‘Een klimaatcrisis vraagt een crisisaanpak’

Congresverslag

NR Academy Event 2023

De verduurzaming van de samenleving dwingt tot een ingrijpende verbouwing in economische, sociale én maatschappelijke zin, zo kwam naar voren tijdens het NR Academy Event 2023. Want waar halen we anders de vakmensen vandaan voor de energietransitie en hoe houden bedrijven zich staande zonder license to operate? Over de noodzakelijke herwaardering van het mbo en samenwerken in coalities, óók in de boardroom.

Het uitzicht op de Rotterdamse haven door de hoge ramen van het Deltalinqs-kantoor is fenomenaal: een Hollandse wolkenlucht boven een eindeloze watervlakte, een woud van kranen en een sfeer van 24/7 bedrijvigheid. Het pand van de ondernemersvereniging van de haven- en industriële bedrijven in Mainport Rotterdam staat direct aan de Waalhaven, waar schepen hun waren laden en lossen en worden omgebouwd. Een passend decor voor het NR Academy Event, bijgewoond door zo’n vijftig bestuurders en commissarissen.

Zicht krijgen op impact

Thema van het event: ‘De grote verbouwing’. Hoe kan het bedrijfsleven in de Rotterdamse haven en daarbuiten verduurzamen in brede zin? Hoe kunnen barrières als de vastlopende arbeidsmarkt daarbij overwonnen worden en welke rol ligt er voor bestuurders en commissarissen bij de transitie? Middagvoorzitter Marianne Luyer, programmamanager bij NR Governance: ‘Er wordt veel gepraat over de noodzaak tot verduurzaming, maar voor effectieve daadkracht moeten we zicht krijgen op de sociale en maatschappelijke impact: tot welke veranderingen in de samenleving zal de transitie leiden?’

Ook gunfactor belangrijk

Ook Victor van der Chijs, voorzitter bestuur Deltalinqs, benadrukt de sterke samenhang in de verduurzamingsopgave tussen de economische transitie (energie, grondstoffen en digitalisering), de sociale transitie (bewustwording, plus de benodigde capaciteit en competenties op de arbeidsmarkt) en de gunfactor (maatschappelijke license to operate). Alle drie schakels zijn even belangrijk in de duurzaamheidscyclus en kunnen niet zonder elkaar. Van der Chijs schetst de omvang van de verbouwing die de komende jaren in de Rotterdamse Haven moet plaatsvinden. ‘We zijn hier bezig met het verduurzamen van de motor van de Nederlandse economie.’ De bedrijvigheid in de haven vormt 8,2% van het bruto nationaal product en biedt 565.000 mensen werkgelegenheid (direct en indirect), maar is ook verantwoordelijk voor 20% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. ‘Een derde van de C02-reductie in 2030 moet hier gerealiseerd worden.’  

Carrot & stick

Tijdens een verbouwing gaat de verkoop altijd gewoon door. ‘Dat is een worsteling’, aldus Van der Chijs. ‘We moeten een energietransitie tot stand brengen, terwijl we tegelijkertijd nog op fossiele brandstoffen inzetten om te kunnen blijven doordraaien.’ Daarnaast zijn er veel obstakels te overwinnen voor verduurzaming, waarvan de arbeidsmarkt een van de grootste is: 37% van de vacatures voor het realiseren van de energietransitie is onvervulbaar, waardoor projecten niet van de grond komen of vertraging oplopen. Ook het ondernemersklimaat maakt het bedrijven moeilijk om hun businessmodel te kantelen naar duurzaamheid: het Europese overheidsbeleid is gericht op het duurder maken van niet-duurzame producten (de stick). In de Verenigde Staten wordt juist ingezet op het verdienvermogen voor bedrijven: met overheidssubsidie IRA (Inflation Reduction Act) worden duurzame producten goedkoper gemaakt (de carrot).

