Tweebenig besturen: consolideren en innoveren
De toekomst vraagt een lerende houding van de toezichthouder en een reflexieve raad van toezicht. Ofwel: ‘neem het onzekere voor het zekere’, betoogt Linde Steendam van de NVTZ op basis van de gids De rol van de raad van toezicht bij innoverenen bijdragen van bijzonder hoogleraar Richard Janssen en voormalig bestuurslid NVTZ Pieter Vos. ‘Laat de besturing van zorginstellingen niet meer het alleenrecht zijn van de raad van toezicht en de raad van bestuur.’
Innoveren
In 2020 publiceerde de NVTZ de gids ‘De rol van de raad van toezicht bij innoveren’ waarin wordt aangesloten bij toekomstige ontwikkelingen gericht op zorg en welzijn. Tijdens het samenstellen van de gids hadden de schrijvers de turbulente tijd waarin de publicatie gepubliceerd zou worden zich niet kunnen voorstellen. Daaruit blijkt dat toekomstgericht toezichthouden niet alleen bestaat uit het anticiperen op bekende, aanstormende, (technologische) veranderingen, maar ook een ontvankelijke houding van belang is voor de onbekende ontwikkelingen. De rol van de raad van toezicht bij innovatie deelt de aankomende veranderingen op in vijf gebieden: de veranderende kijk op gezondheid, ethische vraagstukken, anders organiseren, de mens in de organisatie en tot slot data stewardship.
Vijf gebieden
De veranderende kijk op gezondheid houdt in dat gezondheid in toenemende mate gericht is op preventie. Gezond zijn gaat niet langer alleen over de afwezigheid van ziekte, maar bestaat ook uit het mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven en het meedoen en dagelijks functioneren. Gezondheid wordt steeds laagdrempeliger; burgers/patiënten kunnen zelf hun gezondheidsparameters meten. Dit heeft ook een keerzijde, namelijk dat de toegenomen mate van het gebruik van ‘wearables’ om de gezondheid te meten mogelijk een negatieve impact heeft op onze perceptie van gezondheid. Door nieuwe interventies zoals artificial intelligence en gen modificatie krijgen raden van toezicht in toenemende mate te maken met ethische vraagstukken. Ethiek moet niet gezien worden als een barrière bij innovatie; in plaats hiervan doet een organisatie er goed aan om bij aanvang van de toepassing van nieuwe technologie belanghebbenden mee te laten denken over de voorwaarden die gesteld zouden moeten worden aan het verantwoord ontwikkelen van de technologie. Ondersteunend hierbij doet de raad van toezicht er goed aan om een uitgewerkte visie op ethiek en innovatie te hebben.
Anders organiseren en co-creatie
Met anders organiseren wordt bedoeld dat de werkwijze van professionals binnen een organisatie veranderd door innovatie en technologie. Een voorbeeld is de intrede van het elektronische patiëntendossier en doorontwikkeling naar patiëntenportalen. Sectoroverstijgend zijn er steeds meer partijen die, hoewel zij buiten het semipublieke domein staan, diensten en producten aanbieden die mensen informeren, adviseren en in staat stellen om hun eigen gezondheid te monitoren. Ook dit leidt tot andere vormen van organisaties. De mens in de organisatie gaat om de impact van innovatie op de medewerkers van een zorgorganisatie. Innovaties volgen elkaar in een steeds sneller tempo op, maar dat wil niet zeggen dat medewerkers in dezelfde snelheid zich kunnen aanpassen. Er is ruimte nodig binnen een organisatie om innovaties op te vangen en te verwerken. Ook is er ruimte nodig om de mens mee te nemen in het proces van verandering, want door de interactie van de mensen in de organisatie kan er ook verandering tot stand komen. Dit geldt ook voor de verhouding tussen professional en cliënt of patiënt, ook wel co-creatie genoemd.
Data
Tot slot is er data stewardship, wat gaat over onze toenemende afhankelijkheid van datasystemen, dataveiligheid en de datainfrastructuur. Data kunnen waardevolle informatie opleveren wat kan leiden tot nieuwe inzichten die gebruikt kunnen worden voor de doorontwikkeling van de innovatie. Niet zomaar iedereen kan en mag deze data analyseren. Aanbieders van online diensten kunnen ook informatie verzamelen wanneer hun diensten in gebruik genomen worden. Toezicht houden op deze datastromen kan een ongrijpbare opgave lijken, maar maakt onmiskenbaar deel uit van de taken van een toezichthouder. Deze vijf thema’s agenderen en op deze veranderingen anticiperen kan al lastig genoeg zijn. In de publicatie ‘De rol van de raad van toezicht bij innovatie’ worden voorbeeldvragen beschreven die de raad aan zichzelf kan stellen om deze onderwerpen te bespreken. Naast deze ontwikkelingen die tot in zekere mate bekend zijn, liggen er ook genoeg onbekende en onverwachte ontwikkelingen op ons te wachten. Hoe kan een raad van toezicht hier het beste mee om gaan?
