‘Het bed weer wat opschudden’

Voordrachtsrecht OR
Interview

In een door NR Governance geïnitieerd onderzoek Het heden en de toekomst van het versterkt aanbevelingsrecht wordt gezocht naar antwoorden op de vraag waarom dit voordrachtsrecht van de ondernemingsraad lang niet altijd wordt benut. En of dat beter kan. Onderzoeker Ludwig Hoeksema van het Strategic Management Centre: ‘Dat recht mag best een duwtje krijgen.’

Het versterkte aanbevelingsrecht bestaat nu twintig jaar (sinds 2004). Met dit onderzoek willen jullie ‘peilen’ hoe het met dat recht staat?

‘NR Governance is ooit mede opgericht om leden (toezichthouders) voor dat voordrachtsrecht te werven en de kwaliteit van toezicht een impuls te geven. Vanuit de driehoek: werkgever, werknemer, experts/onafhankelijken. We hebben in ons deskresearch (eerder al met de grote variatie in toezicht op tussenholdings) gezien dat lang niet altijd gebruik gemaakt wordt van dat recht van de ondernemingsraad om iemand voor te dragen voor de rvc. Zelfs niet bij structuurvennootschappen waar dat wettelijk zelfs verplicht is. Uit onderzoek van de MNO blijkt dat 16% van de multinationals niet gebruikt maakt van het versterkt voordrachtsrecht en 8% niet bekend is met dit recht (Baarsma & Lückerath-Rovers, 2012). Maar ook breder, in de zorg en het onderwijs, wordt het recht om iemand aan te bevelen door de OR/medezeggenschap lang niet altijd ten volle benut of uitgeruild tegen adviesrecht op alle benoemingen. En inderdaad vragen we ons af: waarom niet? En hoe kunnen we er wat aan doen, als dat nodig is?’

Want dat is de missie van dit onderzoek: het recht laten zegevieren? De OR beter positioneren met een vertegenwoordiging in een bestuur?

‘Het primaire doel van dit onderzoek is te weten komen waarom de praktijk zo varieert en dus ook waarom dit recht niet altijd vanzelfsprekend onderdeel van het samenspel is. En of dat in de toekomst wel moet. En ja, ik denk inderdaad dat het bed wel wat opgeschud mag worden. De OR kan best een klein duwtje gebruiken. Zichzelf wat belangrijker maken en zichzelf wat serieuzer nemen. De OR mag best wat meer bestuurder en minder belangenbehartiger worden. Door gebruik te maken van hun recht.’

Hoe gaan jullie onderzoek doen?

‘We hebben al deskresearch gedaan en gaan er nu experts over interviewen. Maar we willen ook zes round tabels organiseren met OR-vertegenwoordigers en commissarissen. Of een combi ervan. Dieper ingaan op de vraag wat een goed samenspel tussen bestuur, medezeggenschap en raad van commissarissen maakt en welke rol het voordrachtsrecht daarin speelt. Wie wil kan eraan meedoen. Je kunt je aanmelden via info@nrgovernance.nl

Wat is in de deskresearch al opgevallen?

‘Hoe weinig onderzoek er eigenlijk gedaan wordt naar medezeggenschap en de rol van de voordrachtscommissaris. Maar ook dat er geen enkele vorm van handhaving is. Nul! De wet verplicht een structuurvennootschap tot een OR-voordracht. Toch doet een kwart of een zesde het niet. Dat is raar. Of ik er een verklaring voor heb? Misschien een filosofische. Het lijkt erop dat we in een neo-liberale samenleving vooral voor onszelf opkomen en dat het gemeenschappelijk belang haast uit de mode is. Het is ieder voor zich vanuit een geloof in meritocratie. Wat ook opvalt is dat sommige partijen een uitruil hebben gedaan. Een adviesrecht in plaats van een voordrachtsrecht. Bijvoorbeeld aan alle in plaats van één commissaris heel specifiek goedkeuring geven bij benoeming. Ook bijzonder, want dat recht om iets van alle commissarissen te vinden, hebben ze naar de geest van de wet toch al. Het lijkt erop dat er weinig urgentie is. Of dat de kennis binnen OR’s ontbreekt. En besturen vinden het meestal prima dat de OR er niet mee komt. Minder gedoe. Ik vind het wel een gemiste kans voor medezeggenschap. Vandaar ook dat het bed wel eens opgeschud mag worden. Genoeg reden voor een nader onderzoek dus.’

Naast de structuurvennootschappen kijken jullie ook naar zorg en welzijn. Sectoren die een (in analogie van het structuurregiem) versterkt voordracht vaak in de CAO of statuten hebben opgenomen. Hoe is de belangstelling daar voor een voordrachts-toezichthouder?

‘Wat we daar zien, is dat er door allerlei partijen een meer nevengeschikte dan een bovengeschikte situatie is ontstaan. Er is én een cliëntenraad, én een medezeggenschapsraad, én een OR, én een huurderscommissaris…. En ze zijn allemaal gelijk geschikt. Dan is het geen “3D maar 6D”. De OR kan daar veel meer boven staan en niet nevengeschikt willen zijn. Ik denk dat er voor OR’s nog veel winst is te behalen als ze de voordracht serieuzer nemen. Breng al je rollen en belangen duidelijker naar voren.’

Overall….

‘In de governance codes is geen aandacht voor de voordrachtscommissaris omdat in wetten staat dat het moet. Maar wat je in de praktijk dus ziet, is dat de wet nogal losjes nageleefd wordt. Er is ook een enorme variatie in hoe OR’s omgaan het voordrachtsrecht. Zowel qua bemoeienis van de OR als qua intensiteit. Ons deskresearch laat ook zien dat er niet één gedragsnorm is van hoe het zou moeten werken. Dit onderzoek wil aan die normontwikkeling bijdragen. Daaronder zit wel enig geloof in “de polder” en hoe de OR (nog) beter kan functioneren. De OR kan daar echt een impuls aan geven, terwijl nogal wat OR’s niet zien wat het zou kunnen zijn.'