Roep om systeemverandering

Van der Chijs maakt zich ook zorgen over het maatschappelijk klimaat, waarin Shell volgens hem ten onrechte als ‘nationale pispaal’ wordt beschouwd, Extinction Rebellion zich in snel tempo ontwikkelt van marginale actiegroep tot ‘salonfähige’ beweging, de stemming in de samenleving steeds grimmiger wordt en klimaatterrorisme op de loer ligt. Van der Chijs: ‘De bereidheid van bedrijven om te verduurzamen is groot, maar het grote publiek denkt nog steeds dat ze níet willen veranderen. Er is verzet tegen de fossiele industrie en een roep om system change. Als bedrijfsleven moeten we dat maatschappelijke sentiment niet onderschatten.’ Overigens is de daadwerkelijke veranderingsbereidheid voor een duurzamer wereld bij de burger nog steeds gering, stelt Van der Chijs. Hij haalt onderzoek aan waaruit brede steun blijkt voor overheidsbeleid om meer bomen te planten, maar nauwelijks draagvlak is voor een vliegtaks en hogere benzineaccijns.

Crisisaanpak nodig

Kortom: de transitie naar een duurzamer wereld is ingewikkeld, vat Van der Chijs samen. Zijn ‘actieplan’ om de uitdagingen het hoofd te bieden en de kansen van verduurzaming te grijpen omvat vier punten. Allereerst: het oplossen van de klimaatcrisis vereist een crisisaanpak. ‘Ons vertrouwde poldermodel werkt niet meer, we moeten sneller kunnen schakelen en de spelregels veranderen.’ Ten tweede: bedrijven moeten accepteren dat de transitie niet volledig maakbaar is. ‘Hanteer de 80/20-regel, probeer businessmodellen niet tot 3 cijfers achter de komma uit te rekenen en accepteer risico’s.’ Ten derde: de transitie slaagt alleen met collectieve inspanning. ‘We moeten tot een maatschappelijk akkoord komen.’ En tot slot: de transitie moet versneld worden. Niet alleen voor het klimaat, maar ook voor de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven en daarmee die van de Nederlandse economie. ‘Als de transitie in mainport Rotterdam lukt, lukt het in de rest van ons bedrijfsleven óók.’

Mouwen opstropen

Als de Rotterdamse haven en het Nederlandse bedrijfsleven de komende jaren één grote bouwplaats gaan vormen, waar halen we dan de vakmensen vandaan die die verbouwing moeten realiseren in een overspannen arbeidsmarkt? Die vraag staat centraal in de inleiding van Simone Fredriksz, lid van het college van bestuur van Albeda, een interconfessioneel en intercultureel regionaal opleidingscentrum in Rotterdam en omgeving, met 25.000 studenten. Ze zoomt in op de sociale transitie die daarvoor moet plaatsvinden. ‘Mbo’ers stropen de mouwen op om onze toekomstige samenleving te bouwen.’ Het middelbaar beroepsonderwijs telt met bijna een half miljoen nu nog meer studenten dan het hbo of het wo. Maar het aantal wo-studenten in Nederland groeit en het aantal mbo-studenten daalt. ‘Hoe trekken we in de toekomst dan nog voldoende jongeren naar sectoren als techniek en zorg?’, vraagt Fredriksz zich bezorgd af. 

Tijd voor herwaardering van mbo

Er moet in de samenleving een herwaardering plaatsvinden van mbo’ers en vakmensen, stelt Fredriksz. ‘We hebben zélf gezorgd voor het tekort aan mbo’ers.’ Op haar vraag wie van de bestuurders en commissarissen in de zaal een mbo-opleiding heeft gedaan, gaat een enkele vinger omhoog. Ouders stimuleren hun kinderen nog steeds om een universitaire of hbo-opleiding te doen, terwijl de maatschappelijke relevantie van mbo-studies vaak groter is en de startsalarissen van mbo’ers soms zelfs hoger liggen, zoals tv-presentator Arjan Lubach in De Avondshow liet zien. De transitie vraagt ook om meer aandacht voor de behoeften van generatie Z (11-26 jaar) op de werkvloer en om inclusie en kansengelijkheid in de samenleving, stelt Fredriksz. ‘We moeten nieuwkomers helpen om een beter bestaan op te bouwen in Nederland en iedereen gelijke kansen bieden. Anders is het niet mogelijk om onze duurzaamheidsdoelen te bereiken.’

Keuzevrijheid onderwijs onder druk? 

