‘Commissaris mist goede maatschappelijke antenne’
De gemiddelde commissaris mist een goede antenne voor de maatschappelijke uitdagingen van onze tijd en de toekomst. Ook is hij of zij vaak slecht op de hoogte van wat de organisatie nodig heeft om flexibel en weerbaar in te spelen op nieuwe markten en technologie. Dat blijkt uit de publicatie Voorkom toezicht met een dode hoek, een verkennend onderzoek onder commissarissen naar integratie van cultuur, gedrag en reputatie in de toezichtsroutine.
Toezichtsroutine
‘Ik vind het verrassend dat er nog zo weinig commissarissen kennis hebben van innovatie, duurzaamheid, cultuur, gedrag en reputatie van de organisatie.’ Een uitspraak van een van de commissarissen die deel heeft genomen aan het onderzoek Voorkom toezicht met een dode hoek. Het onderzoek werd uitgevoerd door Marleen Janssen Groesbeek, lector van Avans Hogeschool, en Marlies de Ruyter de Wildt, directeur van adviesbureau BY Trust, in samenwerking met Caroline Zegers en Anniek Bakker van Deloitte.
Commissarissen worstelen met grotere dynamiek
De commissarissen signaleren dat het vak van commissaris nog niet voldoende mee evolueert met de complexiteit van de samenleving en de organisaties. Dat lijkt door de recente berichtgeving over de rol van de commissarissen opnieuw te worden bevestigd. Ondanks de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn geïntroduceerd in de vorm van scherpere profielen, hogere eisen van de externe toezichthouder en bredere richtlijnen van de governancecodes, worstelen commissarissen met de grotere dynamiek binnen organisaties en de manier waarop de samenleving zich mengt in discussies over cultuur, gedrag en reputaties van bedrijven, zo blijkt uit het onderzoek.
Meer aandacht voor menselijke factor gewenst
Een van de observaties van het onderzoek is dat er naast kennis over harde zaken als financiën en risicomanagement, bij de raad van commissarissen (rvc) meer aandacht moet komen voor de menselijke factor. Dat stelt hogere eisen aan de werving en selectie van commissarissen, aan de raad als collectief en aan de commissaris zelf. ‘Er zou ook meer plaats moeten zijn voor consultants in rvc’s: zij zijn erop getraind om tekortkomingen in de informatie sneller te zien en daarnaar te handelen.’
Drie observaties
Het verkennend onderzoek naar integratie van cultuur, gedrag en reputatie in toezichtsroutine heeft drie overkoepelende observaties en tien aanbevelingen voor de commissarissen en de monitoringcommissies van governancecodes opgeleverd. De drie observaties:
- de samenstelling en de samenwerking binnen de rvc heeft grote invloed op de kwaliteit van het toezicht op soft controls;
- commissarissen moeten meer aandacht geven aan toezicht op cultuur, gedrag en reputatie;
- de commissaris van de 21e eeuw is een actieve toezichthouder die vooruitkijkt.
Belangrijke rol voor voorzitter
De drie observaties impliceren dat een belangrijke rol is weggelegd voor de voorzitter om meer aandacht te besteden aan cultuur, gedrag en reputatie en de manier waarop de rvc daar toezicht op houdt: deze soft controls moeten net als de strategie en financiën onderdeel worden van de toezichtsroutine. Daarnaast wordt de rvc geacht meer aandacht te besteden aan de observaties en meningen van interne en externe stakeholders, zoals ook is afgesproken in verschillende governancecodes. Het onderzoek laat zien dat de commissarissen vinden dat ze elkaar beter moeten leren kennen. Op die manier kunnen ze een betere afstemming hebben over normen en waarden en weten ze wat ze aan elkaar hebben, bijvoorbeeld in een crisissituatie.
Toezicht op cultuur, gedrag en reputatie moet beter
De aanleiding voor het verkennend onderzoek werd gevormd door de verschillende incidenten en schandalen rond de raad van commissarissen als geheel en individuele commissarissen van de afgelopen tien jaar. Er is gekozen voor een verkennend onderzoek, omdat ondanks de vele en uitgebreide onderzoeken naar commissarissen en de manier waarop zij toezicht houden, er weinig literatuur te vinden is over hoe zij invulling geven aan toezicht op cultuur, gedrag en reputatie. De eerste stap was daarom uit te zoeken hoe commissarissen toezicht houden op deze aspecten voordat er aanbevelingen voor verbetering gedaan konden worden. Dát er wat moest verbeteren in toezicht op cultuur, gedrag en reputatie was een aanname op basis van eigen ervaring, literatuur en berichtgeving.
Het verkennend onderzoek bestond uit literatuur-, kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Het kwantitatieve onderzoek is een online enquête waaraan 64 commissarissen hebben deelgenomen.
Klik hier voor meer informatie en het opvragen van het volledige onderzoeksrapport.
Contactpersoon bij Deloitte: Caroline Zegers, partner Global Employer Services.