst en de betekenis van de organisatie voor de samenleving. De raad van toezicht moet zich bewegen van toezicht op het verleden naar toezien op ontwikkelingen in de toekomst.
- De raad van toezicht moet het bestuur ondersteunen en het belang van externe communicatie benadrukken.
Vertegenwoordigingsmodel of mengvorm tussen directe en indirecte democratie?
De Waal geeft aan dat er juist in de relatie met publiek en klanten veel verandert. ‘Nederland is verliefd op het vertegenwoordigingsmodel, bijvoorbeeld in de vorm van huurderscommissies die huurders vertegenwoordigen en ondernemingsraden die werknemers vertegenwoordigen.’ Afstemming met grotere doelgroepen vindt vrijwel steeds plaats via de vertegenwoordigende organen. Op dit moment zie je dat een huurder of medewerker zich vaker direct richt tot het bestuur. De praktijk laat zien dat bestuurders de neiging hebben direct op individuele/incidentele vragen te reageren. Het risico hiervan is dat korte-termijnzaken gaan overheersen. De Waal suggereert dat in deze tijd een mengsel van directe en indirecte democratie de meest passende vorm is, waarbij de vertegenwoordigende instanties een bemiddelende rol kunnen spelen tussen publiek/cliënten en de organisatie.
Uitdagingen voor toezicht ten tijde van digitale civiele revolutie
Vastgesteld kan worden dat door de digitale revolutie de machtsverhoudingen in onze maatschappij veranderen. Burgers hebben toegang tot een veelheid aan gegevens en hebben de mogelijkheid door middel van sociale media maatschappelijke ontwikkelingen te beïnvloeden. Ook in organisaties is te zien dat besluitvorming in en over de organisatie steeds vaker beïnvloed wordt door pluriforme meningen van burgers die via sociale media worden gedeeld. Voor een raad van toezicht is het van belang maatschappelijke voelsprieten te hebben, te weten wat er speelt. Ook is het zaak dat de toezichthouder zorgt voor tweerichtingsverkeer in communicatie met de mensen aan wie de organisatie diensten verleent (patiënten, cliënten, leerlingen, bewoners) en burgers in de omgeving van de organisatie. Via een jaarverslag verantwoording afleggen is echt niet meer van deze tijd. Voor raden van toezicht van (semi)publieke organisaties is het in deze tijd van openbare verantwoording van belang om scherp te hebben wat de maatschappelijke doelstelling is van hun organisatie (of liever de te leveren dienst), zodat verantwoord kan worden of en in hoeverre de beoogde doelstelling is behaald. Dit alles betekent een behoorlijke verschuiving in de positie en rol van de toezichthouder.
De jaarlijkse conferentie van de verschillende verenigingen van toezichthouders (NVTZ, VTOI-NVTK, NVTC, VTW, VITP en NCD) vond dit jaar plaats op 18 september 2019.
Klik hier voor contact met de NVTZ.