Fredriksz houdt de zaal vervolgens een dilemma voor: Is de huidige keuzevrijheid in het onderwijs nog wel te handhaven, als we bedrijfsleven en samenleving willen verduurzamen? Of moeten we studenten dwingen om te kiezen voor techniek en andere sectoren waar een personeelstekort is? ‘Dat laatste staat op gespannen voet met inclusie, kansengelijkheid en de individuele vrijheid om zélf onderwijstype en -richting te kiezen. We hebben als maatschappij de opdracht om iedereen een goede plek in de samenleving te bieden, maar tegelijkertijd hebben we vakmensen nodig die onze toekomst kunnen bouwen.’ De waarheid ligt ergens in het midden, stelt Fredriksz in een discussie met de zaal. ‘Opleidingen als theaterwetenschappen of archeologie hebben óók maatschappelijke waarde, die moet je niet opheffen of marginaliseren. Maar je kunt jongeren wél verleiden om te kiezen voor opleidingen in techniek, zorg of onderwijs door die beroepen meer aanzien te geven, hogere salarissen te betalen en mensen meer loopbaankansen te bieden.’

Academicus wil sluiswachter worden

Tijdens de paneldiscussie doen de bestuurders en commissarissen in de zaal een aantal andere concrete suggesties: spreek niet langer over ‘hoogopgeleid’ en ‘laagopgeleid’, doorbreek de mythe dat werk op mbo-niveau minderwaardig, vies en slecht betaald zou zijn en strijd tegen gender- en multiculturele discriminatie in traditioneel masculiene sectoren als bouw en techniek. Van der Chijs: ‘Rotterdam is de enige stad in Nederland waarvan de meerderheid van de bevolking een niet-Nederlandse achtergrond heeft. Kinderen krijgen van huis uit mee dat ze niet voor techniek moeten kiezen om een stap op de sociale ladder te kunnen zetten. We moeten de trots cultiveren dat je juist in de techniek meebouwt aan de toekomst van Nederland.’ Die mentaliteitsverandering moet dan wel over de gehele linie gaan gelden, vindt de zaal, bij álle ouders én in het onderwijs zelf: niet langer alles uit de kast halen om kinderen naar het vwo en de universiteit te sturen. En waarom zouden wo’ers zich niet laten omscholen naar een mbo-functie, zoals een academicus in de zaal overweegt? ‘Over een aantal jaar bestaat mijn huidige baan wellicht niet meer. Ik denk dat ik best sluiswachter kan worden.’

Meer mbo-stages nodig

(Mbo-)opleidingen zouden ook beter moeten worden afgestemd op de snel veranderende ontwikkelingen in maatschappij en bedrijfsleven, klinkt het uit de zaal. Een bestuurder: ‘Laten we investeren in mínder opleidingen met een bréder profiel.’ Maar ook voor bedrijven ligt daar een rol: minder specifieke kwaliteitseisen stellen aan vakopleidingen én meer mbo-stages aanbieden. Het bedrijfsleven zou zichzelf ook anders moeten gaan organiseren, wordt opgemerkt: coalities binnen en buiten de bedrijfsgrenzen vormen, flexibeler werkvormen aanbieden, switchen tussen organisaties mogelijk maken en samen (om)scholing oppakken. Van der Chijs: ‘Een verkrampte, dichtgeregelde maatschappij werkt niet meer in de huidige crisis. Bedrijven moeten gaan sturen op maatschappelijk rendement en op goed werkgeverschap door mensen mee te nemen in de transitie en ze daarvoor toe te rusten.’ Fredriksz sluit zich daarmee bij aan: ‘Het is onze maatschappelijke opdracht om ook die sociale transitie tot stand te brengen.’

Ook in de boardroom samenwerken

‘We staan voor de grootste crisis in de geschiedenis van de mensheid’, klinkt er een hartenkreet uit de zaal. ‘Wat kunnen wíj als bestuurders en commissarissen doen om de transitie te versnellen?’ De antwoorden: out-of-the-box-denken, niet alleen sturen en toezicht houden op innovatie in technologische, maar ook in sociale zin en niet in hokjes denken als man/vrouw, opleiding of culturele achtergrond. Dat sluit naadloos aan op de agenda van NR Governance, aldus directeur Olaf Smits van Waesberghe: duurzaamheid, diversiteit en digitalisering. ‘Die thema’s moeten in samenhang besproken worden in de Nederlandse boardrooms. Je kunt dat als bestuurder of commissaris natuurlijk puur vanuit de governanceprincipes benaderen: afstandelijk, rolvast, strikt vasthoudend aan de eigen stoel. Maar als je ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid samenwerkt aan die maatschappelijke opgave gaat het sneller en komen we verder.’

Klik hier voor meer informatie over NR Academy.