Omgaan met (on)verwachte ontwikkelingen
Richard Janssen, bijzonder hoogleraar Bestuur en Management van instellingen in de Gezondheidszorg en lid van de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) van de NVTZ, sprak in zijn oratie in 2017 over tweebenig besturen: tegelijk consolideren en innoveren. Enerzijds moet de organisatie stabiel zijn. Anderzijds heeft de organisatie ook een groot verandervermogen nodig om met alle onzekerheden, uitdagingen en disrupties die daarin liggen om te gaan. Het toenemende aantal regels leidt ertoe dat zorgorganisaties verkrampt kunnen worden, misschien zelfs verstrikt, in een wereld van regels. Hierdoor neemt de veranderingsbekwaamheid af. De organisatie moet flexibiliteit creëren door een lerende houding aan te nemen en een creatieve dynamiek te faciliteren. Hoe? Richard Janssen geeft aan: geef medewerkers die dat leuk vinden ruimte om opgeleid te worden en ruimte om te kunnen experimenteren. Het is aan de leiding van de organisatie, en daardoor ook aan de raad van toezicht, ruimte te geven aan bestuurders en de organisatie om flexibiliteit te creëren om zo onzekere situaties goed op te kunnen vangen. In Engeland wordt dit beschreven met de passende term ‘risk appetite’; wat inhoudt dat een organisatie een bepaalde hoeveelheid van risico bereid is te accepteren.
Governance van innovatie of innovatie van governance?
Pieter Vos, voormalig bestuurslid NVTZ, toezichthouder en adviseur, gaf op 10 juni 2021 een presentatie tijdens de algemene ledenvergadering van de NVTZ over of governance van innovatie vraagt om innovatie van governance. Hij benadrukt de urgentie van het anders besturen; deze urgentie wordt nu nog niet altijd gevoeld. Op dit moment zijn innovatie en governance bij veel organisaties twee tegenwerkende krachten, waardoor ze elkaar in evenwicht houden met stilstand als resultaat. Het is noodzakelijk dat de relatie van innovatie en governance weer productief wordt, betoogt Pieter Vos. COVID-19 heeft laten zien dat dit mogelijk is. Maar hoe kan governance dienstbaar zijn aan innovatie? Pieter Vos geeft aan, net als Richard Janssen, dat het bestuur ruimte moet geven aan de organisatie om toekomstbestendig te worden. Het begrip zorginnovatie kan getypeerd worden doordat zij vaak gericht is op het minder afhankelijk maken van de zorgvrager van de zorginstelling-/aanbieder, dat de krachten van zorginnovatie zich vaak buiten het bereik van de zorginstelling bevinden en dat innovatie nodig is om de uitdagingen in de zorg effectief aan te pakken. Innovatie dwingt een instelling om naar buiten te kijken. Zorginnovatie speelt zich af op drie niveaus; het niveau van de patiënt, de organisatie en het zorgsysteem. Voorbeelden van het niveau van de patiënt zijn het samen beslissen ofwel co-creatie, innovatie op het niveau van de organisatie gaat bijvoorbeeld over zelfsturende teams en schaalverkleining, en een voorbeeld van innovatie van het zorgsysteem is het programma van ZonMw, De Juiste Zorg Op De Juiste Plek.
Verbindende rol
Op dit moment vertolkt de bestuurder veelal een verbindende rol, en is het gezicht en aanspreekpunt voor interne en externe partijen. De focus van een bestuurder ligt, door de wet- en regelgeving in de sector, dan ook veelal op het zorgaanbod, en niet zozeer op de zorgvraag. Pieter Vos geeft aan dat bij governance van innovatie het bestuur en toezicht actief in gesprek moet gaan met de buitenwereld over samenwerking. Daarnaast zou het bestuur en toezicht vraaggerichter kunnen werken en meer in teken staan in het leveren van een bijdrage aan de gezondheid. Tot slot zou de zorggovernance een grotere betrokkenheid van patiënten en professionals moeten faciliteren. Daarbij zal de governance de verschillende niveaus in samenhang moeten bekijken. Concreet betoogt Pieter Vos dat de besturing van zorginstellingen niet meer het alleenrecht kan zijn van de raad van toezicht en de raad van bestuur. De raad van toezicht zou een vorm van intern toezicht moeten stimuleren waarin de cliëntenraad en ondernemingsraad eigen verantwoordelijkheid krijgen en de raad van toezicht actief het gesprek met externe toezichthouders en stakeholders opzoekt. De raad van bestuur geeft ruimte aan de zorgprofessional, aan de cliëntenraad en ondernemingsraad. De cliëntenraad en ondernemingsraad krijgen hierdoor ook een grotere rol; kortom, zorginnovatie vraagt om een nieuwe rolverdeling tussen de verschillende gremia binnen een organisatie.
===
Innovatieve themadag op 16 september
Ontwikkelingen gaan steeds sneller en zijn vaker disruptief. Verandering is een nieuwe constante werkelijkheid geworden. Naar aanleiding van de publicatie ‘De rol van de raad van toezicht bij innovatie’ organiseert de NVTZ op 16 september 2021 een innovatie themadag. Deze themadag zal in het teken staan van innovatie, verschillende sprekers zullen hun licht laten schijnen op wat de zorg- en welzijnssector kan verwachten op dit gebied. Er zijn meerdere break-outsessies waarin er mogelijkheid is om onderling in discussie te gaan en meer te weten te komen over bepaalde thema's. De toekomst vraagt een lerende houding van de toezichthouder en een reflexieve raad van toezicht. Om af te sluiten met de woorden van Richard Janssen over toekomstgericht toezicht: neem het onzekere voor het zekere.
De link naar de oratie van Richard Janssen waarnaar in het artikel wordt verwezen is, vindt u hier.