De toezichthouder als wijkagent

Een goede raad van commissarissen…
Column

'Wat heb ik eigenlijk aan de rvc? Een boeiend en lastig vraagstuk, want hoe krijg je als rvc op tafel of de bestuurder wat aan je heeft? Kun je daar eerlijk over zijn? Dat lijkt mij heel lastig te bespreken', constateert Anthon van der Horst van GITP in zijn maandelijkse column. 'Slinger je je overbuurman niet, en de dominee wel op de bon?'

Anthon van der Horst

Onlangs sprak ik een ervaren bestuurder en deze meldde mij dat hij, als hij eerlijk was, niet vaak wat heeft gehad aan zijn raad van commissarissen. Ik ken hem als een eerlijk en zelfkritische bestuurder en vroeg direct: 'maar ligt dat dan niet aan jezelf'? Hij gaf aan het ook met enige regelmaat besproken te hebben met andere bestuurders, maar dat die eigenlijk hetzelfde vonden. Het is uiteraard geen wetenschappelijk bewijs, maar het valt me wel op dat als ik dezelfde vraag in mijn omgeving stel, er vaak een bevestiging komt. Wel met milde kanttekeningen, zoals: ik heb er geen last van of ze doen hun best, ik waardeer de gesprekken of ik houd ze succesvol op afstand. Een boeiend en lastig vraagstuk, want hoe krijg je als rvc op tafel of de bestuurder wat aan je heeft? Kun je daar eerlijk over zijn? Dat lijkt mij heel lastig te bespreken.

Honderdjarigen

In de Volkskrant staat een serie over honderdjarigen. Onlangs stond er een portret van een voormalig politieagent in. Deze man beschreef hoe hij in zijn beginjaren als agent geacht werd in de wijk te wonen waar je moest werken. Hij moest daar toezien en handhaven. Zo vertelde hij dat hij zijn overbuurman bij een kleine overtreding toch maar niet op de bon slingerde, maar de dominee die op zondag weigerde zijn licht te maken, omdat hij op deze rustdag niet mocht werken, wel. Hij had tegen de dominee gezegd dat als deze zijn lamp meteen maakte, hij het door de vingers zou zien, maar de dominee weigerde principieel. Achteloos benoemde de voormalig agent dat zijn kinderen toch maar in een andere wijk op school gingen, anders werden ze misschien geplaagd. Het toezicht op en handhaven van regels midden tussen de mensen met wie je samenwoont. Het lijkt me heel lastig. Wanneer ben je mild, wanneer streng, hoe ga je om met kleine overtredingen, hoe met grote? Het deed me denken aan wat we nastreven tussen commissarissen en bestuurders. De een ziet toe, de andere is verantwoordelijk, maar degene die toeziet is ook verantwoordelijk en moet ingrijpen als de regels overtreden worden. Maar hoe duidelijk is dat? Wanneer schrijf je je bon uit? En er is in veel sectoren al ruimschoots professioneel toezicht. Wat moet de interne toezichthouder daar nog aan toevoegen? Wat het verhaal in de Volkskrant verder niet vertelt, is hoe het in die wijk was met die agent en later zonder. Het lijkt mij zeer aannemelijk dat alleen al de aanwezigheid van de agent een disciplinerend effect heeft gehad.

Verantwoording afleggen

Wat mij betreft is er daarom een hele belangrijke bestaansreden voor een rvc, namelijk het gevoel voor een bestuurder dat hij of zij verantwoording moet afleggen. Ook al heb je het als bestuurder misschien niet nodig, het is altijd goed om te weten dat er iets of iemand is, die het belangrijk vindt wat je doet en je er op kan aanspreken. Het is heel menselijk om voor die instantie je best te doen, om je te houden aan de afspraken en iets goeds neer te zetten. Natuurlijk zijn er bestuurders die dat niet of nauwelijks nodig hebben, maar mijn inschatting is dat de meeste mensen, ergens zo’n gezaghebbend iemand nodig hebben. En daar is de raad voor! En het aardige is dat de parallel met de agent nog verder door te trekken is, want hij moet er op uit, contacten leggen, mensen voor zich winnen, vertrouwen creëren, waardoor ze hem ook melding deden als er echte problemen waren. Terug naar het begin, je zou provocerend kunnen stellen dat een goed functionerende bestuurder niets hóeft te hebben aan zijn interne toezichthouder. Want het gaat goed! Maar dat betekent ook dat in ditzelfde denken de bestuurder pas wat gaat merken van zijn interne toezichthouder als het niet goed gaat. In beide gevallen zal de bestuurder weinig positiefs bij zijn of haar raad ervaren. En hoewel een bestuurder vaak allerhande toezichthouders over de vloer krijgt, zal er toch ook de behoefte zijn om zich te verantwoorden, om zich te spiegelen, om te voelen dat er deskundige en betrouwbare mensen mee kijken en dat zijn of haar werk er toe doet.

Twijfel

Een raad dient dat laatste altijd te bewerkstelligen en heeft daar ook de positie voor. Ik heb wel twijfel of er sprake moet zijn van partnership, want de raad moet ook kunnen corrigeren en ingrijpen. Dan is afstand nodig en maakt een te sterk ontwikkelde samenwerking correctie en/of ingrijpen erg lastig. Ook de agent vond het lastig om zijn overbuurman te bekeuren. In de moderne praktijk is een kale, afstandelijk toezichthoudende houding ouderwets en heeft ons niet behoed voor bestuurlijke uitglijders. Ik ben wel benieuwd of alle nieuwe, moderne vormen met veel meer partnership en gedeelde verantwoordelijkheid niet ten koste zullen gaan van het onafhankelijke toezicht en van het tijdig corrigeren en ingrijpen. Niet iedereen heeft de moed van de agent, die zijn overbuurman dan wel niet, maar de dominee wel op de bon durfde te slingeren.

Voor direct contact met Anthon, kijk